Activisme in een digitale samenleving
Richard Stallman, voorvechter van vrije software, praat over het belang van activisme in een digitale samenleving en het belang van delen via internet.
Linkse partijen gebruiken vooral morele argumenten om tegen inkomensongelijkheid te protesteren. Is dat wel verstandig, vraagt Matthijs Rooduijn zich af. Tijdens de crisis is de ongelijkheid in Nederland groter geworden, zo berichtte de Volkskrant afgelopen weekend naar aanleiding van cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS). De rijkste 1 procent in ons land beschikt over maar liefst een kwart van het totale vermogen. Een half jaar geleden schreef dezelfde krant ook al uitvoerig over de groeiende ongelijkheid in ons land. Het Amsterdamse Instituut voor Arbeidsstudies (AIAS) had namelijk berekend dat sinds 1977 de 10 procent minst verdienende huishoudens er qua reëel inkomen 30% op achteruit waren gegaan. En dat terwijl het met de andere inkomensgroepen juist steeds beter ging. Beide berichten leidden tot nogal wat verontwaardigde reacties. SP-leider Roemer riep bijvoorbeeld meteen op de kloof tussen arm en rijk te verkleinen. Opvallend is dat vrijwel alle reacties op de cijfers van het CBS sterk normatief geladen zijn. De (linkse) teneur: een zichzelf respecterende verzorgingsstaat zou het niet moeten toestaan dat de sociaaleconomische verschillen tussen burgers zo groot zijn.
Richard Stallman, voorvechter van vrije software, praat over het belang van activisme in een digitale samenleving en het belang van delen via internet.
Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.
ACHTERGROND - Mensen die het woord onbehagen hanteren, hebben het nooit over zichzelf. Het is altijd de ander die het onbehagen voelt. Sterker nog, het is vaak de tegenstander. Niemand zegt: ik ben tegen het boerkaverbod uit onbehagen. Wel kun je straffeloos beweren: de steun voor het boerkaverbod komt voort uit onbehagen.
Een ding is duidelijk: een verklaring die alleen voor anderen geldt, nooit voor jezelf, die verklaring deugt niet. De term onbehagen is een diskwalificatie vermomd als diagnose. Zelf handel je op basis van inzichten en argumenten. De ander handelt op basis van onbehagen. Oftewel, je kunt zijn inzichten en argumenten niet serieus nemen, ze zijn een pose of op zijn best een gebrekkige vertolking van een onderliggende emotie, angst of onvrede. Door de positie van de ander te duiden met het concept ‘onbehagen’ heeft jouw positie automatisch gewonnen, als een voetbalwedstrijd waarbij de tegenstander niet komt opdagen.
Dat burgers geen risico’s meer willen accepteren, is een mythe
Ook de staat heeft hier een handje van, zeker op het gebied van risico’s. Ze praat over onbehagen als verklaring voor het verzet van burgers tegen wenselijke vernieuwingen, zoals nieuwe hoogspanningsleidingen, CO2-opslag of de slimme elektriciteitsmeter. Het verhaal van de staat gaat ongeveer als volgt: burgers verzetten zich tegen projecten met hele bescheiden risico’s. Waarom? Omdat ze geen tolerantie meer hebben voor risico’s. De onmacht van de mens tegenover het noodlot willen ze niet langer onder ogen zien. Van de overheid eisen ze daarom bescherming tegen dat onheil.
RECENSIE - Is er een alternatief voor de huidige data-gedreven samenleving? Jaron Lanier geeft er in zijn nieuwe boek Who Owns The Future een interessante visie op.
Eind jaren ’80, begin jaren ’90 stond de naam van Jaron Lanier gelijk aan virtual reality. Lanier was een pionier op dit gebied, wat door hype en hoop werd omgeven. De beloften van de nieuwe digitale wereld lonkten en Lanier maakte de eerste stappen. Een jaar of 20-30 later is Lanier stukken veel minder optimistisch ove’r de mogelijkheden die de digitale netwerksamenleving heeft gebracht. Dat bleek al uit zijn kritiek op user-generated content in You are not a Gadget (2010) en nu ook in zijn nieuwste boek Who owns the Future.
“Who owns the future” bouwt hier en daar voor op het vorige boek, maar gaat nog een flinke stap verder. Lanier doet een ideologisch relaas over hoe, door de architectuur van hedendaagse digitale netwerken, onze economie in grote problemen komt. Door het digitale-efficiëntiedenken verdwijnen de banen en zekerheden van de economische middenklasse, en concentreren data, geld en macht zich bij centrale servers van de mensen met de beste computers en de slimste programmeurs. Siren servers, zoals Lanier ze noemt.
De manier waarop het moderne internet is ingericht zorgt ervoor dat alleen deze siren servers geld verdienen aan de waardevolle informatie die op het web wordt gecreëerd. Zij monitoren en verzamelen alle informatie die over het netwerk wordt verstuurd. De servers die op het hoogste overzichtsniveau informatie verzamelen, creëren de meeste waarde en hebben de macht om de markt naar hun hand te zetten. Dit zijn de bekende internetreuzen zoals Google, Facebook en Amazon, maar ook de verzekeraars en supermarktketens als Wal-Mart die informatie over klanten verzamelen. De siren servers verdienen miljarden, maar de makers van de informatie worden hier niet voor gecompenseerd. Een succesvolle informatie economie kan volgens Lanier niet functioneren op dit principe waarin een kleine groep grof geld verdient aan informatie, terwijl de rest van de samenleving het gratis weggeeft.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
Undercover in Brussel: homokoppels die hand in hand over straat lopen blijven zeer harde reacties over zich heen krijgen.
ANALYSE - Voor het eerst sinds begin 2008 worden Nederlanders meer in beslag genomen door economische problemen dan door de problemen van het samenleven ofwel de omgangsvormen. Hoe weten we dat en wat betekent het? Paul Dekker en Josje den Ridder van het Sociaal Cultureel Planbureau onderzochten het.
Begin 2008 startten we ons Continu Onderzoek burgerperspectieven. Sindsdien wordt elk kwartaal aan een representatieve steekproef van Nederlandstaligen gevraagd: ‘Wat vindt u op dit moment de grootste problemen in ons land? Waar bent u zeer negatief of boos over of waar schaamt u zich voor als het om de Nederlandse samenleving gaat? Wilt u met enkele trefwoorden de belangrijkste problemen aangeven?’ Door te verwijzen naar boosheid en schaamte vermijden we dat mensen de vraag als een kennisvraag gaan beantwoorden (‘wat was ook alweer het grootste probleem?’).
Negen op de tien ondervraagden kan minstens één onderwerp bedenken op de vraag naar wat goed gaat in het land. Dat lukt minder goed als de respondenten gevraagd wordt waar ze trots of blij over zijn; ongeveer twee derde geeft dan één of meer onderwerpen aan. De zorgen over omgangsvormen en samenleven groeperen we in één categorie, hetzelfde doen we met zorgen over economie en inkomen.
COLUMN - Vorige week besprak Paul Teule een deel van het boek ‘Geld en duurzaamheid: van een falend geldsysteem naar een monetair ecosysteem’ van Bernard Lietaer. Vandaag deel 2, over de waarde van complementaire munten.
In ‘Geld en duurzaamheid’ komt een aantal alternatieve, of beter: complementaire valuta aan bod, die de diversiteit en dus de veerkracht van het ‘monetaire ecosysteem’ ten goede zou moeten komen. Lietaer bespreekt er negen: Doraland, Wellness Tokens, Natuurlijk Sparen, C3, TRC, Torekes, Biwa Kippu, Civics en Eco’s. Het is niet helemaal duidelijk waarom hij nu deze negen initiatieven eruit pikt en bijvoorbeeld niet WIR of Ithaca hours, die hij in zijn andere boeken wel bespreekt, maar het zijn goede illustraties van wat alternatieve munten kunnen betekenen voor een economie.
Voor Lietaer bestaat de veerkracht die complementair geld realiseert uit het tegenwicht dat het biedt tegen ‘officieel’ geld. Officieel geld is vaak of teveel of te weinig beschikbaar (werkt dus pro-cyclisch), complementaire munten kun je ook gebruiken als overheidsbudgetten krap zijn of banken (of bedrijven) ons of elkaar niet meer van financiering kunnen voorzien. Officieel geld maakt mensen individualistischer, lokale munten zorgen voor binding. Officieel geld, dat rente draagt, heeft de neiging te accumuleren bij een beperkte groep, complementaire valuta bereikt juist ook de kansarmen.
Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.
In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
OPINIE - Wie tijd en liefde krijgt, kan zich losmaken van de maatschappelijke norm en daarmee de wereld veranderen, zegt Seth Lievense, blogger voor maatschappelijke verandering en duurzaamheid.
De samenleving lijkt te verharden en liefde voor de medemens steeds moeilijker op te brengen. We verbazen ons erover, keuren het af en leggen de schuld bij het verknipte individu. Inlevings- en inbeeldingsvermogen stellen ons echter in staat de omstandigheden van de omgeving -ouders, school, vrienden- en de vroegere omstandigheden mee te nemen. Empathie leert ons vragen welke maatschappelijke verantwoordelijkheid we zélf dragen voor zijn of haar actie. Wat is de rol van empathie en liefde in onze westerse samenleving? En wat impliceert liefde eigenlijk? Is het een vervlogen droom van de jaren ’60 of heeft ze onze westerse samenleving nog veel te leren?
Liefde betekent veel meer dan ons enge huidig culturele begrip ervan. Zo kenden de Grieken kenden naast eros, de romantische liefde zoals wij haar kennen, ook nog philia en agápe. Philia beslaat de intieme band tussen vrienden, vriendschappelijke liefde, en werd hoger gewaardeerd dan eros. Ze bood houvast in het leven. Agápe was in de ogen van Martin Luther King de belangrijkste vorm van liefde en beslaat een onvoorwaardelijke liefde naar eenieder, naar de medemens. Vanuit deze brede benadering van liefde kijken we naar begrip en empathie en het belang hiervan voor maatschappelijke verandering.
COLUMN - Een sociaal leenstelsel voor studenten is niet sociaal. Het is een middel dat past in een ieder-voor-zich-wereld.
Voor onze minister van Onderwijs is het allemaal heel simpel. Als je gaat studeren, ga je later ook meer verdienen en dus is het logisch dat je investeert in je toekomst en geld leent om je studie te kunnen bekostigen. Chesterton zei het al: ‘logic is the hallmark of the madman.’
Er zijn twee dingen mis met de bewering dat een hogere opleiding leidt tot een hoger inkomen. Het klopt niet en het deugt niet. Wat dat eerste betreft: statistisch zal het best waar zijn dat mensen met een hogere opleiding gemiddeld (hier staat het toverwoord) meer verdienen dan mensen met een lagere opleiding. Toch ken ik in mijn omgeving uitsluitend academici die van aanzienlijk minder moeten leven dan mensen die -zeg maar- een echt vak geleerd hebben, zoals loodgieter of timmerman.
Mijn ouders -geen van beiden academisch opgeleid, maar wel hoger beroepsonderwijs gehad- wilden niet geloven dat ik -wel academisch opgeleid- eerlijk was over mijn inkomen. Zo weinig als ik verdiende -in een functie waarvoor zo’n opleiding ook nodig was- dat kon in hun ogen niet waar zijn. Decennialang hebben ze gemeend dat ik mezelf zieliger voordeed dan ik was om af en toe bij ze te kunnen aankloppen -wat ik trouwens nooit heb gedaan, maar dat terzijde.
Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.
Dat kan! Sargasso is een collectief van bloggers en we verwelkomen graag nieuw blogtalent. We plaatsen ook regelmatig gastbijdragen. Lees hier meer over bloggen voor Sargasso of over het inzenden van een gastbijdrage.
OPINIE - Wanneer is het gebruik van geweld legitiem? Daarover debatteerden Ruud Welten en Hans Achterhuis vorige week in Utrecht. Ook schreven zij essays om hun standpunt duidelijk te maken, die verschenen in Trouw en hier op Sargasso. Maar zowel Welten als Achterhuis zaten fout, denkt Mihai Martoiu Ticu.
Ruud Welten en Hans Achterhuis debatteren over geweld. Ze zijn allebei fout. In mijn masterscriptie in filosofie betuigde ik dat we een Internationaal Hof voor Mensenrechten moeten oprichten. In deze rechtbank moeten alle individuen alle staten kunnen aanklagen.
Waarom? Om twee redenen: Ten eerste omdat een rationeel concept van rechtvaardigheid dit vereist. Ten tweede, zonder rechtbank is iedereen vrij om te doen wat hij wil, inclusief geweld gebruiken.
Een voorbeeld
Neem bijvoorbeeld de Duitser Khalid El-Masri. De CIA heeft hem ontvoerd, naar Afghanistan gevlogen, verkracht en maandenlang gemarteld. Daarna ontdekte men dat ze de foute persoon hadden: hij had dezelfde naam als iemand op hun lijst. Ze hebben El-Masri inmiddels in Macedonië gedumpt.
El-Masri heeft oneindig in Amerikaanse rechtbanken gevochten, maar de Amerikaanse rechters mogen geen oordeel geven over buitenlandse politiek. El-Masri kan de VS ook niet in Duitsland of elders aanklagen, want staten zijn immuun in de rechtbanken van andere staten.Er bestaat geen internationaal hof waar individuen staten kunnen aanklagen. Maar waarom niet? Australië knokte vanaf 1946 vijf jaar lang voor het oprichten van een Internationaal Hof voor Mensenrechten, maar het werd afgekeurd door de veto-nomenklatoera: de Sovjets, de Britten, de Fransen en de Amerikanen.