Bestaat er zoiets als de meest efficiënte taal en zo ja welke?

Onverwachte vragen in de wetenschapsagenda Kun je talen met elkaar vergelijken? En nog belangrijker kun je ze dan op een ranglijst plaatsen? Het is in ieder geval iets dat mensen graag doen. Ze vragen dan: is het Nederlands een moeilijke taal? Wat is de mooiste taal die u kent? En raken danig sip wanneer je ze het enig juiste antwoord geeft: dat hangt er maar vanaf. Het Nederlands is een uiterst moeilijke en lelijke taal voor een niet zo snuggere Chinees die geen enkel nut ziet in het leren van die taal, en heel makkelijk en schoon voor een taalgevoelige Duitse jongeling die verliefd is op een eentalig meisje uit Arnhem. Wie er gelijk heeft valt bij de huidige stand van de wetenschap niet uit te maken. In de hoorn des interrogatieven overvloeds die de wetenschapsagenda is, vinden we dan weer een heel andere vraag over de ordening der talen: Bestaat er zoiets als de meest efficiënte taal en zo ja welke?Ik heb het vermoeden dat de ene taal zich beter leent om je uit te drukken dan andere. Helaas spreek ik niet voldoende talen om dit te toetsen.

Foto: Sandra Fauconnier (cc)

Syriërs die Nederlands willen leren

COLUMN - Noem me naïef, een wegkijker, of een lid van de laffe elite, maar ik vind dat we mooie tijden beleven met al die mensen die hiernaartoe komen.

Natuurlijk, het is vreselijk voor de mensen die huis en haard hebben moeten verlaten en dan hier de kilte tegenkomen van het klimaat en van de mensen. Maar het worden mooie tijden voor de Nederlandse samenleving en voor onze cultuur. Nieuw bloed! Al die interessante nieuwe mensen erbij, met een nieuwe kijk op de wereld, en op ons en op ons land! De onvoorspelbare nieuwe manieren waarop onze taal en cultuur kunnen groeien!

Iemand van het Leids Universitair Medisch Centrum organiseert sinds kort een wekelijkse lezingenreeks voor de hoger opgeleiden onder de vluchtelingen die in gebouwen van de universiteit worden opgevangen. Ik mocht er deze week een praatje geven (een heel algemeen praatje, ‘over menselijke taal’), en ik was onder de indruk van de intelligentie, de leergierigheid, de bereidheid om in discussie te gaan van de mensen die daar zaten. Die mannen en vrouwen uit allerlei landen deden het op geen enkele manier slechter dan de Nederlandse studenten.

Op zijn minst waren ze minder verveeld. Zij geloofden nog in iets waar ik ook hartstochtelijk – naïef, wegkijkerig, elitair – in geloof: kennis en begrip; discussie en hunkering naar geestelijke groei en ontwikkeling. Na afloop kwamen er een paar ingenieurs me ongeveer smeken om tips over hoe een bepaald probleem aan te pakken waar ze nooit eerder voor hadden gestaan – het leren van een vreemde taal, het Nederlands.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Chris (cc)

Lachen als taal

COLUMN - “Nu is het toch al bijna 2016,” constateerde NRC Handelsblad twee dagen geleden, “en het is nog steeds niet bekend wat iets nou precies grappig maakt.” De krant schreef over de moeilijkheden die psychologen hebben bij het onderzoek naar humor. “Zo is er geen algemeen geaccepteerde definitie van het begrip humor.”

Maar de redding is nabij en komt uit de taalkundige hoek. Vorige maand werd in Amsterdam het twintigste zogenoemde Amsterdam Colloquium gehouden, waarin taalkundigen, filosofen en anderen die geïnteresseerd zijn in de betekenis van taal. Een van de lezingen laat zien (‘Understanding Laughter’ van Jonathan Ginzburg e.a. <hier>) wat er schort aan de psychologische benadering. Je moet niet proberen te begrijpen wat humor is, maar wat het betekent als mensen lachen.

Bananenschil

De (slimme) truc die Ginzburg en zijn collega’s daarbij toepassen is: doen alsof lachen eigenlijk een taaluiting is, iets dat een vorm heeft (hahahaha) en een betekenis.
Er zijn volgens Ginsberg twee soorten betekenis:

•Een soort oerbetekenis die betekent ‘ik vind dit prettig’, en die kinderen bijvoorbeeld al hebben.
•De betekenis: ‘incongruïteit’, de lezer laat merken dat hij het ene niet vindt kloppen met het andere (‘Deftige dame stapt op bananenschil.’ ‘Hahahahaha’).

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Taal in Tirol

COLUMN - Op de skipistes in Zuid-Tirol waar ik deze dagen doorbreng spreekt ongeveer de helft van de bevolking Italiaans en de andere helft Duits. Ik spreek beide talen vrij goed en maak er een sport van om te raden welke taal obers en liftpersoneel spreken, om in de juiste taal een gesprekje te beginnen. Ik heb het idee dat een goede gok een vriendelijker service oplevert, een idee dat volgens experimentele data niet helemaal op verbeelding berust.

Zuid-Tirol was tot de eerste wereldoorlog een deel van Oostenrijk Hongarije, maar werd daarna officieel ingelijfd door Italië. Dat begon vervolgens een Italianiseringscampagne, door Italiaans als enige officiële taal toe te staan, Duitstalige scholen te sluiten en Italianen uit andere gebieden naar de regio te verplaatsen. Als tegenreactie werden er in de jaren 60 heuse terroristische aanslagen gepleegd door een Tiroler bevrijdingsfront. De spanningen werden pas opgelost toen de regio een autonome status kreeg met gelijke rechten voor beide taalgroepen.

Een recent, nog ongepubliceerd paper laat echter zien dat de animositeit 50 jaar later nog niet uit de lucht is. De auteurs doen een experiment op scholen in Merano, waarin de kinderen moeten besluiten hoeveel muntjes ze willen inzetten op de samenwerking met een ander kind. Hoe meer muntjes je inzet, hoe meer de ander erop vooruit gaat. Samen zijn de kinderen het beste af als ze beide het maximum aan munten inzetten op samenwerking, maar individueel levert het meer op om de ander uit te buiten en niets in te zetten. Een echt “Prisoners dilemma” dus, waarbij de verdiende munten werden omgezet in speelgoed en snoep.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Taal op de tv

COLUMN - Misschien heb ik de verkeerde vrienden, maar ik ken helemaal niemand die het Groot Dictee der Nederlandse Taal een leuk programma vindt.

Ik heb het zelf één keer gezien. Wat is dat programma saai! Eindeloos lang worden allerlei bizarre zinnen herhaald. En nu in stukjes. Eindeloos lang. Worden allerlei. Bizarre zinnen herhaald.

Eindeloos lang worden allerlei bizarre zinnen herhaald.

Tussendoor komt de jury grappig doen over hoeveel fouten de deelnemers hebben gemaakt en slaan zogeheten BN’ers en BV’ers daar ook nog ironische kwinken over. Waarom iemand naar zoiets zou willen kijken is een van de middelgrote raadsels in dit leven. Maar zolang ze aan het Dictee meedoen, gooien ze niet met vuurwerk, zoals een oud spreekwoord luidt. En nu in stukjes.

Goed gesprek

Dat mensen eraan willen meedoen, dat begrijp ik dan weer wel. Avonden lang woordjes stampen, de moeilijkste gevallen inspreken op je iPhone, zodat je er tijdens het hardlopen steeds weer naar kunt luisteren: het is een overzichtelijke sport die dus bovendien resulteert in het allersaaiste sportprogramma aller tijden.

Dat Warna Oosterbaan er in een artikel voor NRC Handelsblad over klaagde dat het programma niet over taal gaat, vind ik dan ook een beetje overdreven: dat is net zoiets als klagen dat DWDD niet gaat over een goed gesprek, of het Journaal niet over wat er echt belangrijk is op de wereld. Wat wil je dan.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het Nederturks heeft nog altijd naamvallen

Langzaam maar zeker groeien er op Nederlandse bodem nieuwe talen. Het Nederlands-Turks bijvoorbeeld – de taal van de nakomelingen van migranten uit Turkije die hier opgroeien, over het algemeen vloeiend Nederlands spreken, maar daarnaast ook nog altijd Turks als moedertaal hebben.

Alleen groeit dat Turks vermoedelijk zachtjes weg van de taal zoals die in Turkije gesproken wordt. Julie hoeven niet raar op te kijken als je over honderd jaar wakker wordt en dan ineens ontdekt dat er in de loop van de tijd een nieuwe taal is ontstaan, het Nederturks, dat afwijkt van wat er in Anatolië gesproken wordt – doordat het Turks hier doorlopend in aanraking is met het Nederlands, maar ook doordat een taal als ze in verschillende gebieden gesproken wordt vanzelf uiteenvalt.

Hülya Şahin beschrijft in haar onlangs in Nijmegen verdedigde proefschrift Cross-linguistic influences de eerste stapjes van dat proces. In de loop van de afgelopen jaren deed ze een aantal onderzoekingen die ze in dit proefschrift bundelt (een ervan gaat overigens niet over het Turks, maar over het Papiamento). De conclusie: de veranderingen zijn nog heel voorzichtig, maar ze zijn er wel.

Vooralsnog gaan die verschillen vooral over vaste verbindingen. Turkstalige Nederlanders zeggen wel dat ze de ‘otobüs-ü aldım’, de bus nemen, net als in het Nederlands. In Turkijke is het gebruikelijker om te zeggen dat je de ‘otobüs-e bindim’, de bus haalt. Zo zeggen Nederturken ook gemakkelijker ‘Türkçe arkadaş-ım’ (mijn Turkse vrienden), terwijl ze in Turkije het liever hebben over ‘Türk arkadaş-ım ‘(mijn Turkenvrienden).

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Is het Nederlands triviaal?

De Britse wiskundige Alex Bellos schreef gisteren in The Guardian een artikel dat ook in Nederland enig stof deed opwaaien. In dat stuk besprak Bellos het feit dat de Engelse spelling triviaal is: als je ieder woord ziet als een vermenigvuldiging, en iedere letter als een variabele in die vermenigvuldiging, dan kun je bewijzen dat de waarde van iedere letter gelijk is aan 1.

Neem bijvoorbeeld de woorden aisle en isle, zegt Bellos. Die spreek je op dezelfde manier uit, en dus kun je zeggen aisle=isle. Omdat je ieder woord ziet als een vermenigvuldiging van de letters, krijg je dan:

•axixsxlxe = ixsxlxe

Maar dan staat er dus eigenlijk: ax(isle) = isle. Dat is alleen waar als a staat voor 1. Die truc kun je ook voor allerlei andere letters uithalen: plumb en plum klinken ook hetzelfde, dus volgens deze redenering staat de b ook voor 1.  Voor andere letters is het iets bewerkelijker. Voor de c observeer je eerste dat scent en cent hetzelfde klinken. Daaruit volgt dat s gelijk is aan 1. Daarna besef je dat sent en cent ook hetzelfde klinken. Daaruit volgt dat c=s, en omdat s=1 dus ook c=1.

Al in 1993 heeft een groep wiskundigen laten zien dat je op deze manier kunt uitrekenen dat iedere letter in het Engels en het Frans gelijk staat aan 1. Dat is de definitie van triviaal.

Foto: Paolo Margari (cc)

Een gebaar is geen woord

COLUMN - Juristen leven in een heel andere wereld dan ik. Een heleboel discussies die deze lieden voeren gaan natuurlijk over taal – de interpretatie van dit of dat woord, van deze of gene zinsnede –, maar het soort argumenten dat ze daarbij gebruiken lijkt in geen velden of wegen op wat ik zelfs maar herken als een bijdrage aan een discussie.

Een artikel in NRC Handelsblad (achter betaalmuur) van vorige week staat vol instructief materiaal. Een Arnhemse rechter had op één dag zes zaken over ‘discriminatie’ op het programma gezet.

Ik moet toegeven dat het verslag ook niet altijd even duidelijk is:

Hoewel de vechtpartij begon omdat de jongens „faggot” en „flikker” riepen naar een homostel dat bij de groep studenten hoorde, worden zij niet vervolgd voor discriminatie. Hadden zij iets over álle homo’s gezegd, was discriminatie waarschijnlijk wel ten laste gelegd, zegt de officier achteraf. Toch neemt de rechter de aard van de uitingen wel mee. Homohaat is „treurig”, vindt hij.

Discriminatie

Ja, wat is het nou, denk je. Ook de officier vond homohaat vast “treurig”, maar zijn punt was nu juist dat het roepen van faggot en flikker niet iets zei over ‘álle homo’s’. Dat lijkt mij iets dat je gemakkelijk zou kunnen weerspreken: het feit dat woorden die homoseksuele man betekenen in een bepaalde situatie als scheldwoord gebruikt worden, betekent dat degene die die woorden (op dat moment) gebruikt duidelijk minder waardering heeft voor aanhangers van de gelijkgeslachtelijke liefde. In die zin is een homo uitschelden voor homo een uiting van homohaat.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Verdwijnt het Nederlands?

COLUMN - nwa_logo_nlMarc van Oostendorp gaat in op voor taalkundigen onverwachte vragen die ‘het publiek’ gesteld heeft aan de Nationale Wetenschapsagenda.

Is het opvallend dat veel van de vragen aan de Nationale Wetenschapsagenda gaan over de toekomst? Misschien niet. Als ik iets van een andere discipline wil weten zal dat ook vaak gaan over die tijd waar niemand iets vanaf weet. Heeft het nog zin om mij als oude man uit te sloven met rijles of komt de zelfbesturende auto er harder aan dan ik kan leren schakelen? Zullen we ooit de muizen uit huis kunnen weren zonder ze dood te maken? Kunnen we ooit door stijlanalyse vaststellen of Caesar platvoeten had?

En toch zijn het precies dat soort vragen waarbij je als taalkundige met de mond vol tanden staat. Vragen als:

Gaat het Nederlands uiteindelijk verdwijnen en zo ja, wanneer?

Taal is veranderlijk. De Nederlandse taal is altijd een mengelmoes geweest van Nederlandse, Duitse, Engelse, Franse en Spaanse woorden. Met name het Engels nestelt zich sneller dan ooit in onze taal. Bij hoeveel procent buitenlandse woorden kan je de Nederlandse taal niet meer een zelfstandige taal noemen? Gaat het Nederlands uiteindelijk verdwijnen en zo ja, wanneer?

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Taal aanpassen aan gender-realiteit?

COLUMN - nwa_logo_nlMarc van Oostendorp gaat in op voor taalkundigen onverwachte vragen die ‘het publiek’ gesteld heeft aan de Nationale Wetenschapsagenda.

Een van de ideeën achter die agenda is dat de wetenschap onverwachte vragen uit het publiek krijgt aangereikt. Vervolgens zijn wetenschappers zelf ook en masse vragen gaan indienen omdat ze het idee hadden dat minstens een deel van de onderzoeksgelden weleens naar de vragen van de wetenschapsagenda zijn gegaan. Ik vermoed dat die vragen uiteindelijk ook de meeste kans hebben, maar ik wil me nu richten op de onverwachtere vragen.

Waarom zal de taalwetenschap bijvoorbeeld vermoedelijk niets doen met de volgende vraag? Hij snijdt een maatschappelijk probleem aan dat te maken heeft met taal, dat mogelijk kan worden opgelost door iets te doen met de taal en dat daarom niet door enige andere wetenschapper zal worden aangepakt:

“Hoe kan de Nederlandse taal aangepast worden aan de hedendaagse gender-realiteit?”

Op het gebied van persoonlijke voornaamwoorden is de Nederlandse taal ouderwets en discriminatoir. Zij is gebaseerd op een systeem van slechts twee gender-rollen, iets wat niet strookt met de werkelijkheid. Nederlanders hebben slechts de keuze uit ‘hij’ en ‘zij’ om te verwijzen naar een persoon. Dit cisnormatieve systeem zorgt dagelijks voor problemen voor androgyne, bigender, trigender, pangender, agender, genderqueer, transseksuele en andere niet-cisgendere Nederlanders naar wie niet verwezen wordt met het voornaamwoord van hun voorkeur. Het is aan Nederlandse taalkundigen om te onderzoeken hoe deze vorm van discriminatie jegens mensen die buiten deze gender-tweedeling vallen, verbannen kan worden uit de Nederlandse taal, bijvoorbeeld door de introductie van extra voornaamwoorden of een generatief systeem van complexe voornaamwoorden waarmee de volledige breedte van gender-identiteiten kan worden uitgedrukt. De nadruk moet hierbij liggen op de praktische aspecten van de invoer hiervan.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Vorige Volgende