Wees zo vriendelijk het systeem te saboteren

van Marina Lacroix, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks) Toen ik van de week mijn fiets uit de stalling bij de Zuidas wilde halen, liep voor mij op de brede, betonnen trap een zakenman. Oortjes in, beige trenchcoat, tas in de ene hand, een blikje in de andere. Halverwege plaatste hij het blikje met een soepele beweging op de trapleuning. Ik versnelde en liep met hem op, tot hij me wel moest opmerken. Met een lach, deed hij zijn oortjes uit. Ik lacht terug: “Hoi! U zette net uw blikje op de trap neer”, opende ik. Even haperde hij. Toen begon hij zijn koptelefoon terug in zijn oren te frommelen en zei: “Dat was ik niet. Dat was iemand anders.” Waarom deed hij dat? Ik kon me er wel wat bij voorstellen. Hij had net een werkdag in onze kapitalistische economie achter de rug (Excel-sheets gevuld, processen geoptimaliseerd, uren geschreven, contracten getekend) en handelde conform de logica daarvan. Full disclosure: ook ik werkte in het grootbedrijf. Dat deed ik zonder scrupules. De vraagstukken waren leerzaam en relevant. Mijn collega’s en klanten inspirerend. De waardering voor eigen initiatief ruimhartig. Het gaf me meer voldoening dan ik bij ngo’s of in de publieke sector vond. Hartelijk dank dus aan ons kapitalistische systeem, dat zo’n gesmeerde werkplek opleverde. De keerzijde van kapitalisme als levenshouding Toch zegde ik op, want een beter mens werd ik er niet van. Beetje bij beetje raakte ik losgezongen van mijn omgeving. Wijkbewoners. Weggebruikers. Winkelgangers. Ik kwam ze nauwelijks tegen, want ik was aan het werk. Wanneer ik me in het publieke domein begaf, zocht ik manieren om andere wereldbewoners met priority te omzeilen, terwijl ik in een conference call hing. De keerzijde van het aangename gevoel van nut en optimisme dat ik vond in mijn baan, leverde een navenant chagrijn en ongeduld op in de rest van mijn leven. Ik dacht regelmatig: “dit kan echt zóveel handiger”, of: “wanneer ga je eindelijk ter zake komen?” Mensen werden mechanismen, die nog niet waren geoptimaliseerd. En als gevolg daarvan voelde ik me opvallend genoeg aangetast in mijn waardigheid. Ik wilde dat er sneller méér voor mij gedaan werd! Ja, ik wilde dat ik niet behandeld zou worden als zomaar een nummer, maar de ontvanger zou zijn van persoonlijke service en klantvriendelijkheid! En ik dacht terug aan toen ik een vliegticket kocht en een boom kon laten planten. Of toen miljardair Jeff Bezos een monumentale brug wilde laten ontmantelen voor zijn superjacht. En aan toen we een bedrijfsuitje hadden op het water. En de havenmeester met geheven arm kwam aangestoven toen een paar collega’s de vrijheid hadden genomen een daar aangemeerde speedboot van binnen te bekijken, als waren ze in een showroom. “Ga daar direct vanaf!”, bulderde hij. Wat hem betreft viel er niets te lachen. Maar het handjevol consultants dat het interieur had betast, grinnikte wat naar elkaar. Zonder haast bewogen ze zich richting de kade. Eén van hen diende de withete opzichter nog van repliek: “We betálen wel, hoor.” Het klonk eerder verongelijkt dan bevreesd. "Kapitalisme is een levenshouding en ‘we betálen wel’ vat ‘m netjes samen" In het kielzog van het economische systeem is ons publieke en sociale domein door en door in de kapitalistische logica gedrenkt geraakt. Kapitalisme is een levenshouding. En “we betálen wel” vat ‘m netjes samen. Als je geld hebt, is respect niet meer nodig. Je eigent jezelf simpelweg de wereld toe. Want écht, alles is te koop! Dat uitgerekend een creditcard-reclame ons het tegendeel wil laten geloven, is veelzeggend. En toch ook weer niet. Al betaalde ik exorbitant veel huur, de afdeling planning snauwde naar me als ik voor de zoveelste keer belde vanwege een lekkage. En – zo vroeg ik me af – zouden mijn buren met sociale huurwoningen soms wél genoegen moeten nemen met zo’n behandeling? Mijn chagrijn betrof niet alleen dat ik m’n eigen welgestelde zelf meer vriendelijkheid, waardigheid of persoonlijke aandacht toewenste. Ik wilde dat voor iedereen. Terwijl ons publieke domein het aan niemand meer leek te bieden. Efficiëntie en controle zijn dwingender dan winst In ons denken over hoe voorbij het kapitalisme te komen, zijn er doorgaans twee tactieken. De eerste is de tactiek van de radicale verandering: het omverwerpen van het (economische) systeem. In het beste geval is dit ontmoedigend, omdat het zo’n grote uitdaging is. Om mij heen zie ik dat mensen die deze route bewandelen, vroeg of laat een (deels) zelfvoorzienende levensstijl omarmen. Met het kweken van eigen groenten, of eigen zonnepanelen, plaatsen ze zichzelf buiten het systeem, maar opereren ze nog altijd in de schaduw ervan. De tweede tactiek richt zich op het corrigeren van kapitalistische ‘uitwassen’, met name ongelijkheden. Dat kan bijvoorbeeld door herverdeling van bezit en door het in de publieke sfeer brengen van zorg, volkshuisvesting, onderwijs en andere collectieve goederen. Je kunt stemmen op partijen die deze agenda voorstaan, eventueel zelf politiek actief worden, maar omdat je per definitie staatsingrijpen nodig hebt, houdt wat je persoonlijk kunt beïnvloeden daar wel op. "Lamgeslagen zoeken we ons heil in yoga-retraites, party drugs, of Netflix en zien over het hoofd dat er een derde tactiek is: het uitslijten van het kapitalistische systeem" En zo lijkt de tweede tactiek onverwacht veel op de eerste. In beide gevallen maakt ons individuele handelen nauwelijks een verschil. Lamgeslagen zoeken we ons heil in yoga-retraites, party drugs of Netflix en zien over het hoofd dat er een derde tactiek is: het uitslijten van het kapitalistische systeem door actief tegen de logica ervan in te handelen. Laten we de kapitalistische logica helder krijgen. De ratio ervan op economisch gebied wordt doorgaans geïllustreerd met rekenvoorbeelden. Het is bijvoorbeeld irrationeel, volgens de kapitalistische logica, dat iemand met een uurloon van honderdtwintig euro één uur per week als vrijwilliger zou werken. Zij kan beter met haar salaris een goedkopere kracht inhuren, die voor hetzelfde geld veel meer uren aan de slag kan. Onlosmakelijk verbonden aan dit streven naar efficiëntie is een streven naar controle. Om de behoeften van consumenten te doorgronden of valide marktprijzen te bepalen, moet je op ieder moment zo veel mogelijk weten en vaak standaardiseren. Daarom ontkomen wij nauwelijks nog aan de feedback surveys, keuzemenu’s en chatbots. Ziedaar de simpele logica: streef naar maximale efficiëntie en controle [van om het even wat], voor maximale [winst, of om het even wat]. Het ‘om het even wat’ is belangrijk. Het illustreert hoe de kapitalistische logica tot een soort zombie is verworden. Hoewel we leren dat kapitalisme draait om maximale winst, is dat al lang niet meer vereist. Kijk maar naar een beweging als effectief altruïsme. Binnen deze beweging staat niet maximale winst maar maximaal welzijn voorop. Met afwegingen over hoeveel levens je per euro kunt redden, vormt het streven naar efficiëntie en controle niettemin de basis. Hetzelfde zien we in de zorg of het onderwijs. Weinigen redeneren in deze sectoren daadwerkelijk in termen van winst maar de combinatie van controle en efficiëntie richt er zat schade aan. En precies zoals een zombie alles ontzielt wat hij aanraakt, werkt het ook hier. Een begrip als kindness overleeft de logica onmogelijk. Zo valt te lezen in een stuk over leiderschap: “Research shows that when employees perceive compassion or kindness from their leaders, they become more loyal. Loyalty in turn feeds better performance at work.” [1] Reken er gerust op dat zowel de mate van aardig zijn als van loyaliteit gemeten zal worden, in een model gestopt en ontdaan van elke intrinsieke motivatie. Efficiënt en goed te controleren, maar met aardig zijn heeft het niets meer te maken. Al met al is de kapitalistische logica er per definitie op uit om alle frictie te vernietigen. Maar het is juist frictie die zorgt voor betrokkenheid bij de samenleving. Door de beste, meest rimpelloze beleving voorop te stellen, worden we in toenemende mate onverschillig en geven we de fysieke, publieke ruimte weg. [2] Het kleine verzet: Hoe we met elkaar omgaan is politiek Terug naar de liegende zakenman en het blikje op de trap. Wat zijn motieven waren, dat was te volgen. Maar: waarom deed ík dat? Hem inhalen en aanspreken. Het blikje stond er nog. Straks zou iemand van de reinigingsdienst het wel opruimen. Wat leverde het mij op? Klein verzet herken je vaak precies daaraan: het geeft frictie en vergt inspanning. Dat is hoe het voelt om tegen zombies in te gaan – als wind tegen, de roltrap in omgekeerde richting nemen, de beurt krijgen terwijl je net zat te dagdromen. Er zijn meer voorbeelden [3] van klein verzet: je laat geen online review achter, maar spreekt mensen persoonlijk aan (als dat niet mogelijk is, is de partij vermoedelijk sowieso over-efficiënt op megaschaal). Je negeert nodeloze standaarden en protocollen in je werk en geeft voorrang aan jezelf verantwoorden op basis van je vakethiek. Je tekent geen petitie, maar sluit aan bij een rommelige manifestatie. Je bezoekt je vrienden op een moment waarvan je niet weet of het uitkomt en praat over andere dingen dan de beste hypotheek. Kunst, cultuur en geesteswetenschappen geven je hiervoor inspiratie, helpen om je denkvermogen in stand te houden en herinneren je eraan dat schoonheid bestaat. Deze derde manier om voorbij het kapitalisme te komen, onderscheidt zich doordat het startpunt niet is hoe we de economie inrichten, maar hoe we met elkaar omgaan. Dat doet ertoe! Als we zonder menselijkheid bouwen aan een andere wereld, dan vrees ik dat die minstens zo harteloos zal zijn als de wereld nu. Maar het gaat om méér dan een beetje aardig zijn voor elkaar. Klein verzet dat aanhoudt, kan millimeter voor millimeter de mechanismen van efficiëntie en controle waarin we zijn opgesloten uitslijten, omleggen en dwingen om zich aan te passen aan ons (in plaats van andersom). Je maakt een olifantenpaadje, dat op den duur het op de tekentafel gewenste pad vervangt.[4] "De deur openen naar een nieuwe plek kan alleen door je te verzoenen met een oneindig aantal mogelijkheden en onbegrensde diversiteit" Waar dat paadje loopt, of waarheen, dat is vooraf niet te zeggen. We zouden intussen kunnen weten dat blauwdrukken in de praktijk verstikkend en onderdrukkend uitpakken. De deur openen naar een nieuwe plek kan alleen door je te verzoenen met een oneindig aantal mogelijkheden en onbegrensde diversiteit. Niet door de oplossing van een rekensom te zoeken, maar door verbeelding en inlevingsvermogen de ruimte te bieden. Monocultuur, dat is nu net wat ons kapitalisme kenmerkt! Hoewel de uitkomst niet vaststaat, zal er uiteraard wel een uitkomst zijn. Minder zombie, minder zakenman. Ik stel me iets voor dat past bij: wij zorgen goed voor elkaar, hier heerst vriendschap, elkaar helpen dat ís het systeem. Dit is hoe ex-Joegoslaven – mijn familie behoort er ook toe – hardop terugdenken aan hoe zij leefden voordat hun land uiteenviel. [5] Het is nostalgie, deels een mythe, maar het valt op hoe consequent zij uitdrukken wat het is dat hun samenleving in hun ervaring toen kenmerkte. (Wat ook opviel: hoe vreemd het was om me te realiseren dat je een samenleving ook zó kunt omschrijven.) Of misschien komen we uit op iets dat lijkt op hoe Alexis Pauline Gumbs de onderwaterwereld van zeezoogdieren poëtisch duidt.[6] Een samenleving waarin er geen sterke aanwijzingen bestaan dat meter-lange walrus-slagtanden gebruikt worden om elkaar te domineren en waarin een dolfijnen-wees  geadopteerd wordt door een niet verwante dolfijn. De wetenschappers vragen zich af hoe dat toch kan (maar hoe onvoorstelbaar is het werkelijk?). Verzet, dus. Hoe klein ook. Handelen op basis van gastvrijheid, solidariteit, vriendschap, algemeen belang, gulheid en vreugde maakt ons niet alleen tot betere mensen, het is een politieke daad. Het maakt dat big tech, flitsbezorgers en vastgoedeigenaren zich iets meer moeten voegen naar een werkelijkheid die inefficiënt en oncontroleerbaar is. Het maakt van onze wereld een plek met meer interactie en minder transactie. Dat klinkt al minder kapitalistisch! Bovenal draagt het eraan bij dat we de macht inzetten die ons van nature is gegeven: om de wereld te maken en doorlopend te blijven maken.[7] Wat is een revolutie anders dan het verplaatsen van de macht? Elk van ons kan zo vriendelijk zijn het systeem te saboteren. Voetnoten [1] ‘Being a good boss isn’t easy – here’s how to get better’, McKinsey Organization Blog, 18 oktober 2021. [2] Dit wordt helder uiteengezet door Hans Schnitzler in ‘Digitale Detox’, VPRO Tegenlicht, 24 januari 2022. [3] Deze ideeën passen wonderwel bij de lessen uit de twintigste eeuw die Timothy Snyder geeft in Over tirannie, 2017 – ook kapitalisme  kan onderdrukkend zijn. [4] De metafoor is van James Scott. [5] Onder meer vastgelegd in De Tranen van Tito, BNNVARA, 2021. [6] Alexis Pauline Gumbs, Undrowned – Black Feminist Lessons from Marine Mammals, 2020. [7] Hiermee onthul ik een goed bewaard geheim, al is het eerder gedeeld door David Graeber, The Utopia of Rules – On Technology, Stupidity, and the Secret Joys of Bureaucracy, 2015, p. 89. Dit essay van Marina Lacroix kreeg een eervolle vermelding bij de Gaia-essaywedstrijd 2022. De zes beste essays zijn gebundeld in het boekje ‘Het kapitalisme voorbij’, verkrijgbaar bij uitgeverij Van Gennep. Ook dit jaar wordt de Gaia-essaywedstrijd georganiseerd. Geïnspireerd op het boek 'Donuteconomie' van Kate Raworth (over een economie die sociale ondergrenzen en planetaire bovengrenzen eerbiedigt) is het thema ‘Hoe ziet jouw ideale donut eruit?’ Inzenden kan tot 25 maart 2023. Alle info bij het Wetenschappelijk bureau Groenlinks. Dit artikel verscheen in de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Door: Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg
Foto: Foto Miki (cc)

Samen werken

COLUMN - Werk en privé, die zijn gescheiden. Werk mag best leuk en interessant zijn, anders is het moeilijk vol te houden. Maar het is iets anders dan mijn privéleven. Dat is sociaal, fun, echt leven en meer.
Tot ik ineens maanden niet meer fysiek op mijn werk kon zijn. Negen maanden thuiswerken, slechts 5 keer op kantoor klant geweest.

En toen werd me pas duidelijk hoe een wezenlijk onderdeel werk is van mijn sociaal leven. De interactie met collega’s, in het eggie, van dichtbij, met fysiek en mimiek en al, dat voedt mijn menszijn. Ik ben een sociaal dier. Ook op mijn werk.
En op mijn werk ben ik ook een privépersoon. Ik heb het over mijn familieleven, over scheiding, over voetbal, over de verbouwing, over van alles. Er is nauwelijks verschil met mijn privéleven. En ik laaf me er aan. Ik haal er energie uit. Ik leef.
En dat voel ik nu pas goed, nu ik weer naar zestien tegeltjes met nauwelijks zichtbare gezichten zit te staren.

Ik smacht naar ze, ik zou mijn collega’s nu direct om de hals vliegen en knuffelen. Al mijn terughoudendheid het raam uit. Ik wil weer SAMEN werken!

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het Progressief Pessimisme van Ewald Engelen

COLUMN - Van je vrienden moet je het maar hebben. In zijn laatste column op Follow the Money boort Ewald Engelende ambitie van de Engelse Jeremy Corbyn om de EU socialer en democratischer te maken bij voorbaat de grond in, en noemt hem naïef. Maar… wie is er nu naïef?

Ewald Engelen is een bekend en scherp euro-criticus, maar gelooft niet in verbetering. Hij put zich uit in bewijs dat dit een illusie zou zijn, en valt grofweg terug op twee argumenten: ten eerste dat de EU zich de laatste decennia nu juist bijzonder neoliberaal gedragen heeft, en ten tweede dat dit gedrag inmiddels vastligt in verdragen die niet zo makkelijk te veranderen zijn.

Maar resultaten uit het verleden bieden niet altijd garanties voor de toekomst, ook in dit geval. Bovendien is het in het verleden ook wel eens anders gegaan. De verzorgingsstaat van weleer die nu wordt afgebroken door neoliberale sloopdrift is immers ook ooit ontstaan. Daarbij vergeet Engelen maar al te gemakkelijk wat de EU betekend heeft voor de mensenrechten – misschien niet in dit land, maar in Zuid- en vooral Oost-Europa des te meer.

En het is zeker waar dat verdragen niet makkelijk te veranderen zijn, maar daartegenover staat dat juist nu meer en meer blijkt dat die verdragen niet in steen zijn uitgehouwen. Zelfs het Schengenverdrag wordt momenteel ter discussie gesteld, waar daar altijd het grootste taboe op lag. Dus waarom zou het niet kunnen dat een brede Europese progressieve beweging uiteindelijk op lange termijn de EU herontwerpt? Het ‘neoliberalisme’ waar zowel Corbyn als Engelen zich tegen kant is zich in ieder geval steeds verder en verder vast aan het draaien.

Foto: copyright ok. Gecheckt 15-11-2022

Mogen wij jullie verzoeken

COLUMN - Ergens in onze gemeente ligt een bedrijventerrein zoals er dertienhonderd in een dozijn passen: saai, ongeïnspireerd, doods en zowel stedenbouwkundig als architectonisch gespeend van iedere denkbare vorm van originaliteit. Daar werk ik. Helemaal achterin dat bedrijventerrein, aan het einde van onze straat, zit Avery Dennison.

Ik heb geen idee wat ze daar maken. Het bedrijf zit in een potdichte plaatstalen kubus in vergelijking waarmee alle andere gebouwen op het bedrijventerrein hip-hop-Art Nouveau met een postmoderne twist lijken. Wat voor soort mensen daar zoal komen, zou ik ook niet weten: er staan nooit veel, maar wel wisselende hoeveelheden auto’s op het parkeerterrein, dus er zullen wel mensen af- en aankomen, maar waarvoor is me onduidelijk. Op de website lees ik dat Avery Dennison a global leader in labeling and packaging materials and solutions is. Dat is taalkundig al net zo origineel als de architectuur van de lichtblauwe kubus.

Een paar maanden geleden is aan de afzondering van het eenzame bedrijf nog wat extra toegevoegd. Rond de parkeerplaats bij de kubus is een fors hek gezet met een op afstand bedienbare poort met intercom. Mensen die op het bedrijventerrein werken en met de trein komen, maken gebruik van een voetpad dat aan het einde van onze straat begint, precies bij de parkeerplaats. Ze staken vroeger af over die parkeerplaats en moeten nu dus omlopen. De parkeerplaats stond nooit vol, daarvoor was het gewoon niet druk genoeg daar achterin het bedrijventerrein. Er is al jaren geen hangjongere gesignaleerd, daarvoor is het te ver weg van de bewoonde wereld. Het moesten dus wel die naar hun werk lopende forenzen zijn, dacht ik. De mensen van Avery Dennison zijn kennelijk op hun rust en orde gesteld.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Gerard Stolk (cc)

Kadaverdiscipline, cliëntelisme en uitsluiting

ANALYSE - Doodeng was het, de manier waarop de spoedvergadering van de PvdA-fractie met Selçuk Öztürk en Tunahan Kuzu eindigde. “Moge Allah je straffen,” beet Öztürk zijn fractiegenoot Ahmed Marcouch toe. Een symbolisch moment dat volgens een aantal fractieleden het breekpunt vormde. Samsom greep het bij RTL Late Night met beide handen aan: het was volgens hem ‘bedreigend’ geweest. De twee fractieleden hadden zichzelf als fundamentalisten in feite buiten de seculiere PvdA geplaatst. Hij moest de orde van de sociaaldemocratische waardengemeenschap verdedigen. Het maakt ook in één klap duidelijk waar dit om gaat: Turkse Nederlanders die hun buitenlandse groepsbelang boven het algemene nationale belang plaatsen.

Fractieberaad

Wat gebeurde er nu eigenlijk? Op donderdagavond kwam de PvdA-fractie in de Tweede Kamer bijeen in een spoedvergadering die uitliep op het vertrek van Öztürk en Kuzu uit de fractie, hetzij op eigen initiatief, hetzij gedwongen door de meerderheid van de fractie. Ze waren niet bereid om eerder geuite kritiek op partijgenoot en minister van integratie Lodewijk Asscher in te trekken en zich te conformeren aan de partijlijn op het gebied van integratie. Daarover had het fractiebestuur eerder die avond met partijvoorzitter Hans Spekman vergaderd, en dat had een verklaring opgeleverd die de dissidenten moesten ondertekenen. Dat weigerden ze, en ook het aanbod van Samsom om namens hen te verklaren dat er één partijlijn was en dus geen kritiek vanuit de fractie op Asscher, sloegen ze af.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | Alles goed?

COLUMN - Twee woordjes die dagelijks uit miljoenen kelen van mensen in Nederland komen. Helaas meestal geen vraag uit interesse. Zelfs niet eens een echte vraag. Wel een korte oneliner, vermomd als vriendelijk gebaar naar degene aan wie je het vraagt. En we doen het allemaal. Vaak onopgemerkt. We denken hiermee vriendelijk te zijn en aandacht te hebben voor de ander. Maar is dat ook zo?

Iedereen herkent waarschijnlijk de situatie: Je loopt op een willekeurige plek, op een willekeurig moment. Opeens kom je iemand tegen die je (her)kent. Op dat moment kun/moet je razendsnel iets bedenken om te zeggen. Enkele voorbeelden: “Hey, das lang geleden!” (afhankelijk van de blijheid die het met zich meebrengt om die persoon weer te zien, maak je een keuze hoe vriendelijk je hierbij kijkt) of “Wat een weer weer, he?!” (kan altijd, zowel in positieve als in negatieve zin) of “Jij ook hier?” (dat zie je toch, knakworst!) of, daar komt ‘ie: “Alles goed?” Meestal komen deze vraagzinnetjes naar buiten, als vervanging van het traditionelere “hallo” of “hoi.” Net even wat meer variatie in de Nederlandse begroetingswereld dus. Maar allen even ondoeltreffend en nietszeggend.

Toch is er op zich niets mis mee natuurlijk. Beter dit, dan iemand compleet negeren of net doen alsóf je iemand compleet negeert. Maar de frequentie van het quasi-interesse-hebbend vragen of alles goed is, verdient ook geen schoonheidsprijs. We leven tenslotte in een nare wereld, die bol staat van de recessies, armoede, ziektes en onverdraagzaamheid. Een wereld waar bij niemand ALLES goed kan zijn. Onmogelijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Anders nog iets? | Hoge cijfers geen garantie voor een gelukkige toekomst

COLUMN - De hedendaagse maatschappij schreeuwt meer dan ooit om mensen met een goed ontwikkeld EQ. Dat het Emotioneel Quotiënt een grote inhaalslag aan het maken is, ten opzichte van het Intelligentie Quotiënt (IQ), is voor veel bedrijven allang bekend. Zo vragen ze bijvoorbeeld bij Google tijdens sollicitatierondes niet meer naar diploma’s en bijbehorende cijferlijsten van de sollicitanten. Ook gecompliceerde ‘breinbrekers’, waar de sollicitanten zich voorheen ter plekke over moesten buigen, worden al een tijdje achterwege gelaten.

Laszlo Bock, een topman bij Google, zei ooit dat ‘een enkel academische wereld, een kunstmatig aangeleerde wereld is.’ Hij vindt het veel interessanter voor zijn bedrijf, wanneer mensen op zoek zijn naar een antwoord dat niet overduidelijk vastligt en als enige waarheid wordt gezien. In deze context is het dan ook geen vreemd gegeven, dat het onderwijs steeds meer zal gaan inspelen op deze ontwikkelingen.

Van oudsher wordt er nog altijd gedacht en verwacht dat de vakken, zoals wij die hebben geleerd op de middelbare school, gelden als norm voor het wel of niet slagen in de maatschappij. Echter, een zo hoog mogelijk genoten opleiding staat niet (meer) garant voor een succesvol leven, waarin een baan op hoog niveau helaas nog vaak als gelukzalig wordt gezien.

Foto: Marina Noordegraaf (cc)

Schuldhulp in Doetinchem | deel 3

REPORTAGE - Sjors van Beek liep voor de Groene Amsterdammer een week mee op de schuldhulpafdeling in Doetinchem. ‘Ik druk mijn eigen kinderen op het hart: zorg dat je nóóit afhankelijk wordt van de Belastingdienst of het UWV, zorg dat je niet in de wereld van de formulieren belandt.’ Vandaag deel 3 van de driedelige serie over schuldhulpverlening. (Deel 1 is hier te lezen, deel 2 hier).

Twee dagen later stuitert de 28-jarige Dave de spreekkamer binnen voor een ‘meldgesprek’: een eerste korte ontmoeting voor een globale analyse van de situatie. Al vijf jaar in de bijstand, 30.000 euro schuld. ‘Impulsieve aankopen op krediet, een computer, een muziekinstallatie, je kent het wel’. Nu wil hij schoon schip maken. Maar een schuldregeling waarbij hij wekelijks nog maar 50 euro leefgeld krijgt? ‘Kan niet, man! Ik moet shag hebben om te roken en ik ben een grote eter. Enne, ik blow me knetter’. Klantmanager Jochem van Dijk: ‘We kunnen je helpen, maar je zult toch echt werk moeten zoeken dan’.

Het zijn de uitzonderingen, vertellen de schuldhulpverleners. Klanten met een gat in hun hand en weinig realiteitszin komen ze niet zo veel tegen. Veel vaker stuiten ze op kwesties van scheidingen, werkloosheid, ziekte waardoor mensen in de financiële problemen raken. Zoals dat gezin in een welvarende nieuwbouwwijk aan de rand van Doetinchem. Marcia (35) werkt zelf bij de gemeente maar haar tijdelijk contract loopt af. Haar man Emiel (41) zit thuis als gevolg van een zware depressie. Hij wil omscholen naar de zorgsector maar krijgt na een mislukt traject geen hernieuwde toestemming meer van de bijstand. Hij moet productiewerk gaan doen ‘maar dat kan ik geestelijk niet aan, dan stort ik weer in’. Totale schuld: 13.000 euro, grotendeels door een doorlopend krediet, de rest door te lang doorgelopen kinderopvangtoeslag.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Marina Noordegraaf (cc)

Schuldhulp in Doetinchem | deel 2

REPORTAGE - Sjors van Beek liep voor de Groene Amsterdammer een week mee op de schuldhulpafdeling in Doetinchem. ‘Ik druk mijn eigen kinderen op het hart: zorg dat je nóóit afhankelijk wordt van de Belastingdienst of het UWV, zorg dat je niet in de wereld van de formulieren belandt.’ Vandaag deel 2 van de driedelige serie over schuldhulpverlening. (Deel 1 is hier te lezen).

De Belastingdienst gaat bijna altijd akkoord met een schikkingsvoorstel door de gemeente, vertelt teamleider Jolanda Toepoel (45). ‘Maar heel vaak veroorzaakt diezelfde dienst mede de problemen aan de voorkant’. Teveel uitgekeerde toeslagen worden zonder pardon ingehouden via beslag op de uitkering. De beslagvrije voet, dat deel van het inkomen waar niemand aan mag komen, wordt daarbij met grote regelmaat geschonden. Is er daarna geen geld meer voor de huur? Kwestie van pech gehad.

Ook deurwaarders, voor wie het innen van schulden gewoon handel is, maken zich hier debet aan, concludeerde de Nationale Ombudsman onlangs nog: ‘Er zijn onvoldoende waarborgen om mensen om mensen met schulden te beschermen tegen een te ruwe greep in hun huishoudbeurs door deurwaarders’.

Bij de Belastingdienst gaat het vaak over teveel uitgekeerde toeslagen, toegekend op basis van schattingen vooraf. ‘Ik durf te stellen dat in vijf van de acht dossiers mensen gewoon zijn vastgelopen in het systeem, dat het een technische formulierenkwestie is’, zegt Toepoel. ‘Dan staat ergens een vinkje verkeerd of zijn ze vergeten iets door te geven of aan te vragen, en dan hebben ze een maand gewoon geen geld. Door de crisis hebben ze geen vet meer op de ribben en dan verzuipen ze. En kloppen bij ons aan’. Laatst nog, moesten mensen hun rekeningnummer nogmaals aan de Belastingdienst doorgeven, ook als er niks veranderd was. Wie niet reageerde, kreeg pardoes geen toeslag meer. Of nog zoiets: wie in de ziektewet belandt, krijgt nog maar per week uitbetaald. Maar de huur wordt wèl ineens afgeschreven. Het gat mag de afdeling schuldhulpverlening dichten. Doetinchem werkt aan een lokaal voorschotfonds voor dit soort noodgevallen. ‘Maar als Belastingdienst, UWV en gemeente nou eens bij elkaar in de bestanden mochten kijken en konden zien wat er al aan beslagen loopt, zouden we een hoop problemen voorkomen’, verzuchten de Doetinchemse ambtenaren.

Foto: Marina Noordegraaf (cc)

Schuldhulp in Doetinchem | deel 1

REPORTAGE - Sjors van Beek liep voor de Groene Amsterdammer een week mee op de schuldhulpafdeling in Doetinchem. ‘Ik druk mijn eigen kinderen op het hart: zorg dat je nóóit afhankelijk wordt van de Belastingdienst of het UWV, zorg dat je niet in de wereld van de formulieren belandt.’ Vandaag deel 1 van de driedelige serie over schuldhulpverlening.

Een willekeurige week in een willekeurige gemeente: Doetinchem. In totaal tien mensen in financiële nood worden gevolgd terwijl ze contact hebben met de gemeentelijke afdeling ‘schuldhulp’. Vrijwel allemaal melden ze moe te zijn. Murw. Moedeloos. Niet alleen vanwege de schulden, maar zeker ook vanwege het ondoorgrondelijke, kille systeem waarin ze gevangen zijn geraakt.

Ze maken de post niet eens meer open, vertellen ze bijna zonder uitzondering. Ze hebben ‘papierangst’, zijn bang voor de volgende envelop. Meerdere personen kunnen in de spreekkamers hun tranen niet meer bedwingen. Ze zijn òp van de zenuwen. Ze zijn gesloopt.

Aan het einde van de week velt PvdA-wethouder Steven Kroon een hard oordeel: ‘Het is helaas waar, het is een complete chaos. De instanties tuimelen over elkaar heen, mensen raken volledig verstrikt in de regels. We hebben in Nederland een rete-ingewikkeld systeem gecreëerd, ik noem het de Nederlandse ziekte. Als lokale wethouder breek ik dat niet zomaar af, ik kan slechts mijn best doen om het lokaal zo eenvoudig mogelijk te maken’.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Volgende