Regering controleren in reces

Als er geen ongelukken meer gebeuren, geen lijken onverhoeds uit de kast rollen en er geen opruiende tweets meer worden gekatapulteerd dan staat aanstaande dinsdag kabinet Schoof bij zijne majesteit op de stoep. En wat doet het orgaan dat het kabinet dient te controleren? Dinsdag 2 juli 2024: Geen plenaire vergaderingen gepland Woensdag 3 juli: Debat over de regeringsverklaring Donderdag 4 juli 2024: Debat over de regeringsverklaring (voortzetting) Einde vergadering: Stemmingen over moties ingediend bij het debat over de regeringsverklaring Oh, en die donderdag worden er misschien ook nog een aantal nieuwe Kamerleden geïnstalleerd, ter vervanging van de veertien Kamerleden die per 2 juli bewindspersoon in het nieuwe kabinet zijn geworden. Voor de twee vacatures die er ontstaan voor het clubje van mevrouw Van der Plas is er ruim keus uit de kandidatenlijst waaruit geput zal moeten worden. De Omtzigtigen zullen waarschijnlijk weinig problemen hebben om uit deze lijst vier bereidwilligen te vinden. Ook uit de kudde van Yesilgöz-Zegerius moet met gemak vier nieuwe Kamerleden geworven kunnen worden. Bij de bende van Wilders is het afwachten of uit de zes kandidaten die er voor in aanmerking komen, nog wel vier mensen beschikbaar zijn om de gaten te vullen. En als dat gaat lukken, blijven er niet meer dan twee kandidaten over die bij eventuele toekomstige uitval van fractieleden moeten invallen. Da’s krap. Het is natuurlijk ook een manier om de parlementaire controle te verzwakken. We fantaseren er even op los: Er wordt een PVV-Kamerlid langdurig ziek. Dat is invaller nummer één. Dan blijkt er een fractielid dusdanig met justitie in aanvaring te komen dat Wilders zich gedwongen ziet het lid te ontslaan. Hoppa, invaller twee betreedt het veld. De reservebank is ineens helemaal leeg. Wat later raken de Kamerleden Van de Born en De Roon zo overwerkt van hun dubbelfuncties (naast Kamerlid zijn zij respectievelijk gemeenteraadslid en lid Provinciale Staten) dat ook zij een tijdje met ziekteverlof gaan. En dan telt de Tweede Kamer geen 150 maar 148 leden. Maar dat terzijde. Als het gedaan is met de bordesfoto, de regeringsverklaring, het debat daarover en de nieuwe Kamerleden gezeteld zijn, kan het controleren van het kabinet echt beginnen. Dat doet de Tweede Kamer door met zomerreces te gaan. Nou is er gerede kans dat het nieuwe kabinet, uitgeput van de formatieperikelen, het even rustig aan doet. Gebruikelijk is dat het kabinet in de maand juli met reces gaat. De nieuwe ministers en staatssecretarissen kunnen natuurlijk ook zo in hun nopjes zijn over hun pas verworden macht, dat ze enthousiast aan de slag gaan. Alle boeren worden vrijgesteld van welke stikstofmaatregel dan ook, het potje voor de toerslagenslachtoffers wordt met een paar miljard aangevuld en heel Ter Apel en Budel worden ontruimd en de asielzoekers worden over de grens gezet. Amper de kont naar de camping gekeerd, zal dat (een deel van) de Tweede Kamer toch te gortig zijn. Er zijn dertig leden nodig om het parlementaire circus terug van reces te roepen. Daar draait een beetje volksvertegenwoordiging de hand niet voor om, want dat is wel vaker gebeurt. Meer recentelijk werd de Kamer van reces teruggeroepen om andere brandende kwesties. In 2021 kon weden Tweede Kamer en een deel van het kabinet tijdens het zomerreces opgetrommeld voor een plenair debat over corona. Een jaar later idem vanwege de buitenslapers bij het AZC in Ter Apel. En in 2023 werd het verkiezingsreces tweemaal onderbroken. Eenmaal voor een stemming voor een spoeddebat over de oorlog tussen Israël en Hamas. En een tweede keer naar aanleiding van hertellingen van stemmen voor de verkiezingen. Zelfs als kabinet Schoof zich de eerste weken rustig houdt (waar de controlerende macht beslist niet vanuit moet gaan), kunnen er dus akkefietjes zijn die het zomerreces verstoren. Het kan misschien geen hete, maar toch wel een onrustige zomer worden.

Door: Foto: Plenaire zaal Tweede Kamer, foto Dassenman, CC BY 4.0 via Wikimedia Commons.
Foto: Tweede Kamer CC-BY-NC 4.0

Poging tot dualisme weer een debacle?

COLUMN - van Vinzenz Ziesemer (directeur Instituut voor Publieke Economie), eerder gepubliceerd in De Hofvijver (uitgave van het Montesquieu Instituut)

De formerende partijen willen meer afstand tussen de Tweede Kamer en het kabinet. Een ‘programkabinet’ mag straks zijn eigen plan trekken over alles wat niet in het hoofdlijnenakkoord is vastgelegd.

Het hoeft niet af te stemmen met de coalitie en mag wisselende meerderheden zoeken in de Tweede Kamer. Dat is in ieder geval het idee. in het hoofdlijnenakkoord staat helaas niets over hoe dit in de praktijk gaat werken. Dat is vragen om problemen.

Afstand bewaren tussen kabinet en Kamer is eerder geprobeerd. Zonder succes. De laatste poging kwam nog van het vorige kabinet. Rutte IV nam in het kader van een nieuwe bestuurscultuur afscheid van het ‘coalitieoverleg’, waarin bewindspersonen en Kamerleden beleid afstemden.

Voordeel van meer afstand, ook wel dualisme genoemd, zou moeten zijn dat de Kamer het kabinet kritischer kan controleren. Een tweede voordeel is dat coalitiepartijen een eigen gezicht kunnen behouden, omdat ze zich duidelijker mogen uitspreken over het kabinet.

Maar het experiment van Rutte IV mislukte, doordat ministers zich toch wilden verzekeren van rugdekking voor hun beleid. Dus was het coalitieoverleg binnen een jaar onder een andere naam weer terug.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: -JvL- (cc)

Het kabinet Schoof extraparlementair of parlementair?

ANALYSE - van Prof.Dr. Bert van den Braak

Tijdens eerdere fases in de huidige formatie werd benadrukt dat het nieuwe kabinet een extraparlementair karakter zou krijgen. Over wat dat precies inhoudt, valt te discussiëren. Dat geldt echter minder voor de vermoedelijke uitkomst. Het kabinet is parlementair.

Er zijn staatsrechtgeleerden die menen dat ieder kabinet dat op parlementaire steun kan rekenen, door een binding of gedogen, parlementair is. Tot midden negentiende eeuw was de enige andere vorm een koninklijk kabinet. In 1868 werd echter definitief uitgemaakt dat een kabinet niet tegen de zin van het parlement (Tweede Kamer) kan optreden.

Dat er toch soms van een extraparlementair kabinet wordt gesproken, komt door de wijze van formeren en eventuele binding van partijen aan het regeerakkoord (als dat er al is).

1. Wat is extraparlementair?

Wijze van formeren

Er zijn formaties geweest, die grotendeels of zelfs geheel buiten het parlement omgingen. Dat was bijvoorbeeld zo met het kabinet-De Geer I in 1926. Dat kabinet had echter het karakter van een interim-kabinet, omdat er na de val van het kabinet-Colijn I geen kabinet kon worden gevormd, dat kon rekenen op steun van een meerderheid.

Binding

In de jaren 1946-1963 waren fracties vooral via hun voorzitter betrokken bij de formatie. Partijen maakten – zeker op hoofdlijnen – afspraken over het te voeren beleid. Formeel bonden fracties zich niet, maar afwijken van een door de eigen fractievoorzitter gesloten akkoord lag niet voor de hand.