Hulspas weet het | Wie heeft er straks nog zin in seks?
COLUMN - Genetische foutjes in een oogwenk gerepareerd. Dat was het grote wetenschappelijke nieuws van vorige week. Genetici kunnen met behulp van de CRISPR-techniek (dat gloednieuwe stuk genetische gereedschap) fouten in het DNA snel en probleemloos herstellen. De ontdekkers kregen bij die ontdekking nog een onverwachte bonus: ze hadden een stukje nep-DNA aangeleverd, bij wijze van een soort pleister op de wonde, maar het herstelmechanisme in de cel maakte daar geen gebruik van; het keek automatisch naar het andere, identieke (en gezonde) gen om te zien welk stukje DNA er ineens ontbrak, en zorgde spontaan voor perfect herstel.
Dergelijke doorbraken leidden in de media altijd weer tot gebabbel over ‘designer-babies’ waarbij huiverend wordt gefantaseerd over een kliniek die straks genen kan invoegen of veranderen om het ideale embryo te creëren. Dat is onmogelijk (we weten inmiddels allang dat onze genetica niet zo in elkaar steekt), maar de wetenschapsjournalistiek kan het nu eenmaal niet laten om verouderde ‘spannende’ vraagstukken steeds weer op te warmen. Niks geen ideale kinderen dus, maar in plaats daarvan zou de CRISPR-doorbraak in de verre toekomst wel eens een heel andere en veel belangrijke toepassing kunnen krijgen. Namelijk de redding van de mensheid.