ANALYSE - Scholen met minder dan 100 leerlingen moeten opgeheven worden, vindt de Onderwijsraad in zijn advies Grenzen aan kleine scholen. Als het gaat om de verbetering van de onderwijskwaliteit slaat dat advies de plank mis, stelt onderwijsdeskundige Sjerp van der Ploeg.
Het eerste argument dat de Onderwijsraad aandraagt voor het verhogen van de opheffingsnorm, is de bedreiging van de onderwijskwaliteit. Scholen met minder dan 100 leerlingen blijken volgens de Inspectie vaker ‘zwak’ of ‘zeer zwak’ dan scholen met meer dan 100 leerlingen. Deze uitkomst gaat vervolgens een geheel eigen leven leiden.
De Onderwijsraad schrijft: ‘De leerlingen op kleine scholen lopen meer risico op onderwijs van onvoldoende kwaliteit.’ Dat is waar, maar de Onderwijsraad vergeet te melden dat -omdat het om kleine scholen gaat- in absolute termen maar weinig leerlingen risico lopen. Van een zwakke grote school hebben meer leerlingen last dan van een zwakke kleine school om de doodeenvoudige reden dat er op grote scholen meer leerlingen zitten. Daarom zal het steken van tijd en energie in het opkrikken van de zeer zwakke grotere scholen meer opleveren dan het sluiten van kleine basisscholen.
Bovendien doet het advies van de Onderwijsraad geen recht aan de overgrote meerderheid van kleine scholen die wel goed presteert, om nog maar te zwijgen van de drie basisscholen met minder dan 100 leerlingen aan wie OCW onlangs het predicaat ‘Excellente School’ heeft uitgereikt.