De kabinetsplannen over naturalisatie en inburgering

van Betty de Hart en Ricky van Oers Zoals eerder aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord, bevat het regeerprogramma van het kabinet Schoof meerdere plannen die betrekking hebben op naturalisatie en nationaliteit die, bij elkaar genomen, de toegang tot het Nederlanderschap zullen bemoeilijken en het verlies van Nederlanderschap makkelijker maken. Verblijfblog geeft een overzicht van deze plannen, de juridische knelpunten en verwachte effecten (eerder verschenen bij Verblijfsblog). De naturalisatietermijn Allereerst is er het voornemen om de standaardtermijn voor naturalisatie te verlengen van de huidige vijf jaar naar tien jaar: een verdubbeling dus. In de huidige Rijkswet op het Nederlanderschap is bepaald dat de naturalisandus (degene die wil naturaliseren) “tenminste sedert vijf jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek in het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, toelating en hoofdverblijf heeft” (8 lid 1 sub c RWN). Afwijkende, kortere termijnen dan deze vijf jaar gelden onder meer voor personen die met een Nederlander zijn gehuwd of samenleven en voor oud-Nederlanders, en voor personen die gedurende tien jaar op het grondgebied van het Koninkrijk toelating en hoofdverblijf hebben gehad (art 8 lid 2 t/m 5 RWN).  Het gaat hier om de termijn van verblijf voordat een naturalisatieverzoek kan worden ingediend. Daarnaast geldt er een wettelijke beslistermijn van een jaar waarbinnen de IND op een naturalisatieverzoek moet hebben beslist. In bijna alle gevallen (98%) wordt deze beslistermijn gehaald. Vervolgens moet de naturalisandus verplicht deelnemen aan een door de gemeente georganiseerde naturalisatieceremonie en daar een verklaring van verbondenheid ondertekenen. Pas dan is de naturalisatie een feit. De huidige termijn van vijf jaar staat al sinds 1892 in de wet op het Nederlanderschap. In 2014 ontstond voor het eerst discussie over verlenging van deze termijn. In het regeerakkoord van Kabinet Rutte II werd een termijn van zeven jaarvoorgesteld. Hoewel de minister destijds toegaf dat elke termijn enigszins arbitrair is, werd verlenging noodzakelijk geacht om te garanderen dat er voldoende tijd is geweest om in de Nederlandse samenleving te integreren. Volgens de Memorie van Toelichting zou uit onderzoek blijken dat ook degenen die aan de inburgeringsplicht hebben voldaan “nog niet tot de meest volledige vorm van participatie in de samenleving zijn gekomen”.  Het wetsvoorstel werd aangenomendoor de Tweede Kamer, maar verworpen door de Eerste Kamer. Het is juridisch gezien mogelijk om de verblijfstermijn voor naturalisatie te verlengen. Tien jaar is immers de maximaal toegestane termijn volgens het Europees Verdrag inzake Nationaliteit (artikel 6 lid 3 EVN) van de Raad van Europa, dat door Nederland is geratificeerd. Afstand doen van de oorspronkelijke nationaliteit Volgens het regeerakkoord is afstand doen van de oorspronkelijke nationaliteit na verkrijging van het Nederlanderschap ‘de inzet’. Deze zogenaamde afstandsverplichting staat ook nu al in de wet. Naturalisandi moeten volgens art 9 lid 1 sub b RWN afstand doen van hun oorspronkelijke nationaliteit, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden verlangd. Nederland is een van de weinige landen in de EU die afstand vraagt. Duitsland is juist onlangs overgegaan tot acceptatie van dubbele nationaliteit. Vluchtelingen (art. 9 lid 3 sub d RWN) en personen die geen afstand kunnen doen van de oorspronkelijke nationaliteit omdat de betreffende staat dat niet toestaat, kunnen hun nationaliteit behouden. Dit vloeit voort uit internationale verplichtingen: artikel 16 van het EVN bepaalt dat afstand van de vorige nationaliteit niet mag worden gevraagd wanneer dit niet mogelijk is of dit redelijkerwijs niet kan worden verwacht. Bijna een kwart van de naturalisandi doet geen afstand van de andere nationaliteit omdat dit niet mogelijk is (zie tabel). Naar huidig recht hoeven ook personen die in Nederland zijn geboren en daar hun hoofdverblijf hebben en personen die getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben met een Nederlander geen afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit (art. 9 lid 3 sub b en c RWN). De meeste dubbele nationaliteiten ontstaan overigens niet bij naturalisatie, maar automatisch bij geboorte. Volgens artikel 14 van het EVN moet het personen die door geboorte dubbele nationaliteit hebben verkregen, worden toegestaan deze te behouden. Dat betekent dat ook wanneer de regering meer naturalisandi zou verplichten afstand te doen, wat maar beperkt mogelijk is, dubbele nationaliteit toch zal blijven bestaan. Afstandsplicht voor genaturaliseerden in 2014-2017 Afstandsplicht 2014 2015 2016 2017 Totaal % Automatisch verlies nationaliteit 6.490 5.245 3.146 2.901 17.782 19% Geen automatisch verlies, afstand is mogelijk 11.909 9.045 9.001 8.241 38.169 42% Geen automatisch verlies, afstand is niet mogelijk 4.253 4.864 6.099 5.155 20.371 22% Overig of onbekend 3.792 3.859 3.822 3.898 15.371 17% Totaal 26.444 23.013 22.068 20.195 91.720 100% Bron: IND (2018), Monitor naturalisatie en optie 2014-2017. Recentere cijfers zijn niet beschikbaar. Inburgering Dan is er het voornemen om de taaleis voor naturalisatie ‘in beginsel’ voor iedereen te verhogen naar B1. Kort na de publicatie van het hoofdlijnenakkoord werd dit voornemen bevestigd door de motie Becker die door een Kamermeerderheid werd aangenomen. In het debat verdedigde Becker de motie met een verwijzing naar het voornemen om de naturalisatietermijn te verlengen naar 10 jaar, waardoor iemand langer de tijd heeft om Nederlands te leren. Ook in het regeerakkoord van Rutte III was het voornemen opgenomen om het taalniveau bij naturalisatie te verhogen naar B1. Dit is bij een voornemen gebleven toen bleek dat verhoging zou leiden tot extra kosten waarvoor destijds geen financiering mogelijk was. Voor naturalisatie gold het inburgeringsexamen van de Wet inburgering (Wi) – of een vergelijkbaar diploma –   als voorwaarde. Tot de inwerkingtreding van de nieuwe Wet inburgering op 1 januari 2022 (de Wi2021) voldeed in het algemeen iedereen die aan zijn inburgeringsplicht had voldaan, of van de plicht was vrijgesteld, aan de inburgeringseis voor naturalisatie. Het standaardniveau van dit examen was – tot 1 januari 2022 – A2, wat voor een aanzienlijk deel van de inburgeringsplichtigen al onhaalbaar bleek (zie hieronder). Het niveau van inburgering voor nieuwkomers is met de inwerkingtreding van Wi2021 verhoogd naar B1. Onder strikte voorwaarden kan iemand op het lagere niveau A2 het examen afleggen.  Als het voornemen uit het regeerakkoord wordt omgezet in wet- en regelgeving, zullen alleen degenen die het niveau B1 hebben behaald tijdens het inburgeringstraject kunnen naturaliseren. Anderen zullen na afloop van het inburgeringstraject op eigen kracht en met eigen middelen het B1 niveau moeten halen.  Dit geldt zowel voor degenen die het examen op het niveau A2 afleggen als voor degenen die aan hun inburgeringsplicht voldoen door middel van het afronden van de zogenaamde ‘Z-route’. Deze route is bedoeld voor nieuwkomers die het niveau A2 niet binnen de wettelijke inburgeringstermijn van 3 jaar zullen kunnen behalen. Sinds 1 januari 2022 hebben nieuwkomers die aan de wettelijke inburgeringsplicht hebben voldaan, niet automatisch ook voldaan aan de inburgeringseis voor naturalisatie.  Regelgeving die aansluit bij de Wi2021 is nog in de maak. Omdat voor de verhoging van de taaleis voor naturalisatie naar B1 aanpassing van een algemene maatregel van rijksbestuur vereist is, moeten de overige koninkrijkslanden geconsulteerd worden en instemmen met de aanpassing in de Rijksministerraad. De verwachting van minister Faber is dat het wijzigingstraject een jaar zal duren. Tot die tijd is in een ‘noodbesluit’ geregeld dat degenen die zijn geslaagd voor het inburgeringsexamen onder het regime van de Wi2013, of die onder deze wet zijn vrijgesteld of ontheven van de inburgeringsplicht, alsnog een naturalisatieverzoek kunnen indienen. Het is te verwachten dat het aantal naturalisaties na het verhogen van het taalniveau zal dalen. Dat gebeurde al toen in 2003 het informeel gesprek met een gemeenteambtenaar werd vervangen door een geformaliseerde naturalisatietoets op niveau A2. Dat leidde tot een halvering van het aantal naturalisaties. Het zou lange tijd duren voordat dit effect was weggeëbd (zie grafiek). Bron: CBS Ook het naturalisatiepercentage, dus het aantal naturalisaties als een percentage van het totaal aantal vreemdelingen, daalde na de introductie van de naturalisatietoets. Dit laat zien dat veranderingen in het aantal migranten dat naar Nederland kwam geen verklaring  is voor de daling in het absolute aantal naturalisaties. Cijfers over het inburgeringsexamen (dat dus ook als naturalisatietoets fungeert) laten zien dat het examen een struikelblok vormt. In de loop der jaren is het slagingspercentage voor het inburgeringsexamen afgenomen van 79% onder de Wi2007 naar 41% onder de Wi2013. Onderzoek toont aan dat voornamelijk bepaalde categorieën migranten – ouderen, vrouwen in achterstandsposities, getraumatiseerde vluchtelingen, mensen die geen of weinig scholing hebben gehad – moeite hebben met het voldoen aan taal – en integratievoorwaarden, en dat de oorzaak van niet slagen niet ligt in onwil maar in onvermogen, voortkomend uit gebrek aan opleiding, ziekte, overbelasting en psychische problemen. Met de verhoging naar B1 is te verwachten dat het aantal migranten dat niet aan de inburgeringsplicht kan voldoen en daarmee niet kan naturaliseren, verder zal stijgen. De voorgenomen verhoging van het niveau staat op gespannen voet met artikel 34 van het Vluchtelingenverdrag dat bepaalt dat staten de assimilatie en naturalisatie van vluchtelingen, voor zover mogelijk, zullen vergemakkelijken. Intrekking Nederlanderschap De hierboven besproken maatregelen beperken de toegang tot het Nederlanderschap. Intrekking van Nederlanderschap is een ander belangrijk onderwerp dat aan bod komt in het regeerakkoord. Intrekking van het Nederlanderschap is volgens de huidige wet mogelijk op grond van meerdere misdrijven met een terroristisch oogmerk en voor zogenaamde ‘jihadistische uitreizigers’ (artikel 14 lid 2 en 4 RWN). Volgens het regeerakkoord wil de regering laten onderzoeken of intrekking ook bij ‘gewone’, dat wil zeggen, niet-terroristische misdrijven mogelijk is. Echter, het intrekken van de nationaliteit op grond van niet-terroristische misdrijven is door het Europese verdrag Inzake Nationaliteit (EVN) expliciet uitgesloten. Volgens artikel 7 lid 1 sub d EVN is intrekking alleen mogelijk bij ‘conduct seriously prejudicial to the vital interests of the State party’, zoals spionage of het werken voor een buitenlandse geheime dienst. “Gewone” misdrijven, hoe ernstig ook, zijn hiervan uitdrukkelijk uitgesloten. Dat het EVN intrekking op grond van gewone misdrijven niet toelaat, ziet de regering zelf ook. Daarom zegt het regeerakkoord dat bezien moet worden of het EVN moet worden gewijzigd. Hiervoor is ook medewerking van andere lidstaten nodig, waardoor het plan niet heel realistisch lijkt. Intrekking van het Nederlanderschap is bovendien alleen mogelijk bij mensen die naast de Nederlandse nog een tweede nationaliteit hebben. Anders wordt een individu bij de intrekking van diens nationaliteit staatloos, iets wat Nederland op grond van internationale verplichtingen moet voorkomen. Daarom creëert een eventuele uitbreiding van de mogelijkheid tot intrekking van het Nederlanderschap – nog meer dan nu al het geval is – verschillende categorieën Nederlanders: een groep van wie het Nederlanderschap niet kan worden afgenomen en een groep met dubbele nationaliteit (veelal met een migratieachtergrond) van wie het Nederlanderschap nooit een zeker bezit is. Concluderende opmerkingen Het kabinet staat volgens het regeerprogramma ‘voor een open en vrije samenleving en pleegt extra inzet op integratie, waaronder op inburgering. Een samenleving waarin we allemaal gelijkwaardige kansen hebben, ook op werk.’ De hier besproken voorstellen zullen de toegang tot het Nederlanderschap bemoeilijken. Daarmee wordt de integratie niet bevorderd. Naturalisatie houdt niet alleen juridische gelijkheid en politieke rechten (kiesrecht) in, maar bevordert ook de integratie in brede zin. Zo hebben migranten die naturaliseren bijvoorbeeld vaker en beter werk. Het creëren van een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft, vereist openstelling van de toegang tot burgerschap en niet beperking daarvan. Over de auteurs: Betty de Hart is hoogleraar transnationale gezinnen en migratierecht aan de Vrije Universiteit. Ricky van Oers is universitair docent bij het Centrum voor Migratierecht van de Radboud Universiteit en professor of immigrant inclusion and law aan de Western Norway University of Applied Sciences.

Door: Foto: Ben Kerckx via Piaxabay.
Foto: Schermafbeelding WNL-radio 'Sven op 1’. met Richard van Zwol

Raad van State-adviseur Richard van Zwol prijst kabinet-Schoof

ANALYSE - van Annemarie Kok

Afgelopen donderdag heeft Richard van Zwol, werkzaam als staatsraad bij de Afdeling advisering van de Raad van State, verschillende complimenten geuit aan het adres van het kabinet-Schoof. Ook nam Van Zwol de regering in bescherming tegen kritiek. Dit gebeurde in het WNL-radioprogramma ‘Sven op 1’. Omdat dit nieuwsfeit voor zover ik weet niet verder naar buiten is gekomen, wijd ik er een eigen bericht en commentaar aan.

Het gesprek in kwestie vond plaats in Van Zwols werkkamer bij de Raad van State. Officiële aanleiding was het op woensdag 4 december gehouden Tweede Kamerdebat over het vorig jaar verschenen eindrapport van de Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050, waarvan Van Zwol voorzitter was.

Bij een reactie op de parlementaire bespreking van dit rapport bleef het echter niet. Van Zwol liet zich in dit verband ook zeer lovend uit over BBB-minister Mona Keijzer van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Daarnaast ging hij in op andersoortige vragen over de regeringscoalitie van PVV, VVD, NSC en BBB. En dat deed hij nadrukkelijk niet louter als informateur en formateur van dit kabinet. Hij zei er ‘ook hier bij de Raad van State’ bij wijze van ‘bemoediging’ van uit te gaan dat het kabinet komend voorjaar nog zal bestaan.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Persconferentie na de ministerraad, 25-10-2024 schermafbeelding Youtube.

Wie vist de dragende motivering uit de prullenbak?

COLUMN - Het kabinet wil grip krijgen op migratie. Dat kon minister-president Schoof niet vaak genoeg  benadrukken in de persconferentie van gisteren. We citeren:

– We moeten weer grip krijgen op migratie.
– In verschillende fases pakken we het onhoudbare asielsysteem aan, en dat leidt uiteindelijk tot grip op immigratie.
– Het is het samenhangende pakket van maatregelen, wat uiteindelijk ertoe moet leiden dat we grip krijgen op migratie.
– We weten dat we hiermee grip krijgen op die migratie.
– We zijn ervan overtuigd dat we hiermee grip krijgen op migratie.
– Dan zullen we gaan zien dat we grip krijgen op die migratie, dat die instroom omlaag gaat, dat die terugkeer meer resultaat oplevert en de procedures worden versneld.
– Het is een samenhangend pakket waarvan we overtuigd zijn dat het die grip oplevert.

En de enige ‘dragende motivering’ die Schoof prijs gaf luidde:

Het totaalpakket zal uiteindelijk leiden tot minder kosten in de asielketen, en dat is buitengewoon belangrijk, want als u de begroting en meerjarige begroting heeft gezien, dan ziet u dat daar ook de budgetten fors omlaaggaan, dus des te meer reden om te zorgen dat je grip krijgt door de migratie

Schoof in traditie Balkenende – Rutte

Foto: Rijksoverheid minister Eppo Bruins, foto Martijn Beekman

Neerlandicus voor de andere talen

Ik mag niet langer zwijgen. Ik mag me dan voorgenomen hebben een tijdje mijn mond te houden, maar als onverlaten dan de gelegenheid aangrijpen om alles af te breken wat ons lief is, wordt zwijgen op zeker moment immoreel.

Een van de kenmerken van de regeerstijl van Eppo Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, is dat hij de verschrikkelijkste dingen doet, en regelmatig erkent dat ze verschrikkelijk zijn, maar daarbij eigenlijk nooit argumenten geeft waarom hij ze desalniettemin doet. Ik heb in de afgelopen vier maanden slechts twee argumenten gehoord, ‘omdat het in het hoofdlijnenakkoord staat’ – maar waarom staat het daar? – en ‘omdat we nu eenmaal niet alles kunnen doen’ – dat is duidelijk, maar wat verklaart dan de keuze om dit niet te doen en dat wel?

Woensdagavond was Bruins op de radio om zijn nieuwste botte bijl te laten bewonderen – de Wet Internationalisering in Balans, die hij voor de gelegenheid nog net wat stomper heeft gemaakt: een wet die enorm moet snoeien in de Engelstalige bachelors aan de vaderlandse universiteiten, en daarmee naar verwachting grote schade gaat aanrichten. Zoals Remco Breuker van WO in Actie in de uitzending uitlegt, hebben universiteiten de afgelopen jaren geprobeerd de enorme tekorten te compenseren door buitenlandse studenten aan te trekken. Het resultaat daarvan is dat die universiteiten inmiddels voor een belangrijk deel financieel afhankelijk zijn van die opleidingen. Een voorbeeld is Breukers eigen Faculteit der Geesteswetenschappen in Leiden, die studies in allerlei zogeheten ‘kleine talen’ (zoals Swahili, dat natuurlijk een wereldtaal is, maar dat maar weinig studenten trekken en dus in Nederland ‘klein’ heten) kan bekostigen door een gigantische opleiding International Studies in te richten. De slachting is in Leiden inmiddels begonnen.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Raad van State vergaderzaal CC0 1.0, Rijksvastgoedbedrijf- foto Corne Bastiaansen, via Wikimedia Commons.

Misbruik van de Raad van State

COLUMN - van Prof.Dr. Joop van den Berg

Het regeerprogramma van het kabinet-Schoof bevat een uitgebreid hoofdstuk over migratie, of eigenlijk: immigratie. Over emigratie wordt niet gesproken, hoewel dat voor een evenwichtig oordeel over immigratie van belang zou zijn.

Onmiskenbaar groeit de Nederlandse bevolking al jaren dankzij immigratie. Zonder dat zou het inwonertal zijn gekrompen. Die immigratie wordt maar voor een beperkt deel veroorzaakt door de zgn. ‘asielmigratie’. Veel meer mensen komen als arbeidsmigrant naar Nederland, voornamelijk afkomstig uit andere lidstaten van de Europese Unie. Daarnaast is er jaarlijks sprake van een belangrijke instroom aan studiemigranten, jonge mensen die in Nederland een academische of hogere beroepsopleiding willen volgen. Iedere vorm van migratie schept zijn eigen mogelijkheden en problemen.

Een rapport van de Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050 deed dit voorjaar een serieuze poging om zowel duidelijkheid als evenwicht in de discussie over migratie te brengen. [1] Bij het kabinet is dat niet erg gelukt: daar domineert nog steeds vooral het verschijnsel van de asielmigratie, alsof dat veruit het belangrijkste en meest urgente migratieprobleem is dat wij kennen.

Merkwaardige ironie: staatsraad Richard van Zwol was voorzitter van de staatscommissie die zulk knap werk verrichtte met zijn rapport. Maar, hij was ook informateur van het nu tot stand gekomen kabinet-Schoof dat asielmigratie weer verhief tot hèt probleem van onze samenleving. Alsof Van Zwol zijn eigen rapport niet had gelezen. Dat getuigt van een geestelijke souplesse die je niet elke dag te zien krijgt.

Foto: Tom Jutte (cc)

Mooie woorden

COLUMN - Het regeerprogram van het kabinet Schoof bevat veel mooie woorden. Vage woorden vooral waarbij je je kunt afvragen of ze dat allemaal waar gaan maken. Hoofdstuk 7 ‘Goed bestuur en sterke rechtsstaat‘ spant wat mij betreft de kroon: ‘Nu is het moment om de weg vrij te maken voor herstel en verandering. Dit kabinet presenteert daarom een agenda voor vernieuwing van de democratie en versterking van de rechtsstaat, het bestuur en de controle daarop.’ Gaat dit kabinet dan eindelijk waarmaken wat Rutte IV met zijn streven naar bestuurlijke vernieuwing en een andere bestuurscultuur niet is gelukt?

Wat mogen we verwachten van deze zoveelste vernieuwingsagenda? ‘Een lerende overheid: een overheid die beleid en regelgeving evalueert, blijft verbeteren en altijd op zoek gaat naar de meest passende oplossing.’ Ahum. Moet dat nog zo expliciet gezegd worden? Hieronder een tiental punten om de -relatieve- vernieuwingsdrang van Schoof c.s. de komende tijd aan te toetsen.

  • Constitutionele toetsing staat opnieuw op de agenda. Alsmede verzelfstandiging van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Het kabinet ‘versterkt de toegang tot de rechtsketen’. Maar niet voor maatschappelijke organisaties die niet aan de vereiste voorwaarden voldoen. Een VVD-wens gaat in vervulling: minder rechtszaken van maatschappelijke clubs die de staat aanklagen vanwege schending van het algemeen belang. ‘Ook investeert het kabinet in het Juridisch Loket, waar burgers met een laag inkomen terechtkunnen voor persoonlijk advies en hulp.’ Zou het niet beter zijn de bezuinigingen op de sociale advocatuur terug te draaien?
  • Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

    De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

    In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

    Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

    Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

    Foto: Plenaire zaal Tweede Kamer, foto Dassenman, CC BY 4.0 via Wikimedia Commons.

    Kabinet – Tweede Kamer: 2 – 0

    COLUMN - Het zomerreces is voorbij, de Tweede Kamer moet weer aan de bak. Met morgen de eerste plenaire vergadering van na de zomer, waarbij de Tweede Kamer al met 2- 0 achter staat op het kabinet. Wat niet helemaal eerlijk is, want het kabinet was eerder terug van zomerreces.

    Eerst schoffeerde het kabinet de Tweede Kamer door drie dagen voor de eerste plenaire vergadering en twee weken voor Prinsjesdag (een deel van) de Prinsjesdagstukken naar de pers te lekken en niet eerst naar de leden van de Tweede Kamer te sturen.

    Nu is dat in zo’n dikke dertig jaar een diepgewortelde traditie geworden. Bij die traditie hoort ook dat de Tweede Kamer de minister-president ter verantwoording roept. Want, ook geheel traditiegetrouw,  de Tweede Kamer is het lekken meer dan zat.

    Nog niet zo heel lang geleden, in 2022, eiste Pieter Omtzigt dat het kabinet maatregelen neemt om het lekken van Prinsjesdagplannen te stoppen. “Het belemmert me ernstig in mijn werk”, zegt hij. (bron: RTL Nieuws).

    Een paar uur nadat de coalitiepartijen het begrotingsakkoord rond hadden, werd de inhoud gelekt. Omtzigt dreigde: ”Formeel kan ik ook aangifte doen van een ambtsmisdrijf tegen de hele coalitie. Dit zijn namelijk kabinetsstukken die gelekt zijn.”

    Foto: © Rijksoverheid Kabinet Schoof bordesfoto - foto Valerie Kuypers

    Eenheid van kabinetsbeleid: wat houdt dat in?

    COLUMN - van Prof.Dr. Bert van den Braak

    In het debat over de regeringsverklaring werden twijfels geuit over de eenheid van het kabinetsbeleid. Dat gebeurde toen vicepremier Fleur Agema op X had gereageerd op de door premier Dick Schoof uiteengezette lijn ten aanzien van het door vrouwen dragen van de hijab. De vraag kwam op of Agema (PVV) zich wel kon vinden in die lijn.

    1. Grondslag

    Eenheid van kabinetsbeleid is een kernwaarde in het staatsbestel. Ministers moeten met één mond spreken (en daarnaar handelen).

    Het beginsel is neergelegd in Grondwet en het reglement van orde van de ministerraad.

    Artikel 4, 3e lid van de Grondwet bepaalt dat de ministerraad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en de eenheid van dat beleid bevordert. Artikel 12, lid 2 van het reglement van orde van de ministerraad bepaalt dat geen minister tegen besluiten van de ministerraad handelt.

    Dat vormt de kern van het sinds 1848 bestaande homogeniteitsbeginsel. Een minister mag in de ministerraad tegen een besluit stemmen, maar kan zich er daarna ofwel bij neerleggen (en loyaal uitvoeren) ofwel opstappen.

    2. Ministerraad

    De bepalingen lijken zich primair te richten op de ministerraad. Het is dan ook diverse malen voorgekomen dat een minister zich niet kon verenigen met een besluit in de ministerraad en daarna opstapte. Dat was bijvoorbeeld het geval in 1972 toen de DS’70-minister Drees en De Brauw tegen de invulling van bezuinigingen keerden en in 1980 toen minister Andriessen vond dat er meer moest worden bezuinigd.

    Steun ons!

    De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

    Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

    Doe het veilig met NordVPN

    Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

    Foto: Plenaire zaal Tweede Kamer, foto Dassenman, CC BY 4.0 via Wikimedia Commons.

    Regering controleren in reces

    Als er geen ongelukken meer gebeuren, geen lijken onverhoeds uit de kast rollen en er geen opruiende tweets meer worden gekatapulteerd dan staat aanstaande dinsdag kabinet Schoof bij zijne majesteit op de stoep. En wat doet het orgaan dat het kabinet dient te controleren?

    Dinsdag 2 juli 2024: Geen plenaire vergaderingen gepland
    Woensdag 3 juli: Debat over de regeringsverklaring
    Donderdag 4 juli 2024: Debat over de regeringsverklaring (voortzetting)
    Einde vergadering: Stemmingen over moties ingediend bij het debat over de regeringsverklaring

    Oh, en die donderdag worden er misschien ook nog een aantal nieuwe Kamerleden geïnstalleerd, ter vervanging van de veertien Kamerleden die per 2 juli bewindspersoon in het nieuwe kabinet zijn geworden.

    Voor de twee vacatures die er ontstaan voor het clubje van mevrouw Van der Plas is er ruim keus uit de kandidatenlijst waaruit geput zal moeten worden. De Omtzigtigen zullen waarschijnlijk weinig problemen hebben om uit deze lijst vier bereidwilligen te vinden. Ook uit de kudde van Yesilgöz-Zegerius moet met gemak vier nieuwe Kamerleden geworven kunnen worden.

    Bij de bende van Wilders is het afwachten of uit de zes kandidaten die er voor in aanmerking komen, nog wel vier mensen beschikbaar zijn om de gaten te vullen. En als dat gaat lukken, blijven er niet meer dan twee kandidaten over die bij eventuele toekomstige uitval van fractieleden moeten invallen. Da’s krap.

    Foto: Tweede Kamer CC-BY-NC 4.0

    Poging tot dualisme weer een debacle?

    COLUMN - van Vinzenz Ziesemer (directeur Instituut voor Publieke Economie), eerder gepubliceerd in De Hofvijver (uitgave van het Montesquieu Instituut)

    De formerende partijen willen meer afstand tussen de Tweede Kamer en het kabinet. Een ‘programkabinet’ mag straks zijn eigen plan trekken over alles wat niet in het hoofdlijnenakkoord is vastgelegd.

    Het hoeft niet af te stemmen met de coalitie en mag wisselende meerderheden zoeken in de Tweede Kamer. Dat is in ieder geval het idee. in het hoofdlijnenakkoord staat helaas niets over hoe dit in de praktijk gaat werken. Dat is vragen om problemen.

    Afstand bewaren tussen kabinet en Kamer is eerder geprobeerd. Zonder succes. De laatste poging kwam nog van het vorige kabinet. Rutte IV nam in het kader van een nieuwe bestuurscultuur afscheid van het ‘coalitieoverleg’, waarin bewindspersonen en Kamerleden beleid afstemden.

    Voordeel van meer afstand, ook wel dualisme genoemd, zou moeten zijn dat de Kamer het kabinet kritischer kan controleren. Een tweede voordeel is dat coalitiepartijen een eigen gezicht kunnen behouden, omdat ze zich duidelijker mogen uitspreken over het kabinet.

    Maar het experiment van Rutte IV mislukte, doordat ministers zich toch wilden verzekeren van rugdekking voor hun beleid. Dus was het coalitieoverleg binnen een jaar onder een andere naam weer terug.

    Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

    Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

    Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

    Volgende