Een bijzonder zinnige bijdrage van Sophie in ’t Veld, europarlementariër van D66.
Enkele dagen na de aanslagen in Oslo kwamen de terrorisme experts van de lidstaten bijeen in Brussel. Zoals na elke aanslag is er een sterke reflex om nieuwe maatregelen te nemen. Dat is begrijpelijk, want na zo’n schok willen we graag gerustgesteld worden door een daadkrachtige regering die maatregelen neemt waarmee zoiets verschrikkelijks nooit meer kan gebeuren.
Begrijpelijk, maar niet verstandig. In de laatste jaren werd na elke aanslag in grote haast een nieuw pakket maatregelen doorgedrukt. New York, Madrid, Londen gaven steeds weer de aanzet voor een nieuwe ronde maatregelen waarmee terroristen met snode plannen in een vroeg stadium ontdekt zouden worden. De maatregelen bestaan voor een groot deel uit het inzamelen van zoveel mogelijk informatie over zoveel mogelijk burgers, vanuit de gedachte dat bij een visexpeditie met zo’n “sleepnet” die éne potentiële terrorist er ook bij zit.
Dat is echter veel minder logisch dan het lijkt.
Bij vrijwel alle belangrijke aanslagen van de laatste jaren bleek achteraf dat politie en inlichtingendiensten de daders al lang in het vizier hadden, en dat ze heel veel essentiële informatie al hadden. De bevoegdheden om aan die informatie te komen waren dus al voorhanden. Echter, die informatie werd niet of onvoldoende uitgewisseld tussen de verantwoordelijke diensten en tussen landen. En in sommige gevallen was de risico-inschatting verkeerd. Het “gat” zat dus vooral in het gebrek aan samenwerking en uitwisseling, en minder in een gebrek aan informatie en bevoegdheden.