Onafhankelijke journalistiek: een krant zonder regering
In mijn vorige post over WikiLeaks heb ik verschillende aspecten van de ontwikkelingen rond deze organisatie op een rij gezet. De vraag of het goed is wat zij doet heb ik niet echt beantwoord. In het commentaar stelt collega blogger Martijn terecht dat we kritisch moeten zijn over WikiLeaks. Dus daarom nogmaals de vraag: Is het goed wat Wikileaks doet of niet?
Ik denk dat we het er wel over eens zijn dat WikiLeaks zoals het nu is georganiseerd niet ideaal is. Met name als het gaat om de review procedure: wat wordt wel en wat wordt niet gepubliceerd. Wat we wel kunnen constateren is dat de manier waarop WikiLeaks te werk gaat evolueert. Oorspronkelijk bedoeld als plaats om informatie te dumpen, door iedereen – vandaar ‘wiki’ – begint het steeds meer te lijken op een journalistieke organisatie. Ze zijn te klein om zelf de review te doen, maar laten het over aan de traditionele media (van de 250.000 cables zijn er nu iets meer dan 1000 gepubliceerd, op het moment dat ik dit schrijf exact 1311 stuks). De beschuldiging dat het om een dump van 250.000 documenten gaat is dus propaganda. Wat opvalt is dat deze kritiek ook vaak van journalisten komt. Zouden zij zich bedreigd voelen? Veel (Amerikaanse) journalisten hebben in periode tussen 9/11 en de inval in Irak mee gewerkt aan oorlogspropaganda of hun mond gehouden – zijn dit de ‘waakhonden’ van de macht?
Wat voor veel mensen vooral beangstigend zal zijn is dat WikiLeaks niet onder controle staan van een regering. Het zou eigenlijk niets mogen uitmaken: er is toch persvrijheid, en journalisten gaan beroepsmatig dagelijks met geheimen om. Sinds haar ontstaan zijn informatielekken onderdeel van het dagelijks brood van de journalistiek. Het feit dat er nu een organisatie bij is gekomen die de ontvangst en publicatie van deze informatie tot haar hoofddoel maakt zou niemand moeten verrassen of moeten beangstigen.