Een republiek is niet vanzelf democratischer
OPINIE - In de afweging tussen monarchie en republiek wordt vaak gesteld dat erfopvolging minder democratisch is. Op die opvatting valt wel wat af te dingen.
In een eerder stuk over de republiek werd ik uitgedaagd zelf eens met een alternatief te komen. Bij deze een poging. Eerst maar de principiële premisse: mijn ideaal is de afschaffing van alle staatsvormen. Dat maakt de afweging tussen monarchie en republiek een pragmatische zaak, een keuze tussen twee kwaden. Ik kijk vooral naar de mate waarin macht duurzaam gespreid wordt. Daar beginnen meteen de pragmatische dilemma’s.
Een verkiezing is een momentopname. De bevolking geeft in Nederland nu een mandaat aan een groep mensen die namens haar besluiten gaat nemen – zonder last van ruggespraak, die macht ben je dus voor een periode kwijt als kiezer. Je kunt alleen maar hopen dat ze een beetje gaan doen wat ze beloofd hebben. Hoe kleiner de groep vertegenwoordigers, hoe minder pluriform de besluiten tot stand komen en hoe minder de bevolking zich in haar vertegenwoordigers zal herkennen. Kies je één persoon dan is van pluriformiteit geen sprake meer. Het opent ook de weg naar machtsmisbruik, omdat de gekozene een persoonlijk mandaat ervaart en op grond daarvan minder hoeft te luisteren naar zijn directe omgeving. Dat is een ernstige beperking van de vertegenwoordigende democratie. Verkiezingen zijn geen zaligmakende manier om te zorgen dat de machthebbers de wil van het volk daadwerkelijk volgen.