Onafhankelijke journalistiek: een krant zonder regering
In mijn vorige post over WikiLeaks heb ik verschillende aspecten van de ontwikkelingen rond deze organisatie op een rij gezet. De vraag of het goed is wat zij doet heb ik niet echt beantwoord. In het commentaar stelt collega blogger Martijn terecht dat we kritisch moeten zijn over WikiLeaks. Dus daarom nogmaals de vraag: Is het goed wat Wikileaks doet of niet?
Ik denk dat we het er wel over eens zijn dat WikiLeaks zoals het nu is georganiseerd niet ideaal is. Met name als het gaat om de review procedure: wat wordt wel en wat wordt niet gepubliceerd. Wat we wel kunnen constateren is dat de manier waarop WikiLeaks te werk gaat evolueert. Oorspronkelijk bedoeld als plaats om informatie te dumpen, door iedereen – vandaar ‘wiki’ – begint het steeds meer te lijken op een journalistieke organisatie. Ze zijn te klein om zelf de review te doen, maar laten het over aan de traditionele media (van de 250.000 cables zijn er nu iets meer dan 1000 gepubliceerd, op het moment dat ik dit schrijf exact 1311 stuks). De beschuldiging dat het om een dump van 250.000 documenten gaat is dus propaganda. Wat opvalt is dat deze kritiek ook vaak van journalisten komt. Zouden zij zich bedreigd voelen? Veel (Amerikaanse) journalisten hebben in periode tussen 9/11 en de inval in Irak mee gewerkt aan oorlogspropaganda of hun mond gehouden – zijn dit de ‘waakhonden’ van de macht?
Wat voor veel mensen vooral beangstigend zal zijn is dat WikiLeaks niet onder controle staan van een regering. Het zou eigenlijk niets mogen uitmaken: er is toch persvrijheid, en journalisten gaan beroepsmatig dagelijks met geheimen om. Sinds haar ontstaan zijn informatielekken onderdeel van het dagelijks brood van de journalistiek. Het feit dat er nu een organisatie bij is gekomen die de ontvangst en publicatie van deze informatie tot haar hoofddoel maakt zou niemand moeten verrassen of moeten beangstigen.

Onze zuiderburen – onder aanvoering van NRC Hoofdredacteur Peter Vandermeersch – zijn verbaasd over de ‘journalistieke’ mores van PowNews en in het bijzonder over de onbegrensde onbeschoftheid en ‘het complete gebrek aan talent’ van Ruger Castricum. Helaas niet embedbaar.
In 1969, de Vietnam oorlog was in volle gang, maakte een hooggeplaatste analist van het Amerikaanse ministerie van Defensie stiekem een set kopieën van een geheim rapport over de oorlog. In het rapport werd de voortgang van de Vietnam oorlog in uitputtend detail op meer dan 7000 pagina’s beschreven. Het was zijn bedoeling de zeer geheime informatie te delen met invloedrijke politici en wetenschappers in de hoop dat dit een einde aan de oorlog zou bespoedigen.
Is Assange een journalist? Wie ja zegt, zal zorg hebben over zijn arrestatie. Is Rutger Castricum een journalist? Wie ja zegt, maakt slecht onderscheid tussen nieuwsgierigheid en botte provocatie. Is geheimhouding nuttig en nodig? Is goede smaak en fatsoen nuttig en nodig? Mogen politici en journalisten elkaar gunsten verlenen? Wat moeten we vinden van lekken?
Het niews werd afgelopen week gedomineerd door Wikileaks. Daarbij ging het hoofdzakelijk over de onthullingen die de klokkenluiderssite deed en het wel en wee van haar voorman. Kijken we echter even voorbij de waan van de dag, dan roept het fenomeen Wikileaks zelf een aantal interessante vragen op. Zoals: wie controleert Wikileaks? Wat zijn de risico’s van deze vorm van journalistiek?
Joris Luyendijk, zelf ook journalist, bracht een maand door op het Binnenhof en bestudeerde de rituele dans tussen politiek en media. In een interview met de