Voorsorteren in het bevrijde zuiden
ACHTERGROND - Nederland viert dit jaar 75 jaar bevrijding. Nog altijd komt er nieuwe informatie vrij over hoe het er in die tijd in Nederland toeging. Zo geeft het onlangs gepubliceerde Dagboek van de katholieke politicus Jan de Quay een interessant beeld van de onzekere politieke situatie in het reeds bevrijde deel van Nederland in de winter van 1944/1945. Hieronder een selectie van fragmenten die laten zien hoe De Quay in deze periode probeerde invloed te krijgen in het politieke leven direct na afloop van de bezettingstijd.
Het zuiden van Nederland is in het najaar van 1944 geleidelijk bevrijd door Amerikaanse, Canadese, Britse en Poolse troepen (foto boven: bevrijding Zuid-Limburg, september 1944). De Operatie Market Garden bij Arnhem mislukte echter waardoor het noorden van Nederland pas in het voorjaar van 1945 kon worden bevrijd. In afwachting daarvan ontstond in het zuiden een onduidelijke, onzekere en tamelijk chaotische situatie. “Door de omvangrijke schade, door tekorten aan voedsel, onderdak, brandstof, vervoer, bouwmaterialen en nog veel meer, door gebrek aan informatie en onduidelijke gezagsverhoudingen waren grote delen van het Zuiden volkomen ontredderd.”
In deze situatie probeerden verschillende groepen en individuen zich voor te bereiden op de terugkeer naar normale verhoudingen en het herstel van de Nederlandse staat. Het Militair Gezag onder leiding van generaal Kruls was formeel het bestuur in de bevrijde gebieden. Vanuit Londen probeerde de Nederlandse regering en koningin Wilhelmina invloed uit te oefenen. Verder waren er nog de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) onder leiding van Prins Bernhard, voortgekomen uit de bundeling van verschillende verzetsgroepen. Leiders en vertegenwoordigers van tijdens de bezetting verboden of ontbonden organisaties, politieke partijen, kerkelijke instellingen en vakbonden lieten direct na de bevrijding ook weer van zich horen. Sommigen met een duidelijk vernieuwende boodschap, terwijl anderen zich meer behoudend opstelden.