De kiezer is niet gek
De kiezer is niet gek. Nederlandse politici en opiniemakers zouden niet zo cynisch moeten zijn over de Nederlandse kiezer, maar deze serieus moeten nemen, zo impliceren onze bevindingen. Kieskeurige kiezers gedragen zich als geëmancipeerde en betrokken burgers, die trouw zijn aan hun eigen opvattingen, betogen politicologen Tom van der Meer, Rozemarijn Lubbe, Erika van Elsas & Wouter van der Brug in deze gastbijdrage.
Is de Nederlandse kiezer de weg kwijt? Wie naar de verkiezingsuitslagen kijkt, zou denken van wel. De verkiezingsuitslagen zijn nooit zo veranderlijk geweest als in het afgelopen decennium. De Nederlandse verkiezingen zijn de meest grillige en onvoorspelbare van West-Europa. In 2010 veranderde bijna 24% van alle Kamerzetels van partij (zie figuur 1). In tussentijdse opiniepeilingen zijn de verschuivingen zo mogelijk nog groter: partijen schieten omhoog en omlaag in de wekelijkse en maandelijkse polls. En ook de vertrouwenscijfers zijn beweeglijker dan ooit: een regering kan in slechts een paar maanden tijd de helft van haar steun verliezen
Wat is er aan de hand met de Nederlandse kiezer? Wat betekent de toegenomen veranderlijkheid voor de kwaliteit van de Nederlandse democratie?
Als we het (oud-)politici en politiek commentatoren vragen, is de toegenomen veranderlijkheid een groot probleem. Kiezers zouden hun rol niet serieus nemen. Zo stelde Hans van Mierlo in 2009: ‘De kiezers doen maar wat.’ Wim Deetman noemde de kiezers in 2011 ‘emotioneel, irrationeel of intuïtief’. Kees Schuyt kwam in 2003 met de beeldende omschrijving: ‘De Nederlandse kiezers lijken wel stuifzand. Ze waaien, met het geringste zuchtje wind, alle kanten op.’