Wat kost een Duitser?

Staatssecretaris Zijlstra heeft een analyse aangekondigd over kosten en baten van buitenlandse studenten, de kranten en vakbladen staan er vol van. Opmerkelijk is alleen dat dit onderzoek er nog helemaal niet is. Pas nu in voorjaar 2012 mogen wij het verwachten. Voor vele punten is het daarom nu eigenlijk nog te vroeg en daarom zal ik er later op terugkomen. Toch kan ik ook nu al enkele onderwerpen aan de orde stellen, onderwerpen die vaak over het hoofd worden gezien en die een onzindiscussie kunnen voorkomen. Vooral in de grensstreken studeren veel buitenlanders, met name Duitsers, aan Nederlandse universiteiten en hogescholen en dat kost de overheid geld, ondanks het studiegeld dat de studenten zelf betalen. Het schijnt dat het om zo’n € 6.000 extra per jaar en per student gaat. Het schijnt verder dat dit een bedrag is dat de Nederlandse overheid voor elke Duitse student niet aan de student zelf, maar aan de Nederlandse universiteiten en hogescholen betaalt. De student zelf ziet er niets van. Hij betaalt alleen zo’n € 1.700 studiegeld per jaar en voor de rest moet hij maar zien hoe hij rondkomt. Interessant wordt het waar het niet om de kosten, maar om de baten gaat, want daar is de situatie heel onduidelijk.

Door: Foto: Sargasso achtergrond wereldbol
Foto: copyright ok. Gecheckt 23-11-2022

Een leven lang leren

DATA - Europese beleidsmakers willen graag dat ook volwassenen naar school gaan, of in ieder geval iets leren. Als beleidsmakers het belangrijk vinden, moet het eerst gemeten worden. En dat is geen eenvoudige opgave. Want wat is leren als je er geen gebouw aan kunt koppelen? In het initiële onderwijs is het gemakkelijk; je meet simpelweg hoeveel mensen geregistreerd staan bij een onderwijsinstelling. Met geavanceerde apparatuur meet je aan- en afwezigheid en als je geluk hebt zijn er goede toetsen die vooruitgang in het leren meten. En ook als ze niets leren, is verblijf in een onderwijsinstelling nuttig, want het stelt de ouders in staat om economisch actief te zijn. Dat is niet cynisch bedoeld, maar één van de maatschappelijke functies van het onderwijs: onderdak bieden. Liefst met een beetje fatsoenlijke luchtkwaliteit en schone toiletten.

Voor volwassenen moet je terugvallen op enquêtes. Waarbij je ook nog onderscheid moet maken in formeel en informeel leren. De Europese Commissie voert om de zoveel jaar een enquête uit. In Nederland is die voor het laatst in 2010 door het CBS uitgevoerd (ik wacht met spanning de resultaten van de CVTS af). In Nederland is er nog een goed meerjarenonderzoek gedaan naar LLL, door het ROA. Het rapport bevat een schat aan inzichten. Een paar opvallende resultaten:

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: copyright ok. Gecheckt 14-10-2022

KSTn | Professionalisering MBO

Misschien lees ik het verkeerd, maar het recente voorstel voor de professionalisering van de medewerkers van het MBO komt over als de zoveelste onderwijsramp in wording. In al mijn onschuld denk ik bij dit onderwerp dat het hoofddoel is: betere docenten.
Waarom is dan het grootste deel van het voorstel gericht op meer bureaucratie en beter management? Er staat werkelijk geen enkel concreet punt in, anders dan de wens om meer docenten met afgeronde master-opleiding aan te nemen, waarmee direct het niveau van de docenten omhoog zou kunnen gaan.

Omdat ik weet dat de meesten van u te lui bent om de gelinkte stukken te lezen, hierbij ALLE voorstellen op een rijtje:

1. Professionalisering van onderwijspersoneel
• Vanaf 2011 nemen alle instellingen in hun plan voor MBO15–Kwaliteit op hoe en met welk resultaat zij hun onderwijspersoneel in de periode 2012-2015 in staat zullen stellen zich verder te professionaliseren.
• De MBO Raad onderschrijft de ambitie uit het actieplan Leraar 2020 om het aantal master-opgeleide leraren substantieel te verhogen. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stuurt begin 2012 een brief over deze masterambitie naar de Tweede Kamer waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen beleid gericht op zittende en nieuwe leraren. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zal de gedachteontwikkeling bespreken met de sociale partners.
2. Bekwaamheid van het management
• In 2012 ontwikkelt de MBO Raad een competentieprofiel voor het management.
Hierin komen de specifieke mbo aspecten tot uiting, zowel de beheersmatige als de onderwijskundige, waaronder in ieder geval leiderschap.
• Voor 1 oktober 2012 stelt de MBO Raad voor alle managers de onderhoudseisen vast.
• Alle instellingen scholen hun managers op basis van de onderhoudseisen.
• Het MBO streeft ernaar dat ook voor managers een registerpilot wordt gerealiseerd in hetzelfde tijdspad als voor de leraren en de instructeurs. Dit register voor managers is een afzonderlijk register en staat los van het register van de coöperatie.
• Alle managers zijn in 2015 in staat tot het houden van gesprekken waarin opleidingsdoelen worden geformuleerd in overleg met medewerkers. Dit wordt zichtbaar doordat op alle instellingen met alle medewerkers functionerings- en beoordelingsgesprekken worden gevoerd en bekwaamheidsdossiers worden onderhouden. In 2013 is sprake van een duidelijke verbetering op dit punt.
3. Kwaliteitsverbetering van het HRM-beleid
• In de instellingsplannen MBO15-Kwaliteit wordt kwaliteitsontwikkeling binnen en tussen teams en instellingen vormgegeven. Onder meer door middel van peer review en kennismanagement.
• De MBO Raad en de HBO Raad maken een afspraak over de gezamenlijke verantwoordelijkheid van ROC’s en lerarenopleidingen voor een goede begeleiding van beginnende docenten in het mbo.
• De uitvoering van het HRM-beleid is verbeterd doordat structureel functioneringsen beoordelingsgesprekken worden gehouden. Bovendien worden de bekwaamheidsdossiers onderhouden. In 2015 is dit op orde. In 2013 wordt een tussenbalans opgemaakt.
4. Instroomroutes personeel
• De MBO Raad draagt in 2012 bij aan de ontwikkeling van een educatieve hbominor voor lesgeven in de beroepsgerichte vakken in het mbo.
• In schooljaar 2012-2013 verbeteren en harmoniseren de MBO Raad en de HBO Raad het zij-instroomtraject voor het mbo.
• De MBO Raad draagt bij aan de verdieping van de uitstroomprofielen van de lerarenopleidingen op basis van het beroepsprofiel docent mbo.
5. Prestatiebeloning
• Een substantieel aantal mbo-instellingen neemt deel aan de experimenten rond prestatiebeloning.

Foto: copyright ok. Gecheckt 24-10-2022

Leraren bewijzen zichzelf en hun leerlingen een slechte dienst

Door het krampachtig vasthouden aan een rigide jaarindeling worden leraren, leerlingen en ouders onnodig beperkt in hun keuzevrijheid betoogt Hartger Wassink, universitair docent bij het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit.

Minister Van Bijsterveldt lag laatst overhoop met de Tweede Kamer over haar plan om, zeer tegen de zin van de onderwijsvakbonden in, de schoolvakanties in te korten. Het is voor mij een achterhoedegevecht. Centrale schoolvakanties bestaan omdat ze er nu eenmaal zijn en dienen geen enkel doel. Er is geen enkel onderzoek dat bewijst dat kinderen die minder dan zes (of zeven) weken schoolvakantie hebben, tot lagere onderwijsprestaties komen. Eerder het tegendeel. Evenmin is er onderzoek dat laat zien dat de noodzaak van de lange schoolvakanties voor leraren duidelijk maakt. Het onderzoek dat er is, laat zien dat de werkdruk voor leraren vooral ontstaat door een rigide jaarrooster en de piekbelastingen vlak voor de vakanties.

Dat Van Bijsterveldt voor kortere vakanties pleit, is dus alleen maar logisch. Dat leraren als professionals tegen het leerlingbelang en zelfs tegen hun eigen belang ingaan, is op z’n minst verbazingwekkend. Hier wreekt zich dat we impliciet nog steeds uitgaan van het idee dat onderwijs voor alle leerlingen op dezelfde manier gegeven moet worden, dat dat voor iedereen ongeveer even snel gaat en dat de leraar de spil is van het leerproces. Dat idee vinden we absurd voor muziekles, zwemles en voetbal, maar waarom dan niet voor Frans en natuurkunde?

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Onderwijsexpansie veroorzaakt nieuwe ongelijkheid

Ongelijkheid in het onderwijs blijft bestaan en wordt nog steeds doorgegeven aan de volgende generatie. Tegenwoordig is vooral de opleidingsrichting van ouders bepalend geworden voor de opleidingskeuze van hun kinderen. Gerbert Kraaykamp, Jochem Tolsma en Maarten Wolbers zijn sociologen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij betogen in deze gastbijdrage dat meer onderwijs niet meer gelijkheid brengt.

Steeds meer mensen zijn anno 2011 hoog opgeleid, ook de kinderen van laag opgeleide ouders. De opleidingskeuze van kinderen wordt steeds minder gestuurd door het opleidingsniveau van ouders. Maar de opleidingsrichting van de ouders is veel belangrijker geworden voor zowel de opleidingsrichting als het opleidingsniveau van hun kinderen. Zo is de kans dat kinderen van ouders met een juridische achtergrond ook een juridische opleiding kiezen twee keer zo groot dan een keuze voor een willekeurig andere opleiding. Bovendien volgen zonen van technisch opgeleide ouders tegenwoordig ruim anderhalf jaar meer scholing dan zonen van ouders in de zorg; voor dochters is dit verschil bijna een jaar.

Deze gegevens zijn afkomstig van de Familie-Enquête Nederlandse Bevolking, een grootschalig surveyonderzoek onder een representatieve groep Nederlanders dat elke vijf jaar wordt uitgevoerd door sociologen van de Radboud Universiteit. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van gegevens over onderwijsloopbanen en het gevolgde onderwijs van ouders van bijna negenduizend personen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Minder werkboeken in het onderwijs

Vorige week verscheen een nieuw rapport van Regioplan over de schoolboeken. De minister stuurde een evaluatie van de Wet gratis schoolboeken naar de Kamer, voorzien van een aanbiedingsbrief.

Het betreft mijns inziens een zeer belangrijk rapport, omdat deze wet tot nogal wat onbedoelde neveneffecten heeft geleid. PvdA-Kamerlid Dijsselbloem betoogde dat er geen van boven opgelegde grote veranderingen in het onderwijs meer mochten plaatsvinden. Het veranderen van de boekenmarkt leek wellicht een kleine ingreep. Maar scholen zijn óók logistieke bedrijven: als je in een complex logistiek systeem ingrijpt, heeft dat ook consequenties voor het primaire proces.

Dat bleek al snel, toen scholen ineens Europees moesten gaan aanbesteden; specialistisch werk waar ze geen verstand van hadden. Conrectoren/ sectordirecties die het boekenfonds in portefeuille hadden, kregen er een hoop werk bij. OCW moest een grote taskforce en projectgroep in het leven roepen, om alle scholen te ondersteunen.

Even terug naar de bedoeling van de Wet. Hoofddoel van de Wet gratis schoolboeken (WGS) uit 2008 is de schoolkosten voor ouders te verlagen. De wet verplicht scholen in het voortgezet onderwijs (inclusief praktijkonderwijs en groen vmbo) om lesmateriaal kosteloos aan ouders te verstrekken. Dit betreft uiteraard schoolboeken, maar ook bijvoorbeeld digitaal lesmateriaal en syllabi. Zaken als atlassen, woordenboeken en tekendozen moeten ouders nog zelf aanschaffen. Een met dit eerste hoofddoel samenhangend nevendoel is te voorkomen dat kinderen zonder boeken op school verschijnen omdat ouders de kosten niet (kunnen) betalen.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Vorige Volgende