Radicaal rechts is verre van eensgezind
Alsof er niets anders te melden was over de Europese verkiezingen bleven de media de afgelopen weken eenzelfde boodschap eindeloos herhalen: radicaal rechts gaat winnen. We zullen zondag zien in hoeverre dat een selffullfilling prophecy is geworden. In de berichtgeving stonden vooral de nationale leiders van radicaal rechts (Wilders, Le Pen) centraal en niet de Europese kandidaten (Stöteler, Bardella), laat staan de kiezers en hun motieven.
De opiniepeilingen wijzen onmiskenbaar in de richting van een conservatiever Europarlement. Van de middenpartijen die het in het vorige parlement voor het zeggen hadden kan alleen de centrumrechtse EPP op enige winst rekenen. Centrum-linkse en liberale partijen staan op verlies. Aan deze kant van het politieke spectrum mankeert een aantrekkelijk alternatief, zo constateert ook Politico:
Meestal stromen kiezers in tijden van instabiliteit – oorlogen, pandemieën, economische onzekerheid – massaal naar de traditionele machtspartijen. Tegenwoordig zijn deze partijen in veel landen uiteengevallen. Decennia lang hebben Europees rechts en links voor het centrum gevochten, en als twee dronken boksers zijn ze ingestort, waardoor de arena open is gebleven voor nieuwe uitdagers.
Het is nog steeds wachten op de nodige introspectie en reflectie van de machtspartijen in het midden die een opmaat kunnen bieden voor een nieuw elan en herstel van het vertrouwen.