‘De afschaffing van werk’
LONGREAD/ESSAY
A slave, Marcus Cato said, should be working when he is not sleeping. It does not matter whether his work is needed or not, he must work, because work in itself is good — for slaves, at least. This sentiment still survives, and it has piled up mountains of useless drudgery.
— wéér die George Orwell
Geloof het of niet, maar sommige mensen denken nog steeds dat het slecht voor onze welvaart zou zijn als we minder gaan werken. In de discussie over het basisinkomen hoor je mensen bijvoorbeeld wel eens de zorg uiten over de mogelijkheid dat, als mensen voor hun bestaan niet meer afhankelijk zijn van een baan, ze dan minder of helemaal niet meer gaan werken … dat daardoor de productie niet op het huidige niveau blijft, en dat dáárdoor ons welvaartsniveau zal kelderen.
Ah!
Waar gebeurd op maandagmiddag, 3 augustus. De vaste telefoon in Huize Van Aalten gaat over. Dat kan twee dingen betekenen: moeders of telemarketing. Van Aalten neemt op. Hij hoort gekraak en dan een stilte. Van Aalten wil de verbinding bijna verbreken. Dan hoort hij alsnog een stem. ‘Spreek ik met meneer El Hamdaoui?’ ‘Nee, zo heet mijn vrouw. Ik ben meneer Van Aalten. wat wilt u mij verkopen?’