Tussen broodmes en vrije wil
COLUMN - Na politicus Kees van der Staaij (‘De dokter komt u nu vermoorden’) en psychiater Esther van Fenema (‘Voor een paar euro koop je bij Blokker een broodmes’) voegde zich dit weekend een derde spreker in de rij mensen die zich heftig verzetten tegen het idee dat oude mensen die dood willen, daarbij de hulp van artsen zouden mogen ontvangen. Rosanne Hertzberger zei in Zomergasten niet mee te willen gaan in de discussie over voltooid leven; ze repte zelfs van ‘doodseskaders’.
Hertzbergers argument: ze twijfelde aan ‘de vrije wil’ bij zulke beslissingen. Een opmerkelijk standpunt, zeker voor wie de verhalen kent die mensen vertellen die met zo’n voltooid leven kampen en daar gesprekken over aangaan met hun arts. Die verhalen zijn veelal bestendig, doordacht, overtuigend, schrijnend, en getuigen van grote wanhoop. Nee, ze worden in zekere zin inderdaad niet ‘uit vrije wil’ genomen: vrijwel zeker waren deze mensen liever gelukkig geweest, omringd door geliefden, en vooral: stukken jonger en gezonder.
Maar zo zit hun leven niet meer in elkaar, en dat is precies waarom ze liever dood willen.
Hertzbergers concept van vrije wil veronderstelt een bijna absurdistisch concept van individuele maakbaarheid: ook oud, met een vrijwel uitgestorven vriendenkring, een achteruit sukkelende gezondheid en zonder zicht op verandering, worden deze mensen geacht nog iets van hun leven te kunnen maken.