De verjaring voorbij
Het vonnis over de slachtpartij in Rawagedeh, Indonesie, verrastte vriend en vijand. Het is een moedig vonnis, analyseert RdG van Publiekrecht & Politiek. Maar het laatste woord is er nog niet over gezegd.
Terwijl oorlogsmisdadiger Ratko Mladic nog maar net overgebracht was naar Scheveningen, werden toehoorders in het Haagse Paleis van Justitie geconfronteerd met een drama dat net zo goed in Bosnie had kunnen zijn voorgevallen. Aan de orde was echter een wat verder verleden: 9 december 1947, Rawagedeh, Indonesie.
De feiten zijn inmiddels bekend. Op die dag is bijna de gehele mannelijke bevolking van het dorp omgebracht door Nederlandse militairen, die op zoek waren naar een onafhankelijkheidsstrijder – zonder die overigens aan te treffen. Nooit is besloten tot vervolging – ook niet nadat dit in 1995 andermaal door het OM was onderzocht: vervolging zou op niet-ontvankelijkheid stranden, van uitstel komt afstel.
Zou er niet tevens een vordering uit onrechtmatige daad mogelijk zijn? Op 8 september 2008 stelden tien eisers de Staat aansprakelijk voor hun geleden schade. Acht eisers zijn familieleden van de geëxecuteerde mannen, één eiser raakte gewond maar overleefde het bloedbad en de laatste is een stichting die opkomt voor de belangen van alle overige benadeelden. Vorige week werd het vonnis bekend gemaakt.