De onrechtsstatelijke motie-Stoffer c.s. en de positie van belangengroepen

van Prof.Mr. Aalt Willem Heringa Motie nr. 36169-37, van Stoffer (SGP)/Van der Plas (BBB)/Eerdmans (JA21), in februari aanvaard met 81 stemmen voor, lijkt erg voorzichtig geformuleerd: deze motie verzoekt de regering te verkennen of er nadere vereisten met het oog op representativiteit moeten worden gesteld in de context van art. 3:305a BW. Dat wil zeggen ten aanzien van civiele procedures (zoals Urgenda). Kennelijk geldt dat verzoek niet waar het betreft bestuursrechtelijke procedures. Maar los daarvan: de motie verlangt dat een financiële bijdrage wordt gevraagd van de personen tot bescherming van wier belangen de rechtsvordering strekt en dat de rechter een indringende toets op de representativiteit gaat stellen. Beide zijn rare eisen: belangenorganisaties hoeven toch niet representatief te zijn om naleving van regels te kunnen eisen? Naleving van regels, van het recht, is toch iets wat per definitie in ons aller belang is. En niet iets dat alleen kan worden gekocht door financiële bijdrages of het meten van representativiteit. Representatief voor wat? Een percentage van de bevolking door het overleggen van een peiling? Absurde eisen natuurlijk. Nog absurder is de achterliggende gedachte dat de toegang tot de rechter beperkt moet worden, omdat die op basis van algemeen belang acties verzocht wordt zich bezig te houden met de vraag of de overheid zich aan het recht houdt. Daarmee vraagt de meerderheid van de Tweede Kamer aan de regering om na te denken over het indammen van de bevoegdheid van de rechter om ook de wetgever, dan wel de uitvoerende macht, aan het recht te houden. Dat is ten principale niet veel anders dan de plannen van de regering Netanyahu in Israël om aan het Hooggerechtshof de bevoegdheid te ontnemen om zich uit te spreken over de rechtmatigheid van wetgeving; en niet anders dan wat dichterbij huis in Polen en Hongarije is aangevat met acties om de rechterlijke macht onder de meerderheidscontrole van de regeringspartij te brengen. Natuurlijk is het alleszins begrijpelijk dat een wetgever of een volksvertegenwoordiging het lastig vindt indien haar besluiten door de rechter langs de meetlat van het recht worden gelegd en er rechtsstatelijke grenzen worden gesteld aan wetgeving en besluiten. Maar de oplossing is vooral niet om die rechter, of degenen die zaken aan de rechter voorleggen, in hun mogelijkheden te beperken. De oplossing is dan om na te denken over de kwaliteit van het eigen werk. Het is bedroevend dat zo’n onrechtsstatelijke motie wordt ingediend. Gelukkig ontraadde de minister deze motie wel met een beroep op het grote belang van toegang tot de rechter: des te zorgelijker dat een meerderheid, inclusief twee regeringspartijen, desondanks meenden hun frustraties te laten leiden tot een onrechtsstatelijke oproep. Een motie die niet alleen rechtsstatelijk riskant is, maar democratie ook verwart met het moeten kunnen tegengaan van rechterlijk ingrijpen als dat ingrijpen er toe kan leiden dat de wil van de meerderheid wordt gefrustreerd. Het is dan ook niet voor niets dat de betogingen in Israël tegen de pannen van de regering aldaar de leuze gebruiken van ‘democratie’: rechterlijke controle op meerderheidsbesluiten is nu eenmaal een cruciaal onderdeel van een democratie. Kortom, regering, leg deze motie naast u neer; stop hem in een diepe la, en laat de Tweede Kamer weten de rechterlijke macht en de toegang daartoe ten volle te respecteren en het niet op de weg van scheiding der machten, rechtsstaat en democratie te vinden liggen, om in het geldende recht dienaangaande beperkingen te onderzoeken. En Tweede Kamer: respecteer deze waarden en zoek binnen en conform het recht de mogelijkheden om beleidsdoelen te bereiken. En laten we voorlopig ook maar afspreken de SGP even niet meer het staatsrechtelijk geweten van de Tweede Kamer te noemen. Deze column verscheen eerder bij het Montesquieu Instituut. Prof. Mr. Aalt Willem Heringa is emeritus hoogleraar vergelijkend constitutioneel en administratief recht aan de Universiteit van Maastricht.

Door: Foto: Schermafbeelding videostream Tweede Kamer stemmingen moties 18 maart 2020

De falende energiemarkt: de vervuiler is koning

ANALYSE - In de jaren 90 is de Nederlandse energiemarkt geliberaliseerd. In een rapport kijken Jilles Mast en Lavinia Steinfort van TNI naar wat er gebeurt is met de toenmalige ambities voor het klimaat. Ja, ook het energietransitie zou er baat bij hebben, werd toen gedacht. De conclusie? 25 jaar zijn grote energiebedrijven gesubsidieerd, zonder resultaat. Integendeel: Grootverbruikers betalen een vijfde voor het gas ten opzichte van de consument en de laatste vijf keer meer energiebelasting.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Arenda Oomen, bewerkt door Sargasso (fair use)

Mark, tijd om op te rutten

Het is natuurlijk allang tijd voor Mark om op te rutten, maar hoe meer redenen erbij komen, hoe dringender en urgenter het oprutten wordt. En wij weten het natuurlijk allang, maar het is altijd fijn als iemand je helpt je punt te illustreren. Daarom danken we Mark R. en zijn demissionaire kabinet voor het keer op keer aantonen van de eigen onkunde en zijn ongeschikte karakter om minister-president te zijn. Het ligt er inmiddels zo dik bovenop dat het lastig is om Hanlon’s razor te blijven toepassen, maar wat voor een keuze hebben we? Op welk moment wordt onkunde verwijtbaar?

Was het dat moment dat nog maar eens duidelijk werd dat het kabinet Rutte-III gewoon schijt heeft aan het Urgenda-vonnis en de dreigende ontwrichtende gevolgen van klimaatverandering? Dat de CO2-uitstoot gewoon weer aan het stijgen is, ook hebben twee rechters gezegd dat het kabinet hiermee de zorgplicht verzaakt en mensenrechten schendt, en dat Rutte daar niks aan doet?

Of was het dat moment dat Rutte dacht dat het een goed idee was om vanaf zijn @minpres-account te tweeten: “Het is onacceptabel dat Hamas willekeurig raketten op de burgerbevolking afvuurt. Nederland steunt het recht van Israël op zelfverdediging”, waarmee hij jarenlang stelselmatig Israëlisch geweld en vele VN-resoluties negeerde?

Foto: Markus Spiske (cc)

Klimaatrechtvaardigheid

ACHTERGROND - Ook de natuur heeft recht van spreken, we moeten alleen leren luisteren

Klimaatrechtvaardigheid: opkomen voor groepen die het hardst geraakt worden door klimaatverandering. Maar hoe doe je dat wanneer groepen, zoals de natuur, niet voor zichzelf kunnen spreken? Naar de rechter stappen is één oplossing, maar werpt ook nieuwe, morele vragen op.

Het is misschien wel de bekendste, meest gescandeerde leus tijdens klimaatprotesten. Protesten waarin mensen oproepen tot een duurzamer beleid, het herstellen van onrecht en het belang van een leefbare wereld voor toekomstige generaties. Klimaatrechtvaardigheid, heet dat. Maar rechtvaardig tegenover wie of wat? Volgens jurist dr. Laura Burgers (UvA) is het wrange antwoord op die vraag helder: rechtvaardigheid voor de groepen die het minste hebben bijgedragen aan klimaatverandering, maar het hardst worden getroffen door de gevolgen ervan. Denk aan de mensen buiten onze landsgrenzen, zoals een deel van de bevolking van Nigeria die dagelijks geconfronteerd worden met de vervuilende olieresten van multinational Shell. Maar denk ook breder dan dat: welke wereld laten we achter voor de toekomstige generaties? En hoe zit het met de niet-mensen, zoals dieren en natuurgebieden?

Een van de manieren om deze onrechtvaardigheid aan te pakken, is naar de rechter stappen om een groener beleid af te dwingen. Zo gaf de rechter stichting Urgenda in 2019 gelijk in de klimaatzaak tegen de Nederlandse Staat: onze overheid moet de uitstoot van broeikasgassen drastisch verminderen. Is de rechtspraak de weg naar een groene toekomst? Tijdens ‘Groene revolutie in de rechtszaal’ vertelt Burgers over de bijzondere wereld van het recht, waarin de natuur haar plek langzaam maar zeker opeist.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Quote du Jour | Recht op leven en welzijn

Het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) verplicht de staten die bij het verdrag zijn aangesloten ertoe om voor hun ingezetenen de rechten en vrijheden te verzekeren die in het verdrag zijn vastgesteld. Art. 2 EVRM beschermt het recht op leven, en art. 8 EVRM het recht op eerbiediging van het privé-, familie- en gezinsleven. Volgens de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) is een verdragsstaat op grond van deze bepalingen verplicht om passende maatregelen te treffen, indien een ‘real and immediate risk’ voor het leven of het welzijn van personen bestaat en de staat daarvan op de hoogte is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Kabinetsmaatregelen om te voldoen aan uitspraak Klimaatzaak

NIEUWS - Na jaren van talmen en in beroep gaan heeft het kabinet vandaag maatregelen aangekondigd om de door de Hoge Raad bevestigde uitspraak in de Klimaatzaak te voldoen. Nederland moet volgens het vonnis de uitstoot van CO2 dit jaar met 25 procent terugbrengen ten opzichte van 1990. Uit berekeningen van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat het Kabinet niet verder dan 19 tot 21 procent komt. Het nu gepresenteerde pakket levert bij daadwerkelijk uitvoer 8 megaton CO2 reductie op, dit komt bovenop de 4 megaton die eerdere maatregelen op leveren.

Maatregelen

Het kabinet wordt incidenteel geholpen bij het bereiken van deze doelstelling door het coronavirus. Dat levert echter geen structurele CO2-reductie op. Het Kabinet komt daarom met maatregelen om de CO2-emissie van kolencentrales te beperken door middel van een uitstootplafond. Ook breidt het kabinet de regeling reductie energieverbruik uit met 150 miljoen Euro, waarmee mensen compensatie kunnen krijgen voor bijvoorbeeld LED-lampen of het goed inregelen van hun verwarmingsinstallaties. Naast huiseigenaren kunnen ook huurders en MKB-bedrijven van deze regeling gebruikmaken. Woningcorporaties krijgen een korting op de verhuurdersheffing als ze investeren in verduurzaming van woningen. Hiervoor stelt het kabinet 150 miljoen euro beschikbaar. Mensen die een oude koel- of vrieskast inleveren, krijgen hiervoor een retourpremie van minimaal 35 euro bij aankoop van een nieuwe. Verder is het kabinet in gesprek met een aantal bedrijven over versnelde ombouw van installaties en het extra terugdringen van de uitstoot van lachgas (een sterk broeikasgas).

Foto: Peg Hunter (cc)

Klimaatzaak kinderen vs. VS afgewezen

De uitspraak van de Nederlandse Hoge Raad in de klimaatzaak die Urgenda tegen de Nederlandse overheid had aangespannen leverde wereldwijd publiciteit op. Sinds 2015 loopt er een soortgelijke zaak in de VS. Een groep van 21 kinderen was van mening dat het beleid dat voormalig president Obama voerde om de nationale fossiele energiewinning te verhogen hun recht op een veilig klimaat op het spel zette. De kinderen klaagden de federale overheid aan.

Obama en President Trump hebben de afgelopen jaren hun best gedaan het niet tot een inhoudelijke behandeling van de zaak te laten komen. In een uitspraak van het Ninth Circuit Court of Appeals wordt de zaak door de rechters afgewezen.

De rechters waren het er alle drie over eens dat klimaatverandering een urgent, bedreigend probleem is, maar oordeelden dat de eisers, die tussen de 8 en 19 jaar oud waren toen de zaak werd aangespannen, geen grond voor de aanklacht hadden. Het zetten van klimaatdoelstellingen is volgens de rechters aan de wetgevende macht. In het vonnis stellen de rechters:

The panel reluctantly concluded that the plaintiffs’ case must be made to the political branches or to the electorate at large.

 

“Isoleren niet noodzakelijk”

Isoleren is NIET NOODZAKELIJK voor het installeren van een warmtepomp. Bekijk dit filmpje wat wel nodig is.

Ja, u leest het echt: volgens Urgenda is het niet noodzakelijk om uw huis te isoleren bij het installeren van een warmtepomp.Volgens zo’n beetje elke expert in de energiewereld is isoleren één van de meest effectieve manieren om de energievraag, én dus de bijbehorende CO2-uitstoot, te verminderen.

Als u denkt dat u in het bijbehorende filmpje een duidelijke uitleg krijgt, dan komt u van een koude kermis thuis.

Een warrig verhaaltje met tegenspraak. Het eerste pareltje:

Het is zelfs zo dat een warmtepomp een slecht geïsoleerd huis kan isoleren.

Huh? Misschien is het handig als Urgende zich even verdiept in wat een warmtepomp is. En verderop:

Daarnaast is het noodzakelijk om enkel glas te vervangen voor dubbel glas of HR++ glas.

Is dat geen isoleren dan? Met een dergelijk onsamenhangend verhaal dat ook nog eens bol staat van de onwaarheden bewijst Urgenda de energietransitie in ieder geval geen dienst.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Tweede Kamer dringt wederom aan op halen Urgendadoel

Op 20 december wordt de uitspraak van de Hoge Raad in de Urgenda klimaatzaak verwacht. In aanloop daarnaartoe heeft de Tweede Kamer nogmaals bij het kabinet aangedrongen om zich in te spannen om het Urgenda-doel, 25% CO2 reductie in 2020 ten opzichte van 1990, te halen. Het parlement nam gisteren een reeks moties aan die hier op aandrongen.

NIEUWS -

Als gevolg van de rechterlijke uitspraak in de klimaatzaak van Urgenda tegen de staat moet Nederland in 2020 een CO2-reductie van 25% hebben bereikt ten opzichte van 1990. Het PBL presenteerde begin november berekeningen waaruit blijkt dat het kabinet dit doel waarschijnlijk niet gaat halen. Gelet op het eerdere advies van de procureur-generaal aan de Hoge Raad is de verwachting dat het vonnis in stand blijft. Het Kabinet presenteerde op 1 november extra maatregelen in reactie op het PBL rapport. De extra maatregelen bestaan uit een extra ronde in de SDE+, een verhoging van het subsidieplafond van de ISDE en een nieuwe regeling voor gemeenten om energiebesparing bij huiseigenaren te bereiken.

Ondanks deze maatregelen is de Tweede Kamer er niet gerust op dat het Urgenda-doel gehaald wordt. De Tweede Kamer nam verschillende moties aan, waaronder een motie van de Partij voor de Dieren die het Kabinet oproept de kans te minimaliseren dat de ondergrens van 25% CO2 reductie in 2020 gemist wordt. Tevens werd een  tweede motie van de Partij voor de Dieren waarin zij vraagt om het 40 puntenplan van Urgenda serieus te nemen werd aangenomen. Dat betekent dat het kabinet een schriftelijke reactie op de 40 voorgestelde maatregelen van Urgenda moet nemen. De GroenLinks motie waarin gevraagd wordt om een aanvullend maatregelenpakket voor 1 april werd ook aangenomen. Verder werd de motie van D66 en ChristenUnie aangenomen, waarin ze het kabinet oproepen om kort na de uitspraak van de Hoge Raad te inventariseren wat de resterende opgave is.

De wintermaanden bieden Rutte bij terugkomst van de klimaattop in Spanje volop ruimte om invulling te geven aan zijn uitspraak dat dit het groenste kabinet ooit is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 02-03-2022

Advies aan Hoge Raad: Urgenda vonnis in klimaatzaak kan in stand blijven

NIEUWS - De uitspraak van het gerechtshof Den Haag dat de Nederlandse Staat de uitstoot van broeikasgassen vóór het einde van 2020 met tenminste 25 procent moet verminderen ten opzichte van 1990, kan in stand blijven. Dat adviseren plv. procureur-generaal Langemeijer en advocaat-generaal Wissink de Hoge Raad in hun conclusie van vandaag.

Ook zijn de plv. procureur-generaal Langemeijer en advocaat-generaal Wissink het niet eens met het standpunt van de Staat dat het klimaatbeleid typisch een vraagstuk is, waarover beter door de politiek (de wetgever) dan door de burgerlijke rechter kan worden beslist. Het onderwerp heeft dan wel de aandacht van de politiek, toch onderschrijven Langemeijer en Wissink het uitgangspunt van het hof dat de rechter kan bepalen hoe ver de mensenrechtelijke verplichtingen van de Staat reiken. De rechter moet rechtsbescherming bieden, ook in zaken tegen de overheid, en moet daarbij rechtstreeks werkende bepalingen van verdragen waarbij Nederland partij is, toepassen. In het advies aan de Hoge Raad staat dat de beleidsvrijheid van de overheid

overheden niet bevrijdt van hun verplichting “to act in good time, in an appropriate and, above all, consistent manner” (zie alinea 2.64 hiervoor). De klachten berusten op een onjuiste rechtsopvatting, voor zover zij inhouden dat de margin of appreciation-doctrine een (indringende) toetsing door de rechter van het tijdstip en het tempo van de reductiemaatregelen verhindert

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Volgende