Hardloper Huizenga
RECENSIE - Toen ik nog maar net geschiedenis studeerde, adviseerde een docent me om niet teveel te kijken naar de grote lijnen maar me ook te verdiepen in de details. Als voorbeeld noemde hij de herkomst van de koperen spijkers die werden gebruikt bij de bouw van VOC-schepen. Dertig jaar later weet ik nog steeds niet of het een verstandige raad was – of beter: ik heb ontdekt dat er veel te weinig syntheses zijn en veel te veel detailstudies. Je wordt echt niet vrolijk van een studie over akkerbouw in Romeins Portugal of een artikel over het bioscoopbezoek in Alkmaar (1912-1939).
Dat neemt niet weg dat ik kan genieten van boeken over betrekkelijk “kleine” onderwerpen, zoals Job van Schaiks biografie van de Groningse hardloper Louwe Huizenga. Eigenlijk moet ik zeggen dat het een Drentse slager was, want ’s mans atletische successen duurden maar kort – van de zomer van 1915 tot het najaar van 1918 – en het grootste deel van zijn leven werkte hij in Ruinerwold, bij Meppel, waar hij een slagerswinkel had.
Het lijkt geen toeval dat Huizenga naar Drenthe verhuisde, want zijn carrière in Groningen was in feite mislukt. Niet door gebrek aan succes. Hij liep de sterren van de hemel en gaf bij elke gelegenheid de bekendste atleten van zijn tijd het nakijken. Niet zelden vernederde hij ze door bijvoorbeeld tijdens de wedstrijd te pauzeren om zijn schoenen te strikken, zich te laten inhalen, de achtervolging in te zetten en als eerste te eindigen. Regelmatig nodigde hij de muzikanten in het stadion uit een liedje te spelen, waarop hij op de maat van de muziek een deel van de race liep – en won. Een showman.