Karin Spaink meent dat hackers een structurele rol moeten krijgen bij het ontwerp van ICT-systemen van de overheid. Het stuk is overgenomen van haar site en stond ook in het Parool.
In een brandbrief hebben de verzamelde Nederlandse hackerorganisaties afgelopen week de overheid hun diensten aangeboden. Het gaat immers vaak ernstig mis met overheids-ICT. Denk aan de stemcomputers, het elektronisch patiëntendossier, de OV-chipkaart en Diginotar. Denk aan de Belastingdienst die toestaat dat via een willekeurig DigID iemands bank- of rekeningnummer kan worden veranderd, waarna de onverlaten valselijk allerlei toeslagen (huur, zorg, kinderopvang) konden incasseren. Denk aan de talloze lekke verheidswebsites.
Terecht schrijven de hackers dat ‘elementaire beveiligingsprincipes’ structureel niet worden toegepast en dat er sprake is van ‘blind vertrouwen in techniek, gestoeld op onvoldoende begrip van de risico’s. Audits en certificeringen zijn papieren tijgers. Er wordt onvoldoende gekeken naar de systemen zelf en blind vertrouwd op verklaringen van bijvoorbeeld de ontwikkelaars.’
Hackers die zulke fouten ontdekken, durven ze vaak niet te melden. Al snel belanden ze dan zelf in de beklaagdenbank, temeer daar sommige instanties alleen al het verrichten van zulk onderzoek als strafbaar beschouwen.
De Tweede Kamer reageerde plezierig snel en adequaat. Binnen een paar dagen vond viervijfde van de Kamer dat hackers die te goeder trouw beveiligingslekken willen aantonen en die openheid nastreven, dezelfde bescherming verdienen als klokkenluider. Een stap vooruit!