Nederlanders hebben (te) weinig kennis over zwarte bladzijden uit de eigen geschiedenis
ONDERZOEK - Nederlanders weten niet alleen weinig over de zwarte bladzijden van onze geschiedenis. Als ze meer informatie krijgen verandert ook hun houding tegenover de betrokken bevolkingsgroepen, ontdekte de Utrechtse sociologe Sabrina de Regt
Een van de speerpunten van het nieuwe kabinet is meer aandacht voor de Nederlandse cultuur, identiteit en geschiedenis. Meer specifiek staat in het regeerakkoord: “We vinden het belangrijk de kennis over onze gedeelde geschiedenis, waarden en vrijheden te vergroten. Deze maken ons tot wat we samen zijn. … Het is van groot belang dat we die historie en waarden actief uitdragen (p. 19)”.
De vier regeringspartijen hebben ook nagedacht over hoe ze dit willen bereiken. Zo lezen we in het regeerakkoord dat alle kinderen op school het Wilhelmus moeten leren, inclusief de context ervan. Ook willen ze dat alle kinderen tijdens hun schooltijd het Rijksmuseum en het parlement bezoeken. Verder wordt de nationale canon uitgereikt aan jongeren die de leeftijd van 18 jaar bereiken en aan personen die het Nederlanderschap verwerven.
In het regeerakkoord wordt echter met geen woord gerept over de “beladen” kanten van de nationale geschiedenis. Het AD suggereerde eerder op basis van uitgelekte stukken dat D66 heeft gepleit voor lessen over kolonialisme en slavernij, maar daar is in het regeerakkoord niets over terug te vinden. Uiteraard is de totstandkoming van een regeerakkoord een kwestie van geven en nemen. Zeker wanneer het min of meer een “gedwongen huwelijk” betreft tussen verschillende partijen zoals de VVD, het CDA, D66 en de CU. Toch is het erg spijtig dat juist dit punt het niet gehaald heeft in de onderhandelingen. Dit omdat, zoals ik hieronder zal laten zien, 1) Nederlanders weinig kennis hebben van dit deel van onze “gedeelde geschiedenis” en 2) een focus op het beladen verleden kan zorgen voor meer cohesie in de samenleving.