Partij en burger
Het is een zin die in mijn hoofd blijft stuiteren: “De wereld is ingrijpend veranderd, dus we moeten de mensen geen verhalen vertellen.” De kandidaat-leiders van de PvdA knikken er instemmend bij. Maar wat betekent het? Wat is er veranderd en welke verhalen gaan ze ons dan wel vertellen? Lutz Jacobi zwaait met een oud boek en roept dat er een nieuw “Plan van de arbeid” moet komen. Ik geloof het graag, maar waarom en wat staat daar dan in?
In hoeverre doen politieke partijen nieuwe dingen en vertellen zij nieuwe verhalen? De PvdA zoekt via de leden een nieuwe fractieleider. Jan Pronk moppert dat het ongrondwettig amateurisme is, waar hij gelijk in heeft: maar elke week trekt de PvdA in de peilingen voor twee Kamerzetels steun aan! Zou het waar zijn dat de politiek de mensen niet interesseert en dat het alleen gaat om de vorm en niet om de inhoud? Je zou het niet zeggen. Mensen verwachten drama van de politiek, zei Willem Breedveld. Maar wat is er veranderd in de wereld en welke invloed heeft het op de verhalen die verteld moeten worden? Gaan politieke partijen anders om met die veranderingen?
Gravend in mijn Amsterdamse herinnering kom ik de personen tegen: Han Lammers, toen hij nog een relaxte journalist van de Groene was, en nog niet de arrogante bestuurder van later, Hans Gruyters, het scherpste brein dat ik ooit tegenkwam, uitbundig uit het hoofd delen van koningsdrama’s opzeggend tot genoegen van de bierdrinkende omstanders bij Hoppe, Marcel van Dam, voor wie ik werkte, machtspoliticus, maar met een betrouwbaar proletarisch sentiment. Van de soort waren er meer: Jan Schaefer, Frans van der Ven, Peter Lankhorst. Politiek gaat niet zonder personen en sympathie voor elkaar.

