Mensen die we missen: Aaron Swartz

Vandaag, tien jaar geleden, stierf Aaron Swartz. Naar verluidt was hij moe gestreden, kapot geprocedeerd en wilde hij niet langer  leven met het brandmerk ‘misdadiger’. Zijn betekenis voor het internet en dus voor ons: Op 14-jarige leeftijd co-auteur van RSS versie 1.0. Nam deel aan een werkgroep van het World Wide Web Consortium om te helpen bij de ontwikkeling van gemeenschappelijke gegevensformaten die op het World Wide Web worden gebruikt. Was een van de eerste architecten van Creative Commons en ontwikkelaar van de Internet Archives' Open Library. Richtte softwarebedrijf Infogami op dat later fuseerde met de online nieuwssite Reddit, waar hij mede-eigenaar van werd. In 2008 richtte hij Watchdog.net op. Doel: meer politieke transparantie. Die website lijkt niet meer te bestaan. Startte in 2010 Demand Progress op en voerde campagne tegen twee internetcensuurwetten (SOPA/PIPA). Dat jaar begon hij aan Harvard University's Edmond J. Safra Centrum voor Ethiek  ook een onderzoek naar de invloed van ‘het grote geld’ op instellingen, politiek en publieke opinie. Als internetactivist streefde Aaron Swartz naar het gratis beschikbaar maken van overheids- en academische gegevens voor het publiek. De luis in de pels, de ‘pain in the ass’, werd vervolgd voor het openbaar maken van allerlei gegevens die tot dan voor het publiek onbereikbaar waren: In 2009 stelde de FBI een onderzoek naar hem in wegens het publiceren van een deel van de PACER-database. Na twee maanden werd de zaak gesloten zonder strafvervolging. In 2011 werd Swartz beschuldigd van het gebruik van een MIT-computersysteem om talloze academische artikelen te downloaden van het online archief JSTOR. Ondanks dat JSTOR geen aanklacht indiende, werd Swartz aangeklaagd voor 13 misdrijven. De justitiële aanklagers weigerden elke schikkingsvoorstel waarin een gevangenisstraf werd uitgesloten en eisten dat Swartz schuldig zou pleiten aan beschuldigingen van misdrijven. Vooral dat laatste zat Aaron Schwartz enorm dwars en zou mede aanleiding tot zijn dood geweest zijn. Postuum kreeg hij de James Madison Award van de American Library Association omdat hij een "uitgesproken pleitbezorger was voor publieke participatie in de regering en onbeperkte toegang tot collegiaal getoetste wetenschappelijke artikelen". Hij kreeg ook een plaats in de Internet Hall of Fame. Als er een lijst zou zijn van mensen die vandaag de dag erg gemist worden, dan zou Aaron Swartz daar zeker op moeten staan. Zoals zijn vriendin en familie hem bij zijn dood omschreven: Hij gebruikte zijn wonderbaarlijke vaardigheden als programmeur en technoloog niet om zichzelf te verrijken, maar om het internet en de wereld eerlijker en beter te maken Ter herinnering aan Aaron Swartz: de documentaire The Internet’s Own Boy, van regisseur en cineast Brian Knappenberger. https://www.youtube.com/watch?v=9vz06QO3UkQ  

Door: Foto: Sage Ross (cc)
Foto: © Sargasso logo Quack?!

Quack?! Bad information drives out good

ACHTERGROND, BRIEF - Beste Marcel,

In onze reeks over de vraag hoe de media – Sargasso incluis – moeten opereren in dat wonderlijke grijze gebied tussen snoeiharde pseudowetenschap via desinformatie en misinformatie tot de welwillende verspreiding van verouderde inzichten, hebben we een aspect nog niet behandeld dat misschien relevant is. Het mechanisme waarmee bad information drives out good. Ik zal het illustreren met een voorbeeld uit mijn eigen praktijk. Zoals je weet leg ik de culturen uit van de Romeinen, Grieken, Joden, Babyloniërs en Egyptenaren.

Ouwe meuk

Dat is ouwe meuk, zou je denken, waar je je geen buil aan kunt vallen. Helaas zijn er grote groepen mensen voor wie de Oudheid nog altijd actualiteit bezit . Zij kunnen hels worden om sommige wetenschappelijke conclusies. Denk aan Armeens erfgoed in Turkije, denk aan de etniciteit van de oude Macedoniërs, denk aan de Tempelberg. Of denk aan de afrocentristen die claimen dat de oude Egyptenaren zwart waren en dat de Grieken de zwarte erfenis hebben gestolen. Sargasso’s Daan Nijssen schreef er eens over.

Uit eigen land is er een anekdote over een archeoloog die een nare nasmaak overhield aan een avond in Leeuwarden, waar hij had verteld dat de huidige Friezen zich weliswaar associëren met de antieke Frisii, maar dat er geen sprake is van continuïteit. Als een wetenschapper ooit de verspreiding van misinformatie wil onderzoeken, heeft hij met de oudheidkunde de perfecte proefopstelling.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: biblioteekje (cc)

Hertzbergers te late gelijk

OPINIE - Goede column van Rosanne Hertzberger in het Handelsblad, “Belachelijk, al dat onderzoek achter de betaalmuur”. Ze vertelt dat ze weg is gegaan bij de universiteit en nu ineens te maken krijgt met wetenschappelijke betaalsites:

Nu ik zelf met grote regelmaat tegen betaalmuren oploop, realiseer ik me pas hoe belachelijk zoiets is. Gewoon voor mijn column of boek iets opzoeken. Mijn vakgebied blijven volgen. Hoeveel is er eigenlijk bekend over voordelen van borstvoeding na zes maanden? Ik zoek het op en dan staat er “Sign in”. Of “Koop dit artikel voor 35 euro”.

Ik aanschouw het bastion nu van buitenaf. De hele site schreeuwt je toe dat het vooral NIET de bedoeling is dat je dit paper leest. Dat ik daar niet hoor.

Vervolgens herinnert ze eraan dat ze er ooit anders over heeft gedacht en drie jaar geleden zelfs schreef dat ze discussie over open access onzinnig vond. Ik wist meteen waarover ze het had, want dat stukje staat me nog levendig voor de geest. Ze schreef toen:

Ik zou me zeker druk hebben gemaakt over een eventuele betaalmuur voor het artikel als ik de schade ervan zou kunnen inzien – als de inhoud ervan bijvoorbeeld direct van belang zou zijn voor de maatschappij. Dat is niet zo. Dit artikel bestaat uit tien kantjes jargon over een bij u onbekend enzym dat een rol speelt in een bij u onbekend metabolisme van een bij u onbekende melkzuurbacterie. De enige mensen die dit willen lezen, werken aan iets vergelijkbaars bij een bedrijven en universiteiten die een abonnement hebben op dit soort tijdschriften.

Foto: biblioteekje (cc)

“Open access” is onvoldoende

COLUMN - Artikel 1.3.1. van de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek is wat aan de lange kant maar het staat er duidelijk: universiteiten dragen kennis over ten behoeve van de maatschappij. Er staat dus niet: universiteiten verkopen kennis. Er staat ook niet dat universiteiten kennis overdragen aan commerciële uitgeverijen die haar mag verkopen.

Dat betekent dus dat de betaalmuren waarachter wetenschappelijke informatie ligt, er niet mogen zijn. Via de belasting heeft u er al voor betaald en het gaat niet aan dat u een tweede keer moet betalen als u belang stelt in de wetenschap. Dat is niet goed voor het vertrouwen van de burger in het wetenschappelijk bestel. Het is bovendien niet goed voor de maatschappelijke discussie als betrouwbare informatie achter betaalmuren ligt en onbetrouwbare informatie overal te vinden is.

Het is dus een kwestie van welbegrepen eigenbelang én zorg voor het maatschappelijk debat dat de VSNU concludeerde dat betaalmuren principieel onjuist zijn. Het is even terecht dat ze de laatste jaren heeft geijverd voor open access. En nu is het dan zo ver. De Volkskrant meldt:

Vrijdag hebben de Europese ministers van onderzoek en innovatie besloten dat dergelijke ‘open access’ vanaf 2020 de standaard moet zijn. Het besluit maakt een einde aan de huidige betaalmuren bij veel wetenschappelijke uitgevers.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Een halve maatregel

COLUMN - openaccessHet bericht is al een paar dagen oud: de voltallige redactie van het wetenschappelijke tijdschrift Lingua is opgestapt uit protest tegen het beleid van uitgever Elsevier. De achtergrond is dat de redactieleden vinden dat de artikelen beter toegankelijk moeten zijn.

Gelijk hebben ze. Maar het is wel een beetje laat.

De artikelen in wetenschappelijke tijdschriften worden meest aangeleverd door medewerkers van universiteiten, die ook de redactie voeren. Dat is op het randje van de wet – zo niet de letter, dan toch de geest. Hier is artikel 1.3.1 van de Nederlandse Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek:

Universiteiten zijn gericht op het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. In elk geval … dragen zij kennis over ten behoeve van de maatschappij.

Er staat dus niet: “universiteiten dragen kennis over aan een commerciële uitgeverij die de inzichten verkoopt”.

Het gaat bovendien niet om een voorschrift maar om een definitie: een instelling die geen informatie overdraagt is simpelweg geen universiteit. Artikel 1.3.2 zegt hetzelfde maar dan over bijzondere universiteiten. Ook daar is, als ik het goed zie, geen wettelijke basis op grond waarvan medewerkers, als auteur of redacteur, een bijdrage mogen leveren aan publicaties waarvoor de burger moet betalen.

Foto: biblioteekje (cc)

Hoe groot is de ambitie voor Open Access?

ACHTERGROND - Het aantal Open Access-publicaties stijgt fors. Maar om de ambities waar te maken is een andere aanpak nodig, volgens onderzoeker Edwin Horlings.

In november 2013 schreef Sander Dekker, de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, aan de Tweede Kamer: “We hebben de ambitie dat in 2016 zestig procent en in 2024 honderd procent van de Nederlandse publiek gefinancierde wetenschappelijke artikelen Open Access gepubliceerd wordt.” Gaan we dat halen?

In Thomson Reuters’ Web of Science, een van de grote indexen voor wetenschappelijke publicaties, wordt tegenwoordig aangegeven of een publicatie in een Open Access tijdschrift is gepubliceerd. In Open Access tijdschriften stellen wetenschappers hun werk zonder beperkingen beschikbaar aan derden.

Welk deel van de Nederlandse wetenschappelijke output verschijnt inmiddels in Open Access tijdschriften? In 2001-2003 werd gemiddeld één op de honderd publicaties (artikelen, conferentieverslagen, letters, notes en reviews) gepubliceerd in een Open Access tijdschrift. Tien jaar later, in 2011-2013 was dat één op de tien. Dat is nog altijd veel minder dan de beoogde 60 procent. Maar de groei is duidelijk exponentieel.

Wat gebeurt er als we deze groei doortrekken naar de toekomst? Tussen 2001-2003 en 2011-2013 nam het aantal niet-Open Access publicaties jaarlijks toe met 4.9 procent. Het aantal Open Access publicaties steeg met 33.1 procent. Als deze groeicijfers zo blijven, dan wordt de ambitie van de staatssecretaris van zestig procent gehaald in 2024. Pas in 2034 komt het aandeel van Open Access publicaties uit op 95 procent. (In deze berekening wordt de honderd procent nooit bereikt).

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Chandrika Nair (cc)

Kokosnoten en internet

COLUMN - Soms voel ik me net een kokovorist, zo iemand van honderd jaar geleden die van een idealist heeft gehoord dat alle mensen alleen maar kokosnoten moeten eten, en dat de wereld dan een veel gelukkiger oord wordt. En die deze verheven ideologie decennialang in praktijk brengt. En die dan, na al die jaren, ontdekt dat zelfs de idealisten van weleer inmiddels allang aardappelen en biefstuk eten.

Wat de kokosnoot is voor de kokovorist, is het internet voor mij. Ongeveer twintig jaar geleden werd het ‘wereldwijde netwerk van computers’ (zo noemde je dat toen wanneer je er een stukje over schreef, want sommige mensen hadden er nog nooit van gehoord) opengesteld voor particulieren, en ik werd al heel snel gegrepen door de idealen die eraan vast zaten. Gratis kennis voor iedereen die er belangstelling voor heeft! Onbeperkte uitwisseling van informatie! Ieder belangstellingsgebied, hoe klein ook, kan onbeperkt communiceren!

Heimelijk geloof ik nog steeds in die idealen.

Het zou mij een lief ding zijn wanneer inderdaad zoveel mogelijk informatie – in mijn geval: vanuit de wetenschap – gratis toegankelijk wordt. Iemand moet de elektriciteitsrekening betalen, en dat moet dan ook gebeuren, maar ik vind het fijn én nuttig én belangrijk om blogposts en boeken en gefilmde colleges op internet te zetten. Je kunt experimenteren met nieuwe vormen, het kost niet veel om allerlei mensen te bereiken die geïnteresseerd zijn in dezelfde dingen als jij, om met hen in discussie te gaan en daar over en weer van te leren!

Foto: biblioteekje (cc)

Open access: de uitgevers gaan toch weer winnen

COLUMN - Een van de beloftes van het internet, zo’n twintig jaar geleden, was dat het publicatiemogelijkheden zou democratiseren. Ineens kon iedereen zijn eigen krant uitgeven, ineens kon iedere mening gehoord worden, ook al waren er wereldwijd slechts zeven mensen in die mening geïnteresseerd. Ineens konden mensen met heel kleine en gespecialiseerde belangstellingsgebieden met elkaar communiceren. Iets op het internet zetten kostte immers zo goed als niets, en in ieder geval vele malen minder dan iets op papier laten afdrukken.

En dus zou het internet de manier bij uitstek zijn om onderzoeksresultaten – de artikelen en boeken die onderzoekers schrijven, vaak met publieke middelen – gratis voor iedereen toegankelijk te maken. Eindelijk zouden we ons uit de ketenen van de commerciële uitgevers kunnen slaan, die weinig toevoegen aan de producten die we maken, maar daar wel veel geld voor krijgen: uiteindelijk dus ook publiek geld.

Open access heet dat. Maar tot de verbijstering van velen blijkt nu dat begrip twintig jaar na dato eindelijk gemeengoed begint te worden, de commerciële uitgevers daar alsnog een slaatje uit blijken te slaan – en er misschien wel meer geld mee gaan verdienen dan voorheen.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit deze financiële evaluatie van het bedrijf Elsevier dat niet voor niets ’the fading threat of open access’ heet.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Open Access kan eenvoudiger

ANALYSE - Staatssecretaris Sander Dekker wil binnen tien jaar alle wetenschappelijke publicaties publiekelijke toegankelijk maken. Lovenswaardig, maar actie is nodig, schreef Jaap Walhout eerder op deze site. Vandaag een reactie van gastredacteur Aron Beekman, postdoc theoretische natuurkunde op RIKEN, Wako, Japan.

De laatste decennia is er eindelijk schot gekomen in het toegankelijk maken van onderzoeksartikelen en -resultaten. Met de komst van het internet zijn de technische voorwaarden voor open en vrije toegang aanwezig, en als we de wetenschapspraktijk opnieuw zouden beginnen, bestonden tijdschriften in hun huidige vorm niet. Er is dus sprake van traagheid in het systeem en een overgang wordt enkel belemmerd door vastgeroeste patronen.

In een recent artikel zet Jaap Walhout enkele mogelijkheden uiteen voor hoe de overheid publicatie in open access-tijdschriften kan bevorderen, of zelfs uitvoeren. Wat mij betreft is dit een overgecompliceerde, technische oplossing voor een sociaal probleem. Daarom wil ik aan de hand van de praktijk in mijn vakgebied, natuurkunde, waar onderzoekers al twintig jaar open en vrij hun resultaten delen, enkele aanknopingspunten geven die het makkelijker, goedkoper en sneller uitvoerbaar zouden kunnen maken.

De rol van tijdschriften

Eerst wat achtergrond over wetenschapspublicatie. Uitgevers vervullen op dit moment de volgende taken:

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Open Access – de proefballon voorbij graag

OPINIE - Staatssecretaris Sander Dekker maakte afgelopen vrijdag bekend te streven naar volledige open toegang tot wetenschappelijke publicaties binnen tien jaar. Een mooi streven. Maar als wetenschappers niet meewerken, dan wil Dekker hen per wet gaan verplichten om alleen nog in Open Access tijdschriften te publiceren. Over het doel ansich zul je weinig wetenschapper horen klagen. Wel over de mogelijke consequenties.

Als wetenschapper wil je dat je werk zoveel mogelijk impact heeft. Wetenschappers proberen dus hun werk te publiceren in de tijdschriften die er toe doen. Impact-factoren en citaties zijn nu de (perverse) mechanismen waarop de wetenschap draait. Veel van deze top-tijdschriften zitten achter een flinke betaalmuur. Toegang tot deze verzameling van wetenschappelijke output kost ettelijke tienduizenden euro’s per instituut per jaar.

Open access heeft meer nodig dan alleen een doel

Publiceren in open access-tijdschriften begint wel iets gangbaarder te worden, maar is nog omgeven met veel twijfels over de kwaliteit van de tijdschriften. Een paar tijdschriften hebben zich daaraan weten te ontworstelen, zoals de tijdschriften van de Public Library of Science (PLOS), maar dat vergt tijd. Om een overgang naar open access te maken is het nodig dat er voor elk vakgebied voldoende wetenschappelijke tijdschriften met een goede reputatie zijn. Een gevestigd en prestigieus tijdschrift heeft vooralsnog een flinke voorsprong op een vergelijkbaar open access tijdschrift over hetzelfde onderwerp. Bovendien is publiceren in open access tijdschriften niet gratis, bedragen van 3000 dollar om een artikel te publiceren zijn niet uitzonderlijk.

De kosten van alles via open access publiceren, komen daarmee wel een flink stuk hoger te liggen dan de bedragen die universiteitsbibliotheken nu kwijt zijn aan abonnementsgelden. Ook al zou de gemiddelde publicatieprijs dalen naar 1000 dollar, dan komt dat al snel neer op minimaal 25 miljoen euro als extra kostenpost voor het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek. Gaat Dekker dat betalen? Zo niet, dan zou dat een verschraling van het Nederlandse wetenschappelijke onderzoek betekenen omdat dit geld niet meer ingezet wordt voor het doen van onderzoek.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.