‘Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten?’

door Duane van Diest en Noa Harmsen, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over Liberalisme in crisis (oktober 2022) Het denken van de Duitse politiek filosoof Lisa Herzog bevindt zich op het snijvlak van politieke theorie en economie. Ze noemt het bovendien de ‘activistische kant van haar werk om gaten te slaan in de economische aannames van mensen’.[1] Voor Idee spreken we haar over de vraag of het liberalisme in crisis is. In ons gesprek wijst Herzog op een blinde vlek van liberalen vandaag: macht. ‘Ik denk dat het liberalisme zich meer moet gaan focussen op het beschermen van onze vrijheden tegen private machten.’ Dat het liberalisme momenteel onder vuur ligt, herkent Herzog wel. ‘Ik merk dat het in sommige academische kringen best lastig is om vast te houden aan een idee van liberalisme dat armoede en klimaatrechtvaardigheid serieus neemt’, vertelt ze. ‘Je wordt er al gauw van verdacht eigendomsrechten en de rechten van grote bedrijven belangrijker te vinden. Maar in mijn perspectief hebben die rechten weinig te maken met de vrijheden van alle mensen als burgers, wat ik opvat als de kern van het liberalisme.’ Net als in haar werk, blijft Herzog het liberalisme tijdens ons gesprek steevast verdedigen, maar dan wel als een breed begrip. ‘Sommige mensen definiëren liberalisme als het vrij zijn van overheidsbemoeienis. In dat begrip gaat liberalisme hand in hand met een focus op de markt. Dat is een te smalle opvatting’, zegt Herzog. ‘Ik begrijp het liberalisme liever als een politieke traditie waarin een reeks rijke en complexe vrijheden voor alle leden van een maatschappij centraal staat, die mensen in staat stelt om een autonoom leven te leiden.’ Ze noemt het liberalisme dan ook een ‘aspirerend’ concept: iets om naar te streven, maar dat nooit volledig kan worden bereikt. ‘Dergelijke concepten worden vaak geloofd in crisis te zijn, omdat niet wordt bereikt wat we willen bereiken. Het volgt hetzelfde patroon als bijvoorbeeld het debat over de crisis van de democratie.’ Een vrije samenleving, zonder oneindige consumptie ‘Historisch gezien lag de focus van het liberalisme vooral op het afwijzen van de macht van de staat en soms ook van religie. De nadruk lag op bescherming van burgers tegen interventie van de staat en religie in het persoonlijke leven.’ Vandaag is dit smalle begrip van het liberalisme niet meer toereikend, vindt Herzog. ‘Ik denk dat het liberalisme zich meer moet gaan focussen op het beschermen van onze vrijheden tegen private machten. Denk dan bijvoorbeeld aan de grote bedrijven, maar misschien ook aan maatschappelijke druk en groepsdruk onder jongeren. Dat vergt een bredere definitie van het liberalisme, met een rijker begrip van vrijheid dan alleen de afwezigheid van staatsinterventie.’ Herzog vindt de ontwikkeling van dat rijkere vrijheidsbegrip urgent. ‘Velen zitten vast in een ‘Koude Oorlog’-mindset, met aan de ene kant de nadruk op individuele vrijheid en vrije marktdenken en aan de andere kant een soort totalitarisme.’ Deze manier van denken helpt niet om de problemen van onze tijd het hoofd te bieden. ‘Eén van de grote uitdagingen van vandaag is hoe we kunnen nadenken over menselijke vrijheid en de verdeling van onze vrijheden in een situatie waarin de klimaatcrisis schreeuwt om een nieuwe definitie van groei, specifiek waar het aankomt op materiele consumptie. We moeten beter gaan nadenken over wat we nodig hebben aan materiële bronnen, ruimte en energie om een vrij leven te kunnen leiden. Wie heeft toegang tot deze bronnen en wie niet?’ ‘Wat betekent een vrije samenleving wanneer we niet langer oneindig kunnen consumeren?’, stelt Herzog zichzelf de vraag. De antwoorden zouden we moeten zoeken in vrijheden die niet-materialistisch zijn. ‘De nadruk lag te veel op individuele consumptie. De meeste mensen consumeren veel meer dan strikt noodzakelijk is om een vrij leven te leiden. Tegelijkertijd hebben we juist tekorten aan andere vrijheden, die bijvoorbeeld te maken hebben met participatie, een stem hebben, samen ons leven besturen.’ Deze niet-materiële vrijheden zouden we veel serieuzer moeten gaan nemen. Doen we dat niet, waarschuwt Herzog, dan komt het liberalisme onder druk te staan door een gebrek aan gedeelde basiswaarden. Dat ziet ze bijvoorbeeld gemanifesteerd in het rechtspopulisme. ‘Natuurlijk moeten we niet luisteren naar racisme en xenofobie, maar veel van wat er achter dit extreemrechtse gedachtegoed schuilgaat, heeft te maken met een gevoel van mensen dat ze te weinig te zeggen hebben over hoe hun leven eruitziet, dat hun stem niet gehoord wordt. Het huidige economische systeem dient alleen een kleine groep superrijken.’ ‘De neiging om werknemers machtelozer te maken’ Een stem hebben, deel kunnen nemen aan de democratie; het zijn vrijheden die centraal staan in het republikeinse idee van vrijheid – niet te verwarren met de Republikeinen in Verenigde Staten. ‘Dat is eerder het tegenovergestelde!’ Herzog: ‘Republikeinse vrijheid is eigenlijk een heel oud idee, dat recentelijk nieuwe grond heeft gevonden in de academische wereld. Het gaat over de vrijheid van vrije mensen als burgers in een vrije samenleving. Ze worden niet bestuurd door een monarchie, een tiran of andere externe krachten. Ze besturen zichzelf. Het gaat om gelijkheid, om gelijke rechten om in dit zelfbestuur te participeren.’ Herzog zet dit idee van vrijheid af tegen het idee van een vrije markt: ‘Het is totaal anders.’ Republikeinse vrijheid vraagt om sterke regulering van de vrije markt, zodat iedereen toegang heeft tot bepaalde goederen en diensten, zoals medische zorg. Om iedereen gelijke rechten en vrijheid te geven, is het namelijk van belang om grenzen te stellen aan wat economische machten en de markt kunnen doen. ‘Als je dit idee van vrijheid serieus neemt en echt nadenkt over wat het betekent om dit aan alle mensen in de samenleving te kunnen geven, dan kom je bij een heel ander liberalisme uit dan slechts het vrije marktdenken.’ Hoe dat ‘heel andere liberalisme’ eruit kan zien, toont Herzog in haar werk over democratie op de werkvloer. Via een netwerk van gelijkgezinde wetenschappers en experts probeert ze het idee te verspreiden om werknemers meer zeggenschap en bescherming te geven. ‘In bepaalde werkrelaties die we vandaag de dag zien, zoals platformwerk, zijn de machtsverhoudingen erg scheef. Deze mensen hebben geen vakbonden en kunnen zo weinig doen aan de manier waarop ze worden behandeld. Dat is heel problematisch. Op dit moment gaat het in Europa niet om grote aantallen mensen, maar de neiging om werknemers machtelozer te maken zien we steeds groter worden. Die ideeën komen wederom voort uit marktdenken.’ Ook vrijheid is ongelijk verdeeld Ongelijke verhoudingen spelen niet alleen op de werkvloer een rol; ook onze vrijheden zijn momenteel ongelijk verdeeld. Herzog: ‘Neem twee verschillende individuen, die beiden een baan in de medische wereld ambiëren. Voor de één is de sky the limit, met ouders die deze ambities ondersteunen; zij heeft een sociaal netwerk en bij fouten krijgt ze een tweede kans. De ander heeft geen rolmodellen, want mensen met haar achtergrond doen dit soort werk in de regel niet. Ze internaliseert bovendien de stereotypen die haar tegenwerken, waardoor ze het niet eens meer probeert.’ De twee individuen genieten duidelijk niet dezelfde vrijheid wanneer het gaat om beroepskeuze. Op de vraag wat we aan deze ongelijke verdeling van vrijheid kunnen doen, haalt Herzog de Britse econoom Tony Atkinson aan. ‘Hij stelde onder meer voor dat we aan de ene kant grenzen stellen aan de hoeveelheid erfenis die iemand kan ontvangen en aan de andere kant de mensen die geen erfenis ontvangen een startbedrag meegeven. Zo kunnen de grote verschillen die tussen jonge mensen ontstaan gelijker gemaakt worden.’ Dit zou bijvoorbeeld de ongelijkheid in de woningmarkt kunnen oplossen, zegt Herzog. Daar is de ongelijkheid tussen jonge starters goed zichtbaar: de één kan een huis kopen met behulp van geld van de familie, maar de ander wordt vanwege een gebrek aan hulp buitenspel gezet. Herzog wijst er bovendien op dat er verschillende niveaus van privilege en achterstelling zijn. De samenleving is geen gelijk speelveld, waarin iedereen met dezelfde kansen en mogelijkheden aan het leven begint. Waar en hoe je wordt geboren, rijk of arm, wit of niet-wit, in de stad of het platteland, het heeft allemaal invloed op het verloop van je leven. ‘Het is gelieerd aan een idee uit de feministische-juridische theorie, namelijk intersectionaliteit. Het betekent dat je verschillende soorten achterstellingen in samenhang moet bekijken.’ Te lang zijn liberalen uitgegaan van een ‘standaardmodel persoon’, zegt Herzog. Die was wit, man en autonoom. De lusten en lasten van mensen die niet aan dit standaardmodel voldeden, werden over het hoofd gezien. ‘In die zin denk ik dat het liberalisme naar de geschiedenis moet kijken en behoorlijk zelfkritisch moet zijn over sommige van deze uitsluitingen.’ ‘Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten?’ Een gelijkere verdeling van vrijheden vergt bovendien meer aandacht voor macht en machtsverhoudingen. In het liberalisme werd de afgelopen decennia vooral nagedacht over rechtvaardigheid in termen van ‘wie krijgt wat?’, zegt Herzog. ‘Er is niks mis met nadenken over het verdelen van onze bronnen, we hebben ze nu eenmaal nodig, maar er zijn verschillende soorten bronnen. Er zijn bronnen die we nodig hebben voor ons dagelijks leven, maar ook bronnen die zich kunnen vertalen in andere dingen, waarmee we anderen kunnen beïnvloeden. Over het algemeen geldt: wie meer bronnen heeft, heeft meer macht. En op deze machtsverhoudingen werd eigenlijk niet gefocust.’ Dat zouden we wel moeten doen. ‘De machtsverhoudingen zijn tegenwoordig erg scheef en we kunnen ons afvragen of dat wel rechtvaardig is. Hoeveel machtsongelijkheid willen we toelaten? En hoe verhouden de machtsverhoudingen zich tot het basisprincipe dat iedereen dezelfde morele status en rechten zou moeten hebben?’ Herzog licht daarbij in het bijzonder de machtsongelijkheid tussen het individu en de grote bedrijven uit. ‘Grote bedrijven hebben steeds meer rechten gekregen, terwijl collectieven die vriendelijkere machten hadden kunnen zijn, zoals maatschappelijke organisaties of vakbonden, minder invloed kregen. Dat vormt een reële bedreiging voor de individuele vrijheid.’ Deze ongelijke machtsverhoudingen blijven namelijk niet beperkt tot de economische sfeer, maar vertalen zich naar allerlei andere gebieden in de samenleving, zoals de juridische. ‘Als jij als persoon Amazon of een ander groot bedrijf wil aanklagen, dan is dat bijna onmogelijk. Je zou geld moeten inzamelen, goede advocaten moeten vinden of misschien moet je hulp zoeken van een NGO en een pr-adviseur aannemen. De ongelijkheid is te groot.’ De oplossing hiervoor? Ten eerste moeten we beseffen dat machtsverhoudingen een probleem zijn, vindt Herzog. Daarnaast moeten we ons realiseren dat we in veel sociale situaties machteloos zijn in ons eentje. ‘We moeten bemiddelende organisaties opbouwen en versterken, zoals de eerdergenoemde maatschappelijke organisaties. Een tegengewicht vormen tegen de macht van dergelijke bedrijven.’ Tenslotte benoemt Herzog het belang van transparantie in lobbypraktijken. ‘Het is makkelijk om naar de VS te wijzen als voorbeeld en te zeggen ‘geld bepaalt alles in hun politiek’. Maar als we naar lobbypraktijken kijken in bijvoorbeeld Brussel en andere Europese hoofdsteden, dan is er ook hier nog erg veel werk te verrichten.’ Aan het einde van ons gesprek doet Herzog nog een oproep, een hartenkreet. Liberalen moeten inzien, zegt ze, dat we niet alleen vrije individuen zijn, maar ons ook bevinden in een bepaalde sociale situatie die invloed op ons uitoefent, ons perspectief beperkt en blinde vlekken creëert. Die twee posities sluiten elkaar niet uit en de opdracht is om ze te verbinden met elkaar. Herzog: ‘Ik ben geneigd om te denken dat de beste manier om hieraan te werken is om naar verschillende stemmen te luisteren en perspectieven van verschillende kanten te begrijpen. Dat leidt dan weer tot de oproep om ervoor te zorgen dat de stem van iedereen wordt gehoord in een democratie.’ Het is belangrijk om onze eigen privileges onder ogen te zien, vindt ze, maar dat betekent niet dat we zelf geen stem meer hebben. Wel dat we ‘soms eerst even achterover moeten leunen en moeten luisteren, voordat we zelf spreken.’ --------- [1] Rijksuniversiteit Groningen, ‘Blowing holes in economic ideologies’, 13 september 2021, www.rug.nl Prof. dr. Lisa Herzog studeerde economie, filosofie en politieke theorie in München en Oxford en werkte aan de universiteiten van St. Gallen, Frankfurt, Stanford en de TU Munich. Sinds 2019 is zij hoogleraar Politieke Filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze doet onderzoek naar democratie op de werkvloer, beroepsethiek en de rol van kennis in democratieën. Andere thema’s die haar interesseren zijn diversiteit en interdisciplinariteit. Ze is onderdeel van de Jonge Akademie, een platform binnen de KNAW voor jonge topwetenschappers. Duane van Diest is redactielid van Idee. Noa Harmsen is oud-stagiaire van de Van Mierlo Stichting. Idee-magazine is de periodieke uitgave van de Mr. Hans van Mierlo Stichting, het wetenschappelijk bureau van D66. Wij danken de redactie voor hun medewerking. Dit artikel is onderdeel van de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Door: Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg
Foto: Barcelona En Comú (cc)

‘Ik denk niet dat het kapitalisme getemd kan worden’

INTERVIEW - door Daniël Boomsma, eerder verschenen in het themanummer van idee-magazine (tijdschrift voor het sociaal-liberalisme) over marktmacht (april 2021)

Econoom en politicus Yanis Varoufakis maakte naam als de markante minister van Financiën van het noodlijdende Griekenland in 2015, in de nasleep van de eurocrisis. Hij verzette zich – tevergeefs – tegen de geëiste bezuinigingen op de Griekse economie in ruil voor steunpakketten. Inmiddels is hij parlementslid voor MeRA25, dat deel uitmaakt van zijn pan-Europese beweging DiEM25 (Democracy in Europe Movement 2025). In zijn roman Another Now. Dispatches from an Alternative Present (2020) schetst hij een alternatieve economie waarin commerciële banken en aandelenbeurzen zijn verdwenen en werknemers bedrijven in collectief eigendom hebben. ‘De geschiedenis leert ons dat haalbare alternatieven absoluut onhaalbaar lijken totdat ze tot stand zijn gekomen.’

In uw roman Another Now stelt één van de hoofdpersonages, Iris, dat ‘er maar één keuze is. Óf we geven ons over aan een oligarchie die in naam van het liberalisme over elke vorm van vrijheid walst die ertoe doet. Óf we erkennen dat de uitvinding van het kapitalisme moet worden tenietgedaan’. Een ander personage, Eva, antwoordt dat het kapitalisme ‘ons allemaal uit de armoede heeft getild en het enige realistische perspectief biedt om hetzelfde te doen voor miljoenen mensen die er nog steeds onder te lijden hebben’. Maar Eva geeft ook toe dat ‘het temmen van het kapitalistische beest waarschijnlijk zinloos is’. Wanneer raakte u er zelf van overtuigd dat het kapitalisme niet te temmen is?
‘Laat me, voordat ik die vraag beantwoord, vooropstellen dat de twee personages die je noemt, Iris en Eva, een innerlijk conflict doormaken. Dat is iets goeds. Als we niet twijfelen, zijn we gevaarlijk. De romanvorm is daar bij uitstek geschikt voor. Als je een essay of een manifest schrijft, moet je zeggen waar je in gelooft. De structuur van de roman laat meer vrijheden toe en biedt de mogelijkheid om twijfels over je eigen opvattingen uit te drukken. Je ziet dat in deze roman omdat Eva uiteindelijk besluit dat ze zich niet kan verenigen met hoe het kapitalisme nu is, terwijl Iris het omgekeerde doet. Dat gezegd hebbende: ik ben al heel vroeg gaan geloven dat het ondoenlijk is om het kapitalisme te temmen. De macht van het kapitaal vandaag is immens. Het is een beest dat zowel geweldige als verschrikkelijke dingen kan doen. Ik denk niet dat het te temmen is. Het is eventjes gelukt, gedurende een kwart eeuw na de Tweede Wereldoorlog. Toen leek de financiële geest terug in de fles te zijn gestopt. We hadden feitelijk een wereldwijd geleide economie. We hadden overal dezelfde munteenheid met vaste wisselkoersen, controle op kapitaal zodat banken niet met geld konden gokken. Vijfentwintig jaar lang hadden we afnemende ongelijkheid, sterke economische groei, goede banen en lage inflatie. Dichterbij een beschaafd kapitalisme zijn we niet gekomen. Maar de periode sinds 1971, het jaar dat Bretton Woods explodeerde en het neoliberalisme werd ingeluid, bewijst dat het beest niet bedwongen kan worden. Het brak zijn ketenen. Het creëerde opnieuw een irrationele uitbundigheid, die leidde tot de financiële crisis van 2008 en de economische stagnatie die we sindsdien kennen – en die wordt versterkt door de coronapandemie.

Quote du Jour | De macht van ambtenaren

Nu de politici aan de beurt zijn om zich te verantwoorden over de toeslagenaffaire moeten we misschien ook eens kijken naar de verhouding tussen politiek en ambtenarij. In de NRC schreef Tom-Jan Meeus afgelopen zaterdag over een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau dat de mislukking van de Participatiewet onder de aandacht brengt.

‘Ambtenaren zijn de invloedrijkste denktank van Den Haag’, schreef Meeus.

De ‘brede heroverwegingen’ van 2010 bevatten op drie terreinen ideeën om ‘de participatie’ op de arbeidsmarkt van mensen met een uitkering te verbeteren (en gelijktijdig te bezuinigen). Zo opperden topambtenaren dat drie wetten – voor de bijstand (WBB), de sociale werkplaatsen (Wsw) en de jonggehandicapten (Wajong) – konden worden samengevoegd „in één regeling op sociaal minimumniveau” en dat „de gemeenten verantwoordelijk [worden] voor deze regeling”. De premisse: spreek mensen dichtbij huis aan op wat ze kunnen, en niet op wat hen mankeert – dan bespaar je op uitkeringen. Zelfredzaamheid als basis voor kortingen.

Foto: Sofi (cc)

Kunst op Zondag | Europa en de stier

De wereld gaat aan understatements ten onder en dit is er een van:

‘Europa en de stier’ is een geliefd thema in de schilderkunst en de beeldhouwkunst.

Het staat bij Wikipedia en menig ander platform zo beschreven. Het verhaalt van een viespeuk die zich oppermachtig waant.  Vermomt als stier verleidt hij een jonge vrouw. Ze gaat er in mee en net als ze denkt een gezellig ritje op zijn rug te maken, snelt het beest er vandoor.

Dwars door zee. Bang om te verdrinken klampt de deerne zich dan maar vast aan het ondier. De stier neemt haar mee naar Kreta, overweldigt haar en schopt haar zwanger. De een noemt het ‘Europa en de stier’, een ander betitelt het als ‘De ontvoering van Europa’. Maar het is niets meer en minder dan ‘De verkrachting van Europa’.

En dat staat dan ook nog door heel Nederland!

In Hilversum: Ek van Zanten (1933 – ) – Europa en de stier (1961)
Brbbl, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons, Europa en de stier Ek van Zanten Laapersweg Hilversum, 1961

In Deventer: Pieter d’Hont (1917 – 1997) – Europa en de Stier (1963)
JanB46, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons Europa en de stier Deventer 2010

In Utrecht: Gerard van der Leeden (1935 – ) – Europa op de stier (1973)
Brbbl, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons, Europa op de Stier Gerard van der Leeden Rivierenwijk Utrecht

In De Bilt: Jits Bakker (1937 – 2014) – Europa en de Stier (1998)
Brbbl, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons, Europa en de Stier Jits Bakker Hesenweg De Bilt. 1998

Foto: Daniel Antunes (cc)

De matties van de ministers

COLUMN - Al langer piekerde ik hoe het kabinet er nu een noodwet over de avondklok doorheen kon jagen die de juiste grondslag miste. Dat de Kamer het niet doorhad, kan ik me voorstellen: die beschikt niet over een gespecialiseerd leger ambtenaren. Maar Justitie en Binnenlandse Zaken wel. Had er niemand met kennis van grondrechten bij een topambtenaar aan de bel getrokken? Had geen enkele stafchef zijn of haar minister gewaarschuwd dat die op het punt stond te blunderen? Ik kon het me slecht voorstellen.

Tot ik een interview met Onno Ruding hoorde, oud-minister van Financiën onder Lubbers, in de jaren ’80. Ruding haalde daarin uit naar de Algemene Bestuurdienst; de pool van hoge ambtenaren, die geregeld van directoraat – en soms ook van ministerie – moeten wisselen, als waren ze deelnemer aan een stoelendans zonder nieten. Dat kwam neer op systematisch afbreuk doen aan het belang van vakkennis, vond Ruding: zo schiep je een generatie van generalisten, die eerder manager waren dan specialisten. Er zouden veel meer vakinhoudelijke eisen aan hun benoeming moeten worden gesteld.

Ruding liet de term ‘bontkraag’ vallen: topambtenaren die als een beschermlaagje om de nek van hun minister klitten. Hoogleraar Roel Nieuwenkamp schreef in 2014 een boek over deze ‘functioneel-gepolitiseerde’ topambtenaren: Schaduwpolitici, bontkragen en blokkendozen. Ze fungeren eerder als ministeriële entourage of hofhouding dan als kritische deskundigen; ze zijn er meer om hun minister te stutten en steunen dan om solide beleid te bepleiten en als advocaat van de burgers treden ze zelden op, omdat zulks hun minister niet behaagt.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Quite Adept (cc)

Arrogantie van de macht

COLUMN - Het was niet zozeer het het gelieg, verpakt als ‘daar heb ik geen herinnering aan’; dat hadden we al eerder gezien van Mark Rutte. Wat me het meest stoorde aan Ruttes optreden was al een week eerder gebeurd. Nadat de aantekeningen van de verkenners waren uitgelekt, en de Kamer opheldering had geëist wie hun collega Pieter Omtzigt nu die ‘functie elders’ had toegedacht, vroeg een journalist van de NOS aan Rutte of iemand hier nog verantwoording over ging afleggen.

Nee, antwoordde Rutte, en loog nog maar eens dat de opmerking over Omtzigt niet van hem kwam. En nu, vroeg de journalist. Tsja, zei Rutte: de verkenners waren afgetreden, er zouden nieuwe komen, en dat was dat. De voormalige verkenners zouden niet toelichten waar die opmerking over Omtzigt vandaan kwam. En toen zei hij het: ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’

Het was geen constatering, maar een opdracht aan de verkenners, waarvan er eentje dient als (demissionair) minister in Ruttes regering en de ander prominent lid van zijn partij, de VVD. Kortom: mensen over wie Rutte macht heeft. ‘Niemand gaat hier uitleg over geven.’ Bek houden, jullie allebei. Rutte deed de zaak ter plekke af als een bedrijfsongevalletje. Zand erover, schouders ophalen en doorgaan. Niets aan de hand, niets te zien. Doorlopen, mensen.

Foto: MANYBITS (cc)

Kunst op Zondag | La condition humaine

‘La condition humaine’, Frans voor ‘the human condition’, Engels voor ‘Het menselijk tekort’, het lot der mensheid, de toestand der mensen.

Te vinden in een roman, een filosofisch boek, een filmserie, een paar schilderijen en nog zo wat kunstuitingen. Meestal wordt er de (al dan niet innerlijke) worsteling van de mensen met hun goed en kwaad mee bedoeld.

De een meent dat goed en kwaad zo vanzelfsprekend tot de menselijke natuur behoren dat er geen leven zonder kwaad denkbaar is. Een ander beweert dat zelfs als een mens tot louter goed in staat is, anderen (of omstandigheden waar hij/zij in terecht kan komen) hem/haar dwingen tot moord en doodslag. Kortom: de mens als dader én slachtoffer, als beul én gevangene, als wolf en schaap. Het is van een noodlottigheid waar een mens niet vrolijker van wordt. Helpt kunst een beetje?

Bij de surrealist René Magritte is alles niet wat het lijkt en dat is dan ook precies wat het werkelijk is.

Een schildersezel met daarop een schilderij dat zo te zien af is, belemmert het uitzicht naar buiten. We schuiven de ezel opzij, want we willen wel wat meer van de wereld zien. En wat zien we?

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Minister-president Rutte (cc)

We kunnen best zonder politieke journalistiek

COLUMN - De idee dat macht corrumpeert en absolute macht absoluut is een belangrijk argument om het op te breken. Sinds de Verlichting bestaat de idee dat de absolute vorst zijn macht vooral moet delen; eerst met ministers, dan met een parlement, ten slotte met het volk. Dat alles om ernstige ongelukken te voorkomen. Deze beweging van koning naar volk heeft geleid tot de fragmentatie van politieke macht en eist dat wordt samengewerkt vanuit specifieke verantwoordelijkheden (wetgevend, uitvoerend, rechtsprekend) om iets te bereiken. Het proces van delen en fragmenteren kan worden samengevat als de democratisering van de politieke macht.

Datzelfde gebeurt ook met de controle op die macht – de journalistiek. Met een groot verschil: de democratisering van macht waarderen we, de democratisering van de journalistiek wordt gevreesd.

De journalistiek is in den beginne nog een partijgebonden pers die vooral anderen de les lazen (de verzuiling). Met de ontzuiling ontwikkelde de journalistiek zich als een elite (geprofessionaliseerd) die de controle op de politiek als belangrijke taak zag. De politieke journalistiek ontwikkelde zich als een aparte discipline op en rond het Binnenhof. Om tot die groep te horen, moet aan voorwaarden worden voldaan: accreditatie, opleiding, beschikbaarheid en geschiktheid die wordt vastgesteld door ervaringsdeskundigen. En, niet onbelangrijk: journalisten moeten toegang hebben tot een medium. Maar de grenzen tussen politieke journalistiek als-professie en andere vormen van journalistiek vervagen.

Foto: Mike Licht (cc)

Taal krijgt zijn autoriteit van buiten

COLUMN - Het komt slechts zijdelings aan de orde in het artikel dat de Australische taalkundige Ingrid Piller schreef voor het Journal of Sociolinguistics: het failliet van de gedachte dat je met taal je autoriteit kunt opbouwen. Het is een oud idee, dat ten grondslag ligt aan de klassieke retorica én aan veel latere analyses. Maar het stort volledig in elkaar wanneer we het succes bezien van de Amerikaanse president Donald J. Trump.

Er zijn wel mensen die proberen allerlei standaard retorische technieken toe te passen op zijn taalgebruik om daar dan zijn overtuigingskracht op zijn publiek mee te verklaren, maar mij heeft dat nooit overtuigd.

Vlak na zijn verkiezing schreef ik dat al over de framing-theorie: die zegt dat mensen de waarheid in een bepaald licht plaatsen wanneer ze iets zeggen.

Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat VVD-politicus Klaas Dijkhoff door gebruik te maken van de wachtgeldregeling een grote graai doet uit de staatsruif of dat hij gebruik maakt van uitgesteld salaris. Dat zijn allebei feitelijk correcte beschrijvingen, maar ze hebben verschillende implicaties.

Maar bij Trump gaat dat allemaal niet op, want in zijn communicatie lijkt de eeuwige zoektocht naar de waarheid verlaten. Als hij Dijkhoff was zou hij bijvoorbeeld eerst zeggen dat hij inderdaad dat geld ontving, en het de volgende dag ontkennen, vervolgens roepen dat Lodewijk Asscher schandalig veel wachtgeld ontvangt, en dan weer dat Asscher een loser is omdat hij het wachtgeld niet durft aan te nemen. En dit alles zonder zelfs maar de suggestie te wekken dat je zelf weet dat dit alles niet tegelijkertijd waar kan zijn.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: mathiaswasik (cc)

Feestje voor de meerderheid

COLUMN - ‘Er is geen pride week voor hetero’s, net als er geen voedselbank voor rijke mensen is.’ Die grap deed afgelopen week de ronde op Twitter, nadat een club alt-righters verklaarde een ‘eigen’ festival te willen organiseren om heteroseksualiteit te vieren. De grap legde de kortzichtigheid van elke hetero die zich beklaagt omdat-ie zich ‘achtergesteld’ waant ten opzichte van potten en flikkers, genadeloos bloot.

Wat mij betreft viert iedereen die dat zo uitkomt zijn of haar heteroseksualiteit, maar heus: hetero zijn verdient geen slingers of praalwagens. Alles om ons heen wasemt uit hoe vanzelfsprekend en gewenst heteroseksualiteit is, terwijl homoseksualiteit nog altijd explicatie vereist, en uit-de-kast komen. Maar vooral: vaak met angst gepaard gaat. Welk meisje is ooit benauwd geweest om haar klasgenoten te vertellen dat ze op jongens valt, welk heterostel ooit bang geweest in elkaar geramd te worden zuiver omdat ze openlijk hand in hand liepen, welke jongen ooit uit huis gezet omdat-ie zei met een meisje te willen trouwen?

Feestjes eisen omdat je tot de meerderheid behoort, is niets anders dan een radicale ontkenning van je eigen macht en dominantie, plus een negatie van de moeizame strijd van ‘minderheden’ om gehoord te worden en hun mensenrechten verzilverd te krijgen. Inderdaad: alsof de rijken claimen gediscrimineerd te worden omdat zij de schappen van voedselbank niet mogen leegeten. Zulke feestjes opeisen is niets anders dan de hegemonie van je eigen dominantie willen bezegelen.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Volgende