Op het GroenLinks-congres van zaterdag 12 februari liggen verschillende moties voor over linkse samenwerking. Er zijn meerdere moties van werkgroep RoodGroen, die mikken op het opheffen van GroenLinks. Er is een motie over een brede linkse paraplusamenwerking (door ondergetekende) en ook nog een van het partijbestuur die verder “onderzoek” wil doen naar samenwerking met de PvdA. Het focussen op de PvdA door het partijbestuur, en al helemaal RoodGroen, getuigt van kortzichtigheid, doet geen recht aan het Nederlandse kiesstelsel en doet geen recht aan GroenLinksleden en kiezers.
Op de eerste plaats de inhoud: zijn er overeenkomsten met de PvdA? Ja, natuurlijk. Maar net zo goed met andere progressieve en linkse partijen. En verschillen zijn er ook. De mate van systeemkritiek, de focus op groen of rood, de focus op een groeiende economie of een welzijnseconomie, het veel sneller omarmen van maatschappelijke bewegingen als KOZP en vuurwerkverboden, om er maar een paar te noemen. Dan heb ik nog niet eens over soorten kiezers. GroenLinkse kiezers willen vrijzinnigheid, willen groen, zijn jong, stedelijk. De PvdA is letterlijke een uitstervende partij.
Als je kijkt naar de Nederlandse politiek is doen alsof je als GroenLinks met de PvdA samen een groot links progressief blok voorstelt echt onzin. Dan laat je namelijk allerlei stemmen, op PvdD, Bij1, SP, en zelfs D66 op punten buiten beschouwing. Terwijl je die allemaal nodig hebt om de macht van Rutte, boeren, grootkapitaal, racisme en big tech te verbreken. Een blok met PvdA en GroenLinks zou electoraal dan ook niets uithalen. Misschien eenmalig, maar daarna rennen kiezers meteen weer weg naar andere linkse partijen, zeker als je in een rechtse regering stapt. Dat is het Nederlandse systeem.
Kiezers en leden van GroenLinks zijn er ook niet mee geholpen. Die gaan op in een amorfe partij met een onduidelijk progressief en groen profiel. Een partij waar de buitenbeentjes en paradijsvogels zich niet meer thuis voelen. Een partij die meegaat in burgerlijkheid in plaats van vechten voor echte vrijheid. Een partij fletsrood en zachtgroen is. Daar mag je als kiezer best voor kiezen, geen probleem. Die heb je nodig in een brede linkse samenwerking. Maar dat is niet waar GroenLinks voor moet staan. Zeker niet als die samenwerking nergens voor nodig is: in alle steden is het duidelijk dat kiezers een sterk GroenLinks willen. Een sterk GroenLinks, dat is ingebed in de Europese Groene beweging en in de haarvaten zit van NGO’s en actiegroepen.
Bovendien is links-rechts helemaal niet meer de enige as waarop mensen kiezen. Mensen, zeker jongeren, kiezen eerst op progressief-conservatief, op groen-grijs en dan pas op links-rechts. Als je dat beschouwt heeft GroenLinks juist een ideale uitgangspositie in het Nederlandse systeem. Linksboven in een politicologenkwadrant: “scoren in de linkerbovenhoek”, zoals Bram van Ojik dat noemde. Vanuit die positie moet GroenLinks de samenwerking zoeken met alle goede krachten. Inclusief de verschillen die daar bij horen. Dus accepteren dat de SP conservatiever is op sommige punten, dat Bij1 malle ideeën heeft over kolchozen, dat bij de PvdD soms huisdieren belangrijker zijn dan wilde natuur, dat D66 economisch rechts is en dat de PvdA nou eenmaal het systeem aanvallen moeilijk vindt en dus tegen echte landbouwhervormingen stemt in Europa. Vanuit die eigen kracht moet GroenLinks dus positie opbouwen en dan in een paraplusamenwerking samen optrekken. Dat is de toekomst voor GroenLinks.
Verstandige GroenLinksleden stemmen op het congres van zaterdag tegen te nauwe banden met de PvdA en stemmen voor een bredere visie op samenwerking.
Huub Bellemakers is GroenLinkser in Nijmegen