Landbouwinnovaties overlaten aan de markt, moet en kan het anders?

We innoveren erop los om efficiënter voedsel te produceren. Maar vernieuwende technologieën zoals de genetische modificatie van gewassen hebben een keerzijde: grote commerciële boerenbedrijven profiteren en kleinere, arme boeren blijven achter. Hoe creëren we een voedselsysteem dat niet alleen duurzamer is maar óók eerlijker is? Ontbossing, verlies van biodiversiteit door monocultuur, chemische vervuiling door pesticiden en klimaatverandering. De lijst met uitdagingen voor ons voedselsysteem lijkt oneindig. Tegelijkertijd heeft de wereld steeds meer monden te voeden. Hoe lossen we dat op? “Vrijwel iedereen is het erover eens dat innovatie een belangrijke bron is om deze uitdagingen aan te gaan,” benadrukt innovatiewetenschapper dr. Koen Beumer. Zo zorgen robotisering en automatisering van de landbouw ervoor dat ons land inmiddels 24 uur per dag bewerkt kan worden. Genetische modificatie verbetert onze landbouwgewassen door ze bijvoorbeeld ziekteresistent te maken, en met vleesvervangers proberen we de vleesindustrie drastisch te verminderen. Maar deze voedselinnovaties hebben een keerzijde, vertelt Beumer. Ze worden voornamelijk ontwikkeld via het marktsysteem gericht op het Westen. “En dat werkt ongelijkheid in de hand.” Een tekortschietende markt Hoe werkt dat precies? Voor het ontwikkelen en verspreiden van deze landbouwinnovaties is het marktsysteem erg effectief gebleken. “De markt is een specifiek soort economie waarbij goederen en diensten worden uitgewisseld met het gebruik van geld”, legt Beumer uit. Voor het ontwikkelen van nieuwe landbouwinnovaties, is winstmaximalisatie hierdoor de belangrijkste drijfveer. Nieuwe technologieën moeten dus geld opleveren en dat zijn ze vooral als ze op grote schaal ingezet kunnen worden. Een goed voorbeeld hiervan is de genetische modificatie van landbouwgewassen, aldus Beumer. Sinds de jaren ‘80 mag er patent aangevraagd worden op een genetisch gemodificeerd gewas. Bij deze gewassen is het DNA aangepast, waardoor planten bijvoorbeeld resistent zijn tegen veelvoorkomende ziekten en pesticiden, en tegelijkertijd meer opbrengen. Zo zijn de oogsten van genetisch gemodificeerde soja en mais inmiddels verdubbeld vergeleken zestig jaar geleden. Klinkt goed, toch? “Het grote probleem van genetische modificatie is dat deze vorm van innoveren voornamelijk lucratief is voor grote commerciële boeren in Noord- en Zuid-Amerika. Zij hebben, in tegenstelling tot miljoenen kleine, armere boeren, namelijk wél het geld voor zaden en pesticiden.” Op deze manier profiteren commerciële boeren van vooruitgang, terwijl miljoenen kleine boeren die deze schaalvergroting niet aankunnen steeds verder achteropraken. “Hierdoor schieten markten tekort en dat is jammer,” benadrukt Beumer. Beloftes “In theorie kan genetische modificatie prima toegepast worden op gewassen die bijvoorbeeld in de tropen groeien en vooral arme kleine boeren ten goede komen. Maar in het marktsysteem is er maar heel weinig aanleiding om hier tijd en geld in te investeren,” legt Beumer uit. Zo krijg je wel pesticiden die verkocht worden aan grote boeren, maar geen betere cassave voor kleine boeren omdat dit niet op grote schaal geconsumeerd wordt en te weinig opbrengt voor ontwikkelaars. Zolang innovaties in het huidige marktsysteem worden losgelaten komen er alleen innovaties uit de bus die verhandeld kunnen worden als product. Nieuwe vormen van genetische modificatie, zoals CRISPR/Cas zouden deze ongelijkheid tegen moeten gaan. Met CRISPR/Cas kunnen bijvoorbeeld ziekte- en droogteresistente gewassen veel preciezer en gemakkelijker ontwikkeld worden. Het kost minder tijd, is hierdoor minder kostbaar en zou daardoor ook toegankelijk moeten zijn voor boeren die bijvoorbeeld cassave verbouwen. Maar, zo onderzocht Beumer, in de praktijk gebeurt dit nog maar weinig. "We hebben slechts 30 projecten gevonden die arme boeren ten goede komen." En dat terwijl er vele duizenden publicaties en patenten zijn waarin CRISPR/Cas is toegepast op andere, meer gebruikelijke gewassen. Alternatieve economische systemen Kan het ook anders? Ja, aldus Beumer. “De markt is slechts één manier om innovaties te ontwikkelen en te verspreiden.” Als voorbeeld noemt hij het System of Rice Intensification, een radicaal andere manier van rijst verbouwen wat ontwikkeld is door de Franse priester Henri de Laulanié in Madegaskar. In plaats van rijstplanten onder water te zetten, staan ze droog en op grotere afstand van elkaar. Boeren hoeven zo veel minder water en zaden te gebruiken, maar verdubbelen wel de opbrengst van de rijst die ze verbouwen door slim in te spelen op de lokale context: heeft een boer slechte grond, dan kweekt hij zijn planten langer op in de kas, en zet ze in de volle grond verder uit elkaar zodat de wortels ruimte hebben om te groeien. In tegenstelling tot de meeste landbouwinnovaties is deze nieuwe vorm van verbouwen geen handelsproduct waar geld aan verdiend kan worden: de kennis wordt zonder winstoogmerk verspreid en verbeterd via een internationaal netwerk van boeren en trainingssessies door lokale NGO’s. Een gifteconomie in plaats van een markteconomie dus. Naar schatting zijn meer dan 10 miljoen boeren in 50 verschillende landen overgestapt op deze vorm van verbouwen met enorm succes. System of Rice Intensification laat zien dat óók zonder marktmechanisme innovaties op grote schaal succesvol kunnen zijn. "Als we daadwerkelijk de uitdagingen het hoofd willen bieden waar het huidige voedselsysteem tegenaan loopt, dan moet er ook ruimte komen voor alternatieve economische systemen," aldus Beumer. Economische systemen zoals de gifteconomie, waarbij winstmaximalisatie niet voorop staat. Zo hebben we meer oog voor de behoeftes van kleine, arme boeren en andere vormen van innoveren waarmee de wereldwijde gelijkheid stukje bij beetje dichterbij komt. Dit artikel van Annemarie van den Brink verscheen eerder bij Studium Generale Utrecht, als onderdeel van de serie 'De toekomst van ons eten'. 

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

‘There is no alternative’: de radicale leegte van een ideologie

Is Donald Trump het hoogtepunt van het neoliberale experiment?
Voor Naomi Klein, geïnterviewd in NRC, is het antwoord duidelijk: ‘Hij is bij uitstek het product, de belichaming en het instrument van de dominante politieke ideologie van de afgelopen decennia: het neoliberalisme.’

Klein is bekend als activiste en schrijfster van onder andere ‘No Logo’ en ‘De Schokdoctrine – opkomst van het rampenkapitalisme.’ Haar nieuwe boek: ‘No Is Not Enough – Defeating the New Shock Politics’ gaat over en is een kritiek op Trump en de partij waarvan hij het boegbeeld is:

‘De Trumps zijn wat ik toen voor onmogelijk hield: een menselijk megamerk. Ze probeerden steeds zo veel mogelijk in de spotlights te staan, als belichaming van hun luxe-merk. Nu doen ze dat als First Family. Trump is niet eens in staat onderscheid te maken tussen het presidentschap en de rest van zijn ondernemingen. Alles wat hij doet heeft tot doel het Trump-merk vooruit te helpen.’

Moeilijk is dat volgens Klein niet:

‘Misschien is een van de ingrijpendste gevolgen van het neoliberale tijdperk wel het verlies van verbeeldingskracht, waardoor de status quo een zekere onvermijdelijkheid heeft – precies zoals Margaret Thatcher wenste met haar slogan “There is no alternative”.’

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Rev. Xanatos Satanicos Bombasticos (ClintJCL) (cc)

Koper, kijk uit!

COLUMN - De kop boven dit stuk is mijn vertaling van de klassieke aansporing “caveat emptor”. Dat principe kreeg een holle toon, toen de a-moraliteit in de financiële wereld ons volledig uitkleedde en in een mondiale crisis stortte.

De koper kan inderdaad maar beter oppassen en ook de aansporing “ken u zelve”, zoals het orakel van Delphi uitsprak, ter harte nemen. De markt lost alles op en heeft een unieke regelende kracht, beweren bepaalde politieke stromingen,  maar ik word niet vrolijk van mijn avonturen.

Het toeval wil dat ik enige tijd niet schreef voor Sargasso, omdat ik aan het verhuizen ben. Ik heb opgetogen verslag gedaan van mijn ervaringen met de “Rijksdienst voor Ondernemend Nederland” (echt, geen bijverdienste van wethouder Hekking uit Juinen) en het verkrijgen van een energielabel. Het is een mooie illustratie van de beleidsmatige onzin, die wij met elkaar produceren.

Maar ik heb er meer, sterker, bijna alle ervaringen op de markt hebben dit of een soortgelijk verloop. Samenhangende diensten aan klanten verlenen wij niet meer. De realiteit is dat uitbesteding en onderaannemers vooral als functie hebben de risico’s voor ondernemers te verplaatsen naar de klant. Laat ik eens twee voorbeelden geven, waarin ik de rol van eenvoudige consument vervul.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Duopolie | Marktwantrouwen

COLUMN - ‘De markt’ is een concept waar veel mensen – door ervaring wijs geworden – wantrouwend tegenover staan. Maar dat is niet altijd terecht.

De laatste decennia is er in Nederland op veel terreinen marktwerking geïntroduceerd: de zorg, CO2-emissies, telefonie, etc. Opvallend is dat er in discussies over marktwerking, vooral als het gaat om zorg en onderwijs, naast economische en technische argumenten vaak ook morele argumenten tegen de markt en het bijbehorende winstoogmerk worden aangevoerd. Deze argwaan ten opzichte van commerciële motieven is van alle tijden. Sinds Jezus op hardhandige wijze de handelaren uit de tempel gooide leven christendom en commercie op gespannen voet, en Karl Marx’ waarschuwing voor de algemene corruptie en omkoopbaarheid in kapitalistische systemen wordt nog altijd uitgedragen door linkse politici.

In een recent essay en bijbehorend boek, steekt Harvard-filosoof Michael Sandel, wereldwijd bekend om zijn colleges over gerechtigheid, deze kritiek in een nieuw jasje. Hij betoogt dat de universele vermarkting van alle goederen het morele karakter en de waardigheid van mensen aantast. Hij geeft daarbij actuele voorbeelden uit Verenigde Staten en schetst een beeld van een samenleving waarin “alles te koop is”: mensen die hun voorhoofd verkopen voor reclame, die anderen betalen om voor hen in de rij te staan voor een kaartje, en die (illegaal) menselijke organen kopen.

Deze voorbeelden spreken weliswaar tot de verbeelding, maar is er systematisch bewijs dat markten morele deugdelijkheid ondergraven? Er zijn daadwerkelijk empirische aanwijzingen (pdf) dat monetaire prikkels intrinsieke vormen van motivatie kunnen verminderen. Een paar voorbeelden: kleine beloningen verminderden (pdf) de prestaties van vrijwilligers, kinderen die voor een taak beloond worden zijn nadien minder bereid (pdf) die taak zonder beloning uit te voeren dan kinderen die geen beloning ontvingen, een kleine boete voor te laat komende ouders in een kinderdagverblijf leidt tot meer laatkomers, en minder mensen (pdf) accepteerden een nucleaire afvalplaats in de omgeving als daar een substantiële beloning tegenover stond. In al deze gevallen lijkt het erop dat de monetaire beloning (of straf) de aard van de transactie verandert en niet-commerciële motivaties ondermijnt.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Globovisión (cc)

Wetenschap en industrie hoeven niet te bijten – ook in zorg niet

ANALYSE - De gezondheidszorg is duur en dreigt straks meer dan de helft van het gezinsinkomen op te slokken. Dat er op de kosten bespaard moet worden, is evident, maar de vraag is hoe. De Health Campus  in Maastricht, een publiek-privaat samenwerkingsproject, biedt antwoord.

De kosten van de gezondheidszorg nemen almaar toe, vanaf 2000 zelfs in versnelde mate. Er zijn al verschillende ideeën geopperd om de zorgkosten te drukken. Ze variëren van gezonder leven; langer doorwerken; groter kostenbewustzijn; eigen betalingen en herziening van het basispakket. Ook betere informatievoorziening, therapietrouw worden als mogelijk oplossingen genoemd. Samenvattend zou je kunnen zeggen dat het beleid de patiënten, de behandelaars, de politiek en de overheid ertoe moet zetten om ieder hun verantwoordelijkheid te nemen. Alleen op die manier kan de zorg betaalbaar blijven.

Maakt publiek-private samenwerking zorg betaalbaar?

Opvallend genoeg wordt in de meeste plannen geen melding gemaakt van de mogelijkheden om private-publieke samenwerkingsverbanden aan te gaan, terwijl er in de verschillende delen van Nederland wel mee wordt geëxperimenteerd, bijvoorbeeld in Zuid-Limburg. De Maastricht Health Campus is een samenwerkingsverband tussen de Universiteit Maastricht, het Maastricht Universitair Medisch Centrum, de Limburgse Development en Investment Fonds (LIOF), de gemeente Maastricht en de provincie Limburg. Op de campus worden ideeën en innovaties uit wetenschappelijk onderzoek en de zorgpraktijk (door)ontwikkeld en ‘on site’ klinisch getest. De bedoeling is dat de opgedane kennis ook daadwerkelijk de dagelijkse praktijk bereikt en ook een bijdrage levert aan de verlaging van de zorgkosten.

Foto: Foto Wikipedia copyright ok. Gecheckt 22-09-2022

Aasgierkapitalisme op TV

De Zembla-uitzending van afgelopen vrijdag over ‘horrorhypotheken’ was  typisch Zembla: eenzijdig.  Ja, banken verstrekten teveel ‘slechte’ hypotheken en sturen te makkelijk aan op executieverkoop– met grote restschulden en dus vele gezinsdrama’s tot gevolg. Terecht dat Jan Kees de Jager en de AFM daar wat aan gaan doen. Maar Zembla draait de duimschroeven nauwelijks aan bij de consumenten die vaak toch aan hun eigen hybris ten prooi vallen en op tal van manieren dergelijk drama’s kunnen voorkomen. Toch was de Zembla-uitzending geslaagd: de camera legde namelijk een schuw en zeldzaam in het daglicht opererend roofdier vast: de vulture capitalist, de aasgier die leeft van de door ‘de markt’ verwonde prooidieren.

Get Microsoft Silverlight Bekijk de video in andere formaten.

We maken kennis met de familie Speet, een gezin met drie kinderen, dat door omstandigheden buiten hun schuld met een betalingsachterstand is komen te zitten en tevergeefs vecht tegen executieverkoop. Die gedwongen verkoop zou maar 213.000 euro opleveren, terwijl vergelijkbare huizen in de reguliere markt minstens 270.000 euro opbrengen. Het zou de familie dus meer dan een halve ton schelen als hun bank, de Rabobank in dit geval, coulanter zou zijn en met hen tot een andere oplossing zou komen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Goldman Sachs rules the world

update: Het blijkt een aandachtszoeker te zijn.

Volgens mij is het een hoax van de Yes Men. Een handelaar met gewetensbezwaar. Een handelaar die openlijk vertelt waarom de markt in de crisis opereert zoals die opereert. Voor veel handelaren is dit geen crisis, maar een nieuwe kans om geld te verdienen. Daarbij is het onbelangrijk wat politici doen. Wat moet je als burger doen? Save yourself, protect your assets. Nu het nog kan.

Met dank aan Joost.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Kartels: een klusje voor Youp?

Honderd miljoen huishoudens betaalden 3 jaar lang teveel voor hun Persil, Omo, Witte Reus en Dash. Het Duitse Henkel, het Amerikaanse Procter&Gamble (P&G) en ons aller Unilever, zijn door de Europese Commissie schuldig bevonden aan prijsafspraken tussen 2002 en 2005 in Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Portugal en Spanje. Klokkenluider Henkel ging vrijuit, maar Unilever kreeg een boete van 104 miljoen euro en P&G van 211 miljoen.

Toch is er op de websites van de daders nog geen mea minima culpa te bekennen. En dat terwijl Unilever, Henkel en P&G de prijsafspraken officieel tegenover de Commissie hebben erkent, waar ze een riante strafkorting voor hebben gekregen. Het besluit van de Commissie is bovendien bindend bewijs dat illegale praktijken hebben plaatsgevonden. Ze erkennen dus enkel schuld waar het loont. De woordvoerder van Unilever zegt zelfs tegen het FD zegt dat ‘niemand’ schade heeft. Komen ze hiermee weg? Ja, en wel om twee redenen.

Ten eerste onze kartel-moeheid. Er zijn simpelweg teveel kartels. Grote zaken van de afgelopen jaren betroffen autoruiten (Saint Gobain, Ashai e.a.), energie (E.ON, GDF Suez), liften (ThyssenKrupp), vitamines (F. Hoffmann-La Roche e.a.), verkeersregelinstallaties (Siemens e.a.), en bier (Heineken, Bavaria, Grolsch en Inbev), maar de lijst is schier oneindig: van asfalt en bananen tot scharnieren en zwembadchloor. Kartels lijken zo een geaccepteerde vorm van economische ongehoorzaamheid – het kattekwaad van onze markteconomie.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Volgende