COLUMN - Onderzoek naar kiezersreacties op uitspraak Wildersproces (onderzoek in het kader van NWO Vidi-project 452-14-002).
Schuld, maar geen straf. Het vonnis dat de rechtbank Den Haag vorige week velde over PVV-leider Geert Wilders lijkt het beste van twee werelden: zij die een veroordeling wilden werden tevredengesteld en zij die geen straf wilden ook. Maar onderzoek laat een ander beeld zien.
“Deze uitspraak is geweldig.” De advocaat van de Raad van Marokkaanse Moskeeën Nederland, Lucien Nix, zei tegen de Volkskrant het handig te vinden dat de rechters geen straf hebben opgelegd: “Zo vermijden ze een discussie over de vraag: welke straf is passend? Daar gaat het niet om, en daar heeft iedereen een ander idee over. Het gaat erom dat er nu een duidelijke norm is gesteld.”
Is dit inderdaad zo’n handige, geweldige uitspraak? Om geweldig te zijn zou een uitspraak in elk geval het vertrouwen in onze democratische rechtsstaat niet moeten schaden, zou je zeggen. En ook het vertrouwen in de eerlijkheid van strafprocessen niet moeten verlagen. Maar juist deze twee effecten blijken uit onderzoek dat ik heb uitgevoerd samen met onderzoeksbureau Kantar Public.
In de week voorafgaand aan de uitspraak trok Kantar Public een steekproef, representatief voor alle volwassen Nederlanders. Vervolgens confronteerde ik deze 1.070 personen elk met één van zeven mogelijke uitspraken in het Tweede Wildersproces. Sommigen werd wijsgemaakt dat Wilders zou worden vrijgesproken, anderen dat hij zou worden veroordeeld tot een geldboete, enzovoorts.