COLUMN - Met betrekking tot immigratievraagstukken was het Australische model altijd te radicaal en te vatbaar voor misstanden voor een mainstream politicus om openlijk te steunen. Dat is veranderd.
Vorige week mislukte de formatie van een kabinet-Rutte III. Immigratiekwesties bleken het struikelblok. Verdeeldheid over die kwesties verlamt al jaren de besluitvorming in veel Westerse landen. Maar sinds kort lijkt er sprake van een doorbraak. Die begon in Australië.
“Sommige zaken zijn niet onderhandelbaar.” In Het Parool benadrukte GroenLinks-voorman Jesse Klaver dinsdag dat hij “altijd bereid is compromissen te sluiten, ook op dit onderwerp,” immigratie. Maar kennelijk was er een punt bereikt waarop Klaver VVD, CDA en D66 niet verder tegemoet wilde komen. Vooral VVD en CDA houden er wat betreft immigratie en integratie heel andere ideeën op na.
Splijtzwam
Immigratievraagstukken zijn de afgelopen decennia een splijtzwam geworden. De kiezers zijn steeds meer opgedeeld in twee kampen. In beide kampen leven sterke gevoelens over deze vraagstukken; beide kampen claimen het eigen moreel gelijk. In het ene kamp zit Klaver, die donderdag in het AD de nadruk legt op oorlogsvluchtelingen: “We sturen mensen die vluchten voor oorlog niet weg.”
In het andere kamp bevindt zich Chef Parlement van dat AD, Hans van Soest, die de nadruk juist legt op economische migratie. In het AD van woensdag haalt hij onderzoek aan van de Internationale Organisatie voor Migratie “dat het meer en meer om economische vluchtelingen gaat. Van de (…) migranten die dit jaar al de oversteek hebben gewaagd, bestaat de grootste groep (…) uit Bengalen.”