In 1969, de Vietnam oorlog was in volle gang, maakte een hooggeplaatste analist van het Amerikaanse ministerie van Defensie stiekem een set kopieën van een geheim rapport over de oorlog. In het rapport werd de voortgang van de Vietnam oorlog in uitputtend detail op meer dan 7000 pagina’s beschreven. Het was zijn bedoeling de zeer geheime informatie te delen met invloedrijke politici en wetenschappers in de hoop dat dit een einde aan de oorlog zou bespoedigen.
De analist was Daniel Ellsberg, een voormalige officier van het korps mariniers die werkte voor RAND, de denktank van het Pentagon. Door zijn ervaringen in Vietnam en ontmoetingen met dienstweigeraars in de VS raakte hij overtuigd dat de oorlog verkeerd was. Door zijn kennis als insider wist hij ook al dat de oorlog militair onwinbaar was en een stuk minder goed liep dan de Amerikaanse regering haar bevolking wilden doen geloven. De oorlog in Vietnam kostte elke dag ongeveer achthonderd Vietnamezen, waarvan meer dan twee derde burgers, en twintig Amerikaanse soldaten het leven. Een veelvoud hiervan raakte ernstig verwond of verminkt voor het leven.
Op 13 juni 1971 wilde de New York Times een aantal citaten uit de documenten publiceren maar werd door de Nixon regering tegengehouden met een waaier aan juridische en politieke drukmiddelen. Om een doorbraak te forceren las Senator Mike Gravel een flink deel van het document voor in de Senaat. Het voorlezen van 4100 pagina’s duurt een tijdje maar de regels van de Senaat staan niet toe dat een Senator die aan het woord is onderbroken wordt (de zogenaamde ‘filibuster‘). Alles wat de Senator zegt wordt automatisch onderdeel van de handelingen van de Senaat en die zijn openbaar. Het publiek worden van deze informatie was het begin van het einde van de Vietnam oorlog en begin het proces van het terugtrekken van Amerikaanse troepen.