Van Mast tot Minister
Hier een gastbijdrage van mb over de reclame in de openbare ruimte
‘Hameren op de hoogte van de mast heeft volgens Prosman niet eens zin. Als blijkt dat hij inderdaad hoger is, heeft de eigenaar, Interbest uit Breda, als het aan de wethouder ligt niets te vrezen. “Dan is de gemeente verplicht om een nieuwe vergunning af te geven voor die hoogte. De gemeente heeft geen grenzen gesteld aan de afmeting, omdat de mast niet was opgenomen in een bestemmingsplan. De bouwtekening is in dit geval het bestemmingsplan.”‘
Zo luidt de reactie van wethouder Prosman (gemeente Neerijnen) op de resultaten van een onafhankelijke, door de bewoners van Waardenburg betaalde meting van een reclamemast.
Reclame is nog maar nauwelijks uit ons straatbeeld weg te denken. In de binnenstad is het nog enigszins begrijpelijk dat winkels een bord met hun naam aan de pui bevestigd hebben, maar de manier waarop kan al veel invloed hebben. Zo heeft bijvoorbeeld Zutphen buitengewoon strak reclamebeleid, wat voor een prettig straatbeeld zorgt.
Dat leidde tot wat weerstand, maar de bescheiden uitingen zijn ondertussen een kwaliteit van deze stad. De reactie dat zoiets alleen in een klein provinciaal stadje kan is te snel en onjuist.
Reclame is echter niet altijd gebonden aan de vestigingslocatie van de producent of ondernemer; bij voorkeur niet zelfs. Langs de snelwegen staan grote borden op opleggers en in woonwijken staan tegenwoordig grote ’te koop’ borden – bij mij in de straat eentje van twee meter hoog met een levensgrote foto van de verkopend makelaar. Vooral ’s nachts doodeng door de ietwat ongelukkige opstelling vlak achter een bosje.