Ongeplande effecten van internationale samenwerking

Wat zijn de tien meest ongeplande effecten van internationale samenwerking? Samen met het Centre for Global Challenges van de Universiteit Utrecht heeft Dirk Jan Koch alle evaluaties van de directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) sinds de eeuwwisseling uitgeplozen. Zo kwam hij tot de volgende top 10 met zowel positieve als negatieve punten. 1. Vliegwieleffecten (55 punten) De vliegwiel effecten staan met stip op 1 en steken qua frequentie met kop en schouders boven de rest uit. Bij ongeplande effecten denken we alleen aan negatieve bijwerkingen, maar dat klopt dus niet. Zo kunnen medicijnen ook positieve bijwerkingen hebben: Viagra was oorspronkelijk bedoeld om de bloeddruk te verlagen. Vliegwieleffecten treden op als een interventie een positieve kettingreactie in beweging zet waardoor uiteindelijk meer bereikt wordt dan verwacht. Zo ook in internationale samenwerking, bijvoorbeeld op het gebied van vrouwenrechten. Je wilt vrouwenrechten versterken omdat het op zichzelf al nastrevenswaardig is, maar je ziet vervolgens dat als gevolg daarvan ook de kindersterfte omlaag gaat: een vliegwieleffect. 2. Bestuurs-effecten (20 punten) De tweede plek wordt ingenomen door bestuurseffecten (bijwerkingen die een impact hebben op de kwaliteit van bestuur). Bij de familieverjaardag hoor je hier wellicht over als je vertelt betrokken te zijn bij ontwikkelingssamenwerking.  ‘Door hulp wordt de corruptie in die bananenrepublieken alleen maar erger’, heb ik mijn oom wel eens horen zeggen. Maar wat opvalt is dat bestuurseffecten juist ook vaak positief zijn. Als ontvangende overheden zien dat een door buitenlanders ondersteunde hervorming in één provincie werkt, dan schalen ze die vaak op naar andere provincies. Dus, ja ‘bestuurseffecten’ zijn van belang, maar op een meer gebalanceerde manier dan vaak gedacht wordt. 3. Weglekeffecten (19 punten) Weglek-effecten zijn helaas wel allemaal negatief en halen de bronzen plak. Er is sprake van een weglek-effect (sommige noemen het een waterbed-effect) als door een interventie een probleem opgelost lijkt te worden, maar het eigenlijk alleen maar verplaatst wordt. Een voorbeeld hiervan beschreef ik een eerdere column ‘het stropen van lokaal personeel’.   Binnen internationale samenwerking zie je het bijvoorbeeld bij capaciteitsopbouw programma’s: je versterkt de NGO; je laat extra mensen aannemen, je geeft ze extra goede training maar… deze  medewerkers heb je weggeplukt bij de nationale overheid. Hierdoor verzwak je de overheid en verplaats je het capaciteitsprobleem in plaats van het op te lossen. 4. Gedragseffecten (16 punten) De gedragseffecten vallen net buiten het podium! Je kan spreken van ongeplande gedragseffecten als betrokkenen bij hulpprogramma’s zich anders gedragen dan je verwacht had.  Een voorbeeld hiervan betreft de uitholling van intrinsieke motivatie als ergens geld voor gegeven wordt. Stel je voor: je wilt altijd al het bos waar je leeft beschermen, maar nu krijg je gedurende twee jaar geld voor van de Wereldbank als je het bos niet omkapt. Wat gebeurt er dan na twee jaar als de Wereldbank-betalingen eindigen?  Maar al te vaak blijkt dat dan de intrinsieke motivatie afneemt en ontbossing toeneemt. 5. Marginalisatie-effecten (11 punten) Internationale samenwerking moet toch juist ongelijkheid verminderen? Ja, inderdaad. Maar toch blijkt dat het ook juist marginalisatie kan vergroten, en dat hulp de positie van kwetsbaren nog verder kan verzwakken. Dat is bijvoorbeeld naar voren gekomen bij bepaalde economische programma’s voor vrouwen. Zo kregen de vrouwen microkrediet, maar moesten ze  dat van hun mannen aan hen afdragen. Vervolgens zaten de vrouwen met de gebakken peren op het moment dat de lening terugbetaald moest worden, en kregen ze bovendien vaak nog te maken met extra huishoudelijk geweld gedurende het proces. 6. Prijseffecten (8 punten) Door externe hulp kunnen bepaalde zaken sterk van prijs veranderen: dit noemen we prijseffecten. Zo wordt door voedselhulp voedsel veel goedkoper: dat is goed voor consumenten, maar nadelig voor lokale boeren die hun producten niet meer kwijt kunnen. Maar door externe interventies kunnen zaken ook heel duur worden, iets wat de Adviesraad Internationale Vraagstukken ook in haar laatste advies over ‘sociale bescherming’ beschreef. De prijzen van levensmiddelen gingen zo erg omhoog in bepaalde afgelegen Filipijnse dorpen waar veel ‘cash transfers’ naartoe gingen dat de kinderen van families die geen ‘cash transfers’ ontvingen met meer honger naar bed gingen. 7. Migratie & hervestiging-effecten (5 punten) Migratie-effecten: veel mensen kunnen naar een gebied trekken als er een succesvol ontwikkelingsproject is. Maar er is ook een keerzijde: mensen kunnen juist (al dan niet gedwongen) hervestigd worden als met ontwikkelingsgeld bijvoorbeeld een plantage-project wordt gesteund en er ruimte moet worden gemaakt.  Omdat deze migranten vaak letterlijk buiten het blikveld van de evaluatoren vallen (bij nul- of eindmeting) blijven deze effecten maar al te vaak buiten beeld. 8. Conflict-effecten (2 punten) Gesproken kan worden van een ongepland conflict-effect als door de externe interventie extra spanningen optreden, bijvoorbeeld tussen ontvangers-  en niet ontvangers, helemaal als er (etnische) spanningen zijn tussen deze twee groepen. Gelukkig lijkt het dat organisaties in toenemende mate een ‘conflict-sensitieve’ manier van werken nastreven. De grote blunders van organisaties die onverhoopt conflicten stimuleren door per ongeluk bepaalde etnische groepen voor te trekken, zien we in de latere evaluaties van IOB niet meer terug. 9. Nationalistische terugslag-effect (zero points!) Wat mij verbaasde is dat we in geen enkele van de evaluaties  het ‘nationalistische terugslag-effect’ aantroffen, terwijl dat in de academische literatuur zeer aanwezig is. Zo zijn er veel aanwijzingen dat sommige lokale leiders het maar al te goed uitkomt als westerse organisaties opkomen voor democratie of vrouwenrechten: ze kunnen hun eigen legitimiteit versterken door dit af te doen als buitenlandse inmenging, en grijpen soms juist harder in. Helaas vallen deze terugslag-effecten echt nog buiten het blikveld van de evaluatoren: en zoals we in Afghanistan zien kan deze blinde vlek ons (en onze partners) duur komen te staan. 10. Slechte-uitvoeringseffecten (35!) Een apart type van bijwerkingen zijn de slechte-uitvoeringseffecten. Het zijn nodeloze effecten, die louter plaatsvinden door een slechte uitvoering. Qua aantal voorbeelden in IOB evaluaties zouden deze effecten eigenlijk de tweede plek bemachtigen (35 stuks), maar omdat ze te voorkomen zijn zet ik ze met een speciale vermelding op plek 10. Een voorbeeld van een slecht-uitvoeringseffect betreft de competitie tussen donoren: door slechte coördinatie trainen ze vaak dezelfde mensen die telkens weer per diems (dagvergoedingen) opstrijken (zo bleek ook uit de IOB Kunduz evaluatie). Vaak zeggen beleidsmakers en evaluatoren dat ze niet weten waar ze naar moeten kijken als ze gevraagd wordt rekening te houden met ongeplande effecten of deze te evalueren. Met deze top-10 in de hand is dat in ieder geval geen geldig excuus meer. Dit artikel van Dirk-Jan Koch is eerder gepubliceerd op Vice Versa Het komt voort uit het onderzoeksproject ‘Ongeplande effecten van internationale samenwerking’. Deze column is gebaseerd op een presentatie van het onderzoeksteam van het Center for Global Challenges van de Universiteit van Utrecht (Jolynde Vis, Maria vd Harst, Elric Tendron en Prof. Joost de Laat)  in juli 2021. De cijfers tussen haakjes betreft het aantal keren dat een bepaald effect is aangetroffen in IOB evaluaties. Dat een effect minder vaak aangetroffen wordt, betekent niet dat het ook daadwerkelijk minder prevalent is: het kan wellicht ook gewoon een blinde vlek zijn van evaluatoren.

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

‘Minister Kaag heeft verwachtingen maar ten dele waargemaakt’

INTERVIEW - Vice Versa sprak vorige week, aan de vooravond van een vergadering van de commissie Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS), met Kaag-watchers Gerjan Agterhof (Woord en Daad) en Paul van den Berg (Cordaid).  Marc Broere vroeg hen hoe haar beleid beoordeeld zal worden.

Paul van den Berg verwachtte ‘een zeer kritische oppositie die buitengewoon ontevreden is over zowel het stroperige besluitvormingsproces met betrekking tot de kabinetsreactie op het AIV-advies over extra coronahulp aan Afrika, als de uiteindelijke uitkomst. Die uitkomst is beduidend magerder dan de 1 miljard extra waarvoor de AIV had gepleit. De toegepaste kasschuif haalt ook nog eens een paar honderd miljoen euro uit de toekomst naar voren, waarmee de toekomstige regering met een tekort op het budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt opgezadeld. Dit is vergelijkbaar met de wijze waarop deze regering met de kasschuif van minister Ploumen naar aanleiding van de vluchtelingencrisis werd geconfronteerd.’

‘Tenslotte is de oppositie ontevreden over het feit dat ze feitelijk buitenspel zijn gezet. Ze hebben geen kans gekregen om mee te denken over de invulling van het Nederlandse COVID-19 pakket. Een voorstel om nog vóór het begin van het reces een debat te hebben over de kabinetsreactie, werd door de regeringspartijen getorpedeerd. Dat zette kwaad bloed. Nu is het debat in zekere zin mosterd na de maaltijd geworden, omdat de middelen (150 miljoen extra) al verdeeld zijn en de uitvoering van de nieuwe activiteiten is aangevangen. Desalniettemin zal de oppositie het debat willen aangrijpen om over de hierboven genoemde zaken stevig van leer te trekken. Twee van de vier regeringspartijen (CU en D66) zijn ook niet tevreden over de uitkomst, hoewel ze dat voor de bühne wel moeten zijn. De woordvoerders van de regeringspartijen zullen als marsorders hebben meegekregen om de waarde van het Nederlandse COVID-19 pakket te beschermen, en de minister bij te vallen.’

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

Burgers voor ontwikkelingshulp

Vandaag behandelt de Tweede Kamer de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in 2020.

Twee derde van de Nederlanders belang hecht aan ontwikkelingssamenwerking. Cordaid maakte gisteren de resultaten bekend van een opinieonderzoek over het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking in de Nederlandse samenleving.

Enkele conclusies uit het rapport:

– Bijna 2 op de 3 Nederlanders vindt ontwikkelingssamenwerking (enigszins/heel) belangrijk (64%), slechts 14% vindt ontwikkelingssamenwerking onbelangrijk.
– 37% van de Nederlanders vindt dat er meer geld naar ontwikkelingssamenwerking moet gaan.
– Nederlanders vinden “Gezondheidszorg” het belangrijkste thema binnen ontwikkelingssamenwerking (28%). Dit wordt gevolgd door “Voedselzekerheid en landbouw” (19%) en “Onderwijs” (17%).
– Bijna 3 op de 4 Nederlanders vindt dat we niet moeten bezuinigen op gezondheidszorg binnen het budget van ontwikkelingssamenwerking.

Cordaid liet het onderzoek doen omdat het draagvlak voor ontwikkelingshulp al jaren niet meer is gemeten. De organisatie hoopt nu “dat door te laten zien dat Nederlanders ontwikkelingssamenwerking belangrijk vinden, dat de politiek gaat handelen”. Een woordvoerder van Cordaid zei: “Het kabinet Rutte III heeft de trend van forse bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking al enigszins gekeerd, maar de motor draait nu wel al een tijdje stationair. Het wordt tijd dat we weer vooruitgaan.”

Cordaid wijst op een motie van de Partij voor de Dieren, die tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen het kabinet opriep het budget weer terug te brengen naar 0,7% (een door de VN bepaalde norm dat rijke landen minimaal 0,7% van het bruto nationaal inkomen zouden moeten besteden aan ontwikkelingshulp). Sinds Rutte I is het Nederlandse budget tot 0,53% gedaald.
Die motie werd door een meerderheid van de Kamer gesteund en ook minister Kaag heeft in haar beleidsnota geschreven in 2030 terug op de 0,7% te willen zijn.

Foto: frankieleon (cc)

De hoge prijs van armoede

ACHTERGROND - Zo’n 1,1 miljard mensen moeten rondkomen van een dollar of minder per dag. Gaan we die extreme armoede ooit de wereld uit helpen en wat is daar dan de beste manier voor?

“Wanneer er geen eten is, groeien de kinderen niet. Ze hebben geen energie om te spelen. Ze liggen daar maar omdat ze slechts zout en tortilla’s binnenkrijgen.” Victor Coj is vader van jonge kinderen, hij woont op het platteland van Guatemala. Samen met zijn gezin moet hij rondkomen van minder dan een dollar per dag. Als rijke westerling kun je je niet voorstellen hoe moeilijk dat is, maar door de documentaire Living on One Dollar krijg je een beetje een idee. Is er een manier om die de wereld uit te bannen?

De documentaire is gemaakt door de Amerikaanse studenten Chris Temple and Zach Ingrasci. Samen met twee vrienden reizen ze in hun zomervakantie naar het plattelandsdorpje Peña Blanca om daar 56 dagen te wonen en rond te komen van minder dan een dollar per dag. Door de armoede te ervaren en dorpelingen te interviewen over hun leven hopen ze beter begrip te krijgen van wat extreme armoede is en wat het met je doet.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken (cc)

Minister Ploumen moet aftreden

COLUMN - Tijdens een grote conferentie over de evaluatie van ontwikkelingsprogramma’s vorige week in Berlijn  was Nederland als donorland onderwerp van verbijstering. Een zeer negatief, binnenkort te verschijnen rapport van de Inspectie (IOB) over hoe Nederland 15 landen in de steek had gelaten, was daarvoor mede de aanleiding. Moet minister Ploumen nu niet aftreden, vraagt Paul Hoebink zich af.

Er zullen zelden landen zijn geweest die sneller hun reputatie hebben verspeeld als Nederland. Bekend als een progressieve donor, die voorop liep in de dialoog met hulpontvangende landen, in het gebruik van nieuwe hulpinstrumenten, in het doen van gezamenlijke evaluaties, met een hoge kwaliteit van hulp in de gezondheidszorg en de watersector. Binnen amper drie-vier jaar heeft Nederland die reputatie geheel verspeeld. Dat bleek op de conferentie vorige week in Berlijn over de evaluatie van ontwikkelingsprogramma’s, waar de experts in dit veld met verbijstering keken hoe Nederland op allerlei vlakken is afgegleden.

Indruisen tegen beloftes

Schokkend waren bijvoorbeeld de resultaten van een evaluatie over de wijze waarop Nederland 15 landen in de steek heeft gelaten, toen het het aantal landen waarop het hulp wilde geven van 33 naar 18 bracht. Dat is natuurlijk ingezet onder staatssecretaris Knapen, maar minister Ploumen heeft dit beleid voortgezet op een manier die totaal indruist tegen beloftes hierover die de Nederlandse regering eerder heeft gedaan.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Niet een rolstoel, maar exclusie is de beperking

VERSLAG - In ontwikkelingsprogramma’s vallen mensen met een beperking nog vaak tussen wal en schip. Het probleem is niet alleen een gebrek aan investering in faciliteiten, maar ook in de mindset van de samenleving waardoor exclusie plaatsvindt. Er moet daarom meer aandacht komen voor inclusie op alle niveaus. Dat wordt geconcludeerd tijdens het symposium ‘Leave no one behind’ van het Liliane Fonds, dat dit jaar haar 35-jarige bestaan viert.

Nederland staat al een tijdje ‘op het punt’ om het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap te ratificeren. De regering tekende het verdrag al in 2007, met de ‘intentie’ om de inhoud waar te maken. Als Nederland het verdrag ratificeert, betekent dat ook dat er wetten aangepast zouden moeten worden, en daar ging het lange tijd mis. Het Liliane Fonds pleit samen met haar strategische partners  voor snelle ratificatie en implementatie van het verdrag. Het symposium dient dan ook onder meer om minister Ploumen tot concrete plannen aan te zetten.

Exclusie en isolatie

Henry Nyombi uit Oeganda zit in een rolstoel door een auto-ongeluk. Hij is inmiddels een rolmodel, terwijl hij door het land reist om bewustzijn te verspreiden, en het idee dat mensen met een beperking wél kunnen deelnemen aan de samenleving.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Geld uitdelen aan de allerarmsten

ONDERZOEK - GiveDirectly haalt de laatste tijd geregeld het nieuws. Maarten Muijser deed nader onderzoek naar het weggeven van geld aan de allerarmsten en deelt met Vice Versa zijn bevindingen. Wat als we ontwikkelingssamenwerking nu heel anders zouden aanpakken? Hoe besteden de allerarmsten van de wereld het beschikbare geld als zij zélf kunnen beslissen waaraan? En hoe ver zijn we in Nederland eigenlijk al met deze methode?

Via verschillende programma’s is onderzoek gedaan naar deze vraag. Hieruit blijkt dat de allerarmsten van de wereld, ondanks de verwachtingen van veel donoren, het geld niet besteden aan sigaretten, drugs of alcohol. Integendeel: zij blijken het geld vooral te besteden aan hun gezondheid (voedsel en verzorging) en om te investeren in hun bedrijf en/of de toekomst van hun kinderen. Het blijkt dat na het uitdelen van het geld meer mensen toegang hebben tot gezondheidszorg en educatie, dat ook de algemene economische situatie verbetert en dat de consumptie structureel omhoog gaat. Onderzoekers verwachten zelfs dat de inkomsten op lange termijn positief worden beïnvloed.

Het uitdelen van geld aan de allerarmsten zonder dat hieraan voorwaarden zijn verbonden, heeft meer voordelen. De overheadkosten bij deze methode zijn bijvoorbeeld vele malen lager dan bij de traditionele ontwikkelingssamenwerking. Ook is deze methode zonder veel voorbereiding snel in te zetten in een gebied en is het effect direct zichtbaar. Het allergrootste voordeel aan het uitdelen van geld aan de allerarmsten is dat zij dan zelf kunnen beslissen waaraan zij het besteden, en daarmee zélf beslissen wat ze het hardst nodig hebben.

Foto: foto: Jos van Dijk copyright ok. Gecheckt 09-11-2022

Bedrijfsleven verantwoordelijk maken voor naleven mensenrechten

OPINIE - In september worden de Sustainable Development Goals gelanceerd in New York. Maar wie gaat de nieuwe ontwikkelingsdoelen betalen, en hoe gaan we dat doen? Op die cruciale vraag proberen de wereldleiders in juli een antwoord te vinden tijdens de Finance for Development conferentie in Addis Abeba, Ethiopië. In de Nederlandse beeldvorming over hulp en handel worden belangentegenstellingen gladgestreken, volgens Suzan van der Meij, senior coördinator van MVO Platform.

Een groeiende rol voor de private sector in ontwikkelingssamenwerking lijkt een vaststaand gegeven in de discussies over de Sustainable Development Goals. De vraag die daarbij nog te weinig wordt gesteld is: wat voor ondernemerschap hebben we nodig? En wat kunnen staten doen om te garanderen dat het ondernemen fatsoenlijk gebeurt en niet leidt tot schendingen van mensenrechten?

Laten we de realiteit niet uit het oog verliezen; veel bedrijvigheid gaat gepaard met negatieve effecten die vooral gevoeld worden door de armsten in deze wereld. Voorbeelden zijn er te over: milieuschade of conflicten rond grondstofwinning, landroof, waterschaarste. Bedrijvigheid genereert weliswaar werkgelegenheid, maar de arbeidsomstandigheden zijn vaak slecht; onveilig, onzeker en onderbetaald. Ook kinderarbeid en andere vormen van uitbuiting maken deel uit van veel ketens.

Tweedeling

Er lijkt een tweedeling te zijn ontstaan. In het debat over ontwikkelingssamenwerking is de aanname dat ondernemen of investeren in een ontwikkelingsland maatschappelijk verantwoord is én een bijdrage aan ontwikkeling levert. Het Nederlandse discours over de integratie van hulp en handel draagt bij aan deze beeldvorming; belangentegenstellingen tussen hulp en handel worden gladgestreken en bedrijven gefaciliteerd. Weliswaar zijn er (MVO-)voorwaarden, maar controle daarop is er nauwelijks want “we gaan uit van vertrouwen”. De focus ligt enkel op de positieve bijdrage van het bedrijfsleven.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: a-birdie (cc)

EU geeft opnieuw ontwikkelingssteun aan Zimbabwe

OPINIE - Het nieuws dat de Europese Unie weer ontwikkelingssteun aan ‘het democratischer geworden’ Zimbabwe gaat geven, deed de wenkbrauwen van Lennaert Rooijakkers, journalist, fronsen.

Deze week was ik het zowaar eens met een uitspraak van een PVV-politicus. Ik kon mij niet heugen wanneer dat voor het laatst het geval was. Het had allemaal te maken met het bericht dat de Europese Unie heeft besloten om Zimbabwe weer financieel te gaan steunen. Voor het eerst sinds 2002. De komende vijf jaar geeft Brussel in totaal een bedrag van 234 miljoen euro uit aan hulp voor het land van president Robert Mugabe. Het geld moet zorgen voor een verbetering van de gezondheidssector en de landbouw een nieuwe impuls geven.

Heel nobel, zeker omdat de agrarische sector van Zimbabwe floreerde voordat Mugabe er een potje van maakte, maar dat neemt niet weg dat de vraag die de Brusselse PVV-fractie stelde – ‘Waarom wordt er geld gegeven aan een land dat dictatoriaal wordt bestuurd door een man met een geschat vermogen van meer dan tien miljard Amerikaanse dollar?’ – ook door mijn hoofd spookte.

Ngo’s hebben hun werk in Zimbabwe de afgelopen jaren voortgezet, maar steun vanuit de EU heeft ruim een decennium stilgelegen. De gereserveerde 234 miljoen euro gaat de komende jaren niet rechtstreeks naar de Zimbabwaanse regering, maar naar organisaties als de Wereldbank en het Development Programme van de Verenigde Naties die in het land projecten zullen uitvoeren. Maar, als alles straks goed gaat worden directe transacties aan Harare in de toekomst niet uitgesloten, geeft Brussel te kennen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 08-09-2022

Voedsel of vrijheid?

COLUMN - Wat is belangrijker: voedsel of vrijheid? vraagt Jan Pronk zich af. Maar is deze vraag wel zo simpel als ze lijkt?

Wat is belangrijker: voedsel of vrijheid? Voedsel natuurlijk; dat spreekt vanzelf. Wat heb je aan vrijheid, als je omkomt van honger? Vrijheid voor stervenden is leeg. Je moet eerst overleven, bestaan en echt leven, voordat je vrijheid op waarde kunt schatten.

‘Op waarde schatten’, die term laat zien dat de keuze tussen voedsel en vrijheid te maken heeft met waarden. Maar wanneer het om waarden gaat, spreekt niets vanzelf. Bij het wegen van waarden kunnen meningen verschillen. Weegt vrijheid zwaarder dan gelijkheid, of vrijheid van meningsuiting zwaarder dan non-discriminatie?

Bij de keuze tussen voedsel en vrijheid is voedsel een metafoor. Het gaat om welvaart in het algemeen. Welvaart omvat alle mogelijke basisvoorwaarden om te bestaan: water, gezondheid, een dak boven het hoofd en een omgeving waarin men kan overleven en in het eigen levensonderhoud voorzien. Toegang tot voorzieningen die deze basisvoorwaarden garanderen hoort tot de Economische en Sociale Rechten van de Mens. Die zijn na lange onderhandelingen binnen de VN vastgelegd, nadat eerder de Burgerlijke en Politieke Rechten – zoals het recht op vrijheid – waren overeengekomen.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende