Promovendi moeten ook buiten universiteit werken

Afgelopen zaterdag stelde Koen Beumer in de Volkskrant de vraag wat een promovendus nu eigenlijk voor nuttigs leert. Innovatiewetenschapper Frank van Rijsnoever denkt het antwoord te hebben. Promovendi moeten de ivoren toren uit en hun hersenen ter beschikking stellen aan het bedrijfsleven. Koen Beumer stelt terecht aan de orde dat een promotie vaak slecht aansluit op de niet-academische arbeidsmarkt. Dit is niet alleen een probleem voor de promovendi zelf, maar ook voor de samenleving. Veel wetenschappelijke inzichten die tijdens een promotietraject ontwikkeld worden verschijnen enkel in wetenschappelijke tijdschriften die gelezen worden door andere wetenschappers. Hierdoor blijft de maatschappelijke investering in kennis (zo’n twee tot drie ton per promotietraject) onderbenut. De oplossing voor beide problemen ligt zeer voor de hand. Laat promovendi naast hun werk aan de universiteit ook één of twee dagen per week bij een bedrijf of maatschappelijke organisatie aan de slag gaan.

Foto: Jacob Fredrickson (cc)

Nieuwe techniek, nieuwe kwetsbaarheden

ANALYSE - Nieuwe technologiën brengen nieuwe risico’s met zich mee. We worden dus niet minder kwetsbaar, maar anders kwetsbaar, betoogt filosoof Mark Coeckelbergh. Dat is geen reden om op te houden met wetenschap en het ontwikkelen van techniek. Wel is ethische en politieke reflectie gewenst.

Mensen hebben altijd pogingen gedaan om met wetenschap en techniek risico’s te verminderen en zich minder kwetsbaar te maken. Om ons te beschermen hebben we huizen gebouwd en wapens ontwikkeld. Om minder afhankelijk te zijn van jagen en verzamelen zijn we met landbouw begonnen. Nieuwe manieren om ons voedsel te bereiden bleken veiliger te zijn. We zijn gaan sparen en hebben verzekeringen ontwikkeld om ons in te dekken tegen risico’s. Met de geneeskunde proberen we ons minder kwetsbaar te maken voor ziektes. Onze auto’s proberen we niet alleen zuiniger, maar ook steeds veiliger te maken. Onze materiële cultuur is erop gericht om de kwetsbaarheid van het menselijke bestaan te verminderen.

In mijn recente boek Human Being @ Risk beargumenteer ik echter dat deze pogingen nooit helemaal slagen omdat ze telkens opnieuw nieuwe kwetsbaarheden creëren. De contingenties van de jacht zijn vervangen door de wisselvalligheden waarvan de landbouw afhankelijk is. Nieuwe voedingspatronen brengen nieuwe (welvaarts)ziektes met zich mee. Nieuwe wapens brengen ook weer nieuwe antiwapens voort, waardoor een wedloop ontstaat die tot nieuwe risico’s leidt. Financiële systemen zijn ook bijzonder kwetsbaar: er blijkt weinig nodig te zijn om het vertrouwen waarop deze systemen zijn gebouwd te laten instorten, en hedendaagse financiële transacties zijn volledig afhankelijk van altijd kwetsbare computersystemen en netwerken. Antibiotica brengt met zich mee dat bacteriën er resistent tegen worden. Auto’s krijgen wel meer veiligheidsvoorzieningen, maar nodigen ook weer uit tot sneller rijden.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sharon Drummond (cc)

Wat brengt onderwijs op?

DATA - Kan je de opbrengsten van onderwijs in geld uitdrukken? En zo ja, helpt dat dan in de discussie over studiefinanciering? Een recente publicatie levert relevante inzichten.

Beleidsrapporten en statistiek zijn nooit neutraal, al is het alleen maar om wat er niet wordt onderzocht. Van Bijsterveld besloot in 2010 dat het geen zin heeft om “zwarte” en “witte” scholen apart te behandelen, omdat segregatie in grote steden een feit is, ook op basis van de samenstelling van de wijken. Daarmee verdwenen ook de statistieken hierover. Een ander voorbeeld is “bevoegdheid”, dat sinds 2008 niet meer wordt bijgehouden; een veel onduidelijker criterium “bevoegdheid” kwam er voor in de plaats.

Maar er verdwijnen niet alleen statistieken, er komen er ook bij. Zo is in het rapport “Trends in Beeld 2012” van OCW sinds enkele jaren het begrip “Net Present Value” opgenomen (zie grafiek 1.101 op p. 68). Een indicator van de OECD die aangeeft hoeveel het volgen van een opleiding oplevert voor het individu en de maatschappij. Voor een hogere opleiding is dat ongeveer 100k. Een mooie prelude voor het sociaal leenstelsel.

Ik zocht naar meer grafieken hierover en kwam al snel uit bij een blog van Bas Jacobs, die met diverse bekende economen (Rick van der Ploeg, Sweder van Wijnbergen) heeft gepubliceerd over alternatieve vormen van studiefinanciering. Hij is al jaren voorstander van een sociaal leenstelsel, dat ook met succes is ingevoerd in Australië. Het heeft daar geen negatieve gevolgen gehad voor de toegankelijkheid.

Foto: copyright ok. Gecheckt 06-09-2022

Wie begrijpt er nog hoe dingen echt werken?

OPINIE – De recente IT problemen van de overheid in het algemeen en de hele Diginotar kwestie in het bijzonder maken duidelijk dat er te weinig aandacht is voor de mensen die weten hoe bepaalde dingen echt werken.

Internet lijkt heel eenvoudig, iedereen kan immers een website bouwen tegenwoordig. Maar om het internet goed en veilig te laten draaien, is heel veel kennis, wetenschap en ervaring nodig. En er zijn maar weinig mensen die in staat zijn daar invulling aan te geven. Net als op andere gebieden overigens. Wie weet er nog (zonder computer te gebruiken) hoe je de draagkracht van de staalconstructie van een brug kunt berekenen? Of hoe je een energiecentrale bouwt.
Bij die laatste twee voorbeelden kunnen mensen zich nog wel voorstellen dat het complex is. Maar met name bij IT gerelateerde zaken ontbreekt dat respect. En dat leidt er bij veel bedrijven en (overheids)organisaties toe dat er onvoldoende aandacht is aan het werven van de juiste mensen. Laat staan dat die mensen ook nog het salaris krijgen dat eigenlijk hoort bij de belangrijke rol die ze spelen.

Sprekend is hierin dat de zogenaamde toezichtshouder bij bijvoorbeeld Diginotar grotendeels bevolkt wordt door mensen die eigenlijk niet goed begrijpen waar ze toezicht op houden, maar die er wel veel meer geld mee verdienen dan de mensen die het eigenlijk zouden moeten maken.
Het past helemaal in de trend van de laatste 50 jaar in Nederland. Managers, toezichthouders, consultants, juridisch adviseurs, etc… die nog geen bout van een moer kunnen onderscheiden, maken de dienst uit en krijgen de vetste salarissen. De mensen die zorgen dat dingen blijven draaien, doen wat ze moeten doen, maar profiteren daar zelden echt van.
Hoeveel bedrijven of organisaties zijn er waar de beste techneuten significant meer verdienen dan het middle-management?

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Straat en school

Iliass El Hadioui, Hoe de straat de school binnendringt, uitg. Van Gennep, juli 2011, prijs €14,95, 144 blz., ISBN 9 78 94 61 64 04 44

Veel mensen vinden de grootstedelijke straatcultuur charmant. Kenmerken als kleding en taal worden vaak geïmiteerd, en niet alleen door jongeren. Een beetje flirten met de straatcultuur is ook bij volwassenen bon ton.

Uit dit prima boek van de socioloog Iliass el Hadioui valt te leren, wat die straatcultuur werkelijk inhoudt: die is echt niet alleen maar leuk. Voor jongeren die in deze cultuur zijn opgegroeid en niet hebben geleerd om zich in andere kringen te bewegen (El Hadioui noemt dat primaire socialisatie), is de straatcultuur een prettige maar tegelijk genadeloze wereld. De straatjongere is aan deze wereld gebonden doordat ze gemakkelijk en snel plezier biedt en vooral door een zeer sterk besef van erbij te horen: de straat is een thuishaven. Maar de prijs is hoog.

Om niet te worden uitgestoten uit de enige groep waar hij zich thuis voelt, moet een jongen met zo’n primaire socialisatie zich zien te voegen binnen een informele maar strenge hiërarchie. Toont hij niet het “respect” dat de sterkere of slimmere binnen de groep van hem eist, dan wordt hij met dreigementen maar ook met daadwerkelijk geweld op zijn plaats gezet. Op zijn beurt is hij voortdurend op zijn hoede, of hij zelf wel “gerespecteerd” wordt en of het geen tijd wordt om eens een mes te laten zien.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Acht keer overvallen

Acht keer overvallen, acht keer door Marokkanen of Antillianen. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten. Het is dan ook totaal begrijpelijk dat je vanaf nu je juwelierszaak tot verboden gebied verklaart voor alle vertegenwoordigers van deze twee bevolkingsgroepen, ondanks dat ze je de laatste keer via de achterdeur overvielen.

Totaal begrijpelijk, maar nog steeds fout. Racistisch? Nee. De juwelier is gewoon oprecht bang en denkt op deze manier, gebaseerd op zijn eigen ervaring, het aantal overvallen op zijn zaak te verminderen. De Nederlandse samenleving zit echter niet op zo’n precedent te wachten. Dit tolereren betekent de sluizen open zetten voor allerlei soorten discriminatie. Ook juweliers die nog nooit zijn overvallen zullen niet-westerse allochtonen de toegang gaan ontzeggen. Je weet maar nooit, toch? En waarom hetzelfde niet toepassen voor supermarkten? Allochtonen kunnen straks alleen nog maar boodschappen doen bij de Aldi, Lidl, en Dirk van den Broek. Echte Nederlanders shoppen bij de Albert Heijn.

Hoezeer ik de juwelier ook snap, we mogen zijn oplossing voor het probleem niet accepteren. Onze rechtsstaat garandeert een gelijke behandeling voor iedereen, en een tweedeling van de maatschappij, gebaseerd op het kunstmatige onderscheid van huidskleur (of religie), breekt die maatschappij uiteindelijk af.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Alle gekken achter slot en grendel?

cc Psychiatric Hospital Heidelberg by RajivShah on FlickrKoninginnedag, de Dodenherdenking en misschien ook 5 mei, waren toch wat zenuwachtige dagen. Met verscherpte veiligheidsmaatregelen, omdat er heel wat verwarde mannen loslopen.  Waar hebben we eigenlijk nog een GGZ voor? Want wat doen al die onbegeleide projectielen op straat?

Er zijn heel wat verwarde mannen. Verwarde vrouwen zijn er ook, maar ze zijn in de minderheid. Een rondje nieuwsberichten vergaren, levert 54 verwarde mensen op. Gemiddeld 13 per maand. Zestien daarvan maakten trammelant in of rond de eigen woning, de overige 38 zochten de openbare ruimte op. Zesenveertig mannen en acht vrouwen haalden met hun verwardheid het nieuws. Gemiddelde leeftijd 39 jaar. De meesten zijn tussen de 30 en 55 jaar (27). Een overzicht in dit exceldocumentje, met links naar de berichten.

Ter herinnering: Karst Tates was 38, de Damschreeuwer was 40 en de waxinelichtgooier was 29 jaar. De Alphenaar  die een “normale’ dag als podium koos, was qua leeftijd een uitzondering: 24 jaar.

Er lijken dus veel verwarde mensen voor onrust te zorgen. Dat moeten we in het juiste perspectief zien. Die 54 verwarden zijn een fractie van het aantal mensen dat aan een psychische ziekte of stoornis lijden, die in potentie tot agressie kunnen leiden. Ongeveer 100.000 mensen zijn schizofreen, nog eens 100.000 mensen zijn borderliners en 500.000 mensen zouden een antisociale persoonlijkheidsstoornis hebben. Die cijfers zijn gemeten over de bevolking tot 65 jaar en dat betekent dat zo’n 4 procent van de bevolking aan deze ziektes lijden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het vuil, de media en de elite

Soms is de politiek geen onschuldige hobby. In Amerika trek je gekken aan die de symbolen van Palin (de kruisdraden van een vizier) wat te letterlijk nemen. Het politieke debat heeft daar veel van een burgeroorlog, waarbij nog net geen geweld wordt gebruikt. Soms slaat een gek toe.

In Nederland kwam Fortuyn om door een links warhoofd, Theo van Gogh door een islamitisch warhoofd. Is het de prijs die naamsbekendheid nu en dan vraagt? Een teken van hoop is dat de geblokte sheriff in Tucson/Arizona, zonder dat de verdachte van de schietpartij een verklaring had gegeven voor zijn handelen, het rabiate politieke discours in Amerika als de oorzaak aanwees.

In Buitenhof trad (9 jan) de directeur van het SCP, Paul Schnabel op: hij zag een grote ik-gerichtheid en een weinig dappere elite. ‘Met mij gaat het wel goed, maar met het land niet’, vatte hij de bevindingen van het onderzoek samen. De remedie volgens hem: een elite die eerlijker is over de boodschappen, die moete worden gebracht. Het was wel boeiend, maar het lukte niet om het thema van me af te zetten. Ook in ons politiek debat is de toon verhard, zie de zure kolommen van Martin Bosma, die steeds meer aan senator McCarthy doet denken, in de NRC. Wat is er precies?

In mijn archief vond ik een artikel in de NRC met de kop, die Schnabel bijna letterlijk uitsprak: “Mij gaat het goed, maar de wereld niet.” (8 sept.2009) Elchardus, die hier zijn Rob lezing samenvat, spreekt over de kloof die ontstaat tussen de privésfeer en de publieke sfeer. Hij ziet die veroorzaakt door de de-traditionalisering, het einde van de ideologie. Dat het tijdperk van de ideologie zou aflopen, werd al in de jaren zestig door Daniel Bell aangekondigd. Maar van betekenis is natuurlijk vooral dat de rol van allerlei bemiddelende en verbindende sociale structuren afnam, van kerken, vakbonden, politieke partijen en dergelijke. Ontideologisering en ontzuiling werden bij ons vaak in een adem genoemd.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende