De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton was op 26 april jl. op bezoek bij de Libanese president Michel Suleiman. Op 7 juni zijn er verkiezingen in het land. De partijen zetten van alles in, bleek ook uit deze post van Carlos. Momenteel wordt een regering gevormd door zowel (Maronitisch) Christenen als Moslims, maar er bestaat een kans dat de Hezbollah de grootste partij wordt. Welke gevolgen zal dit kunnen hebben voor de, jawel, vrijheid van meningsuiting?
In Libanon zijn bepaalde kunstuitingen verboden. Niet alleen het oeuvre van Jane Fonda (!) wordt verbannen door de zogenaamde veiligheidsdienst Sûreté General. (Fonda zou in 1982 in Israël hebben gelobbyd om stemmen te werven voor haar toenmalige man en senaatskandidaat Tom Hayden). Ook boeken van (joodse) schrijvers als Philip Roth, Saul Bellow en Isaac Bashevis Singer schijn je in Libanon niet te vinden. Althans, dat beweert William Marling in The Wall Street Journal, die het daarom extra betreurt dat Beiroet tot UNESCO’s 2009 World Book Capital City is benoemd.
Er is geen officiële ‘zwarte’ lijst van deze Sûreté General. En dat censureren heeft niet alleen met Israël te maken, kan regisseur Marc Abi Rached beamen. Op 16 februari kreeg de Libanese regisseur te horen dat hij zijn film ‘Help’ niet mocht vertonen. Officieel heeft hij nooit de ware toedracht van het verbod mogen vernemen. Maar in de film komen taboes als prostitutie, dakloosheid en drugs aan bod. “We hebben nooit een statement ontvangen van de autoriteiten. Niets,” zegt Abi Rached.