De biologische definitie van ‘vrouw’

Omdat ik in contact sta met allerlei mensen, sta ik ook in contact met mensen die de beslissing van het Britse Hooggerechtshof toejuichen dat de begrippen vrouw en geslacht (‘woman’ en ‘sex’) voor een bepaalde wet ‘biologisch’ moet worden opgevat. Ik heb niet zo’n duidelijke opvatting over die beslissing – als ik het goed begrijp gaat het over een interpretatie van wat de wetgever bij het opstellen van die wet kan hebben gedacht, en tja. Wat mij vooral interesseert, is de vanzelfsprekendheid waarmee die Britse rechters én de toejuichers ervan uitgaan dat er inderdaad een eenduidige biologische definitie is van geslacht. Ik vind het raar dat men sowieso streeft naar een definitie: dat het verschil tussen geslachten in de wet moet worden vastgelegd. Waarom zouden we willen registreren of iemand een ‘man’ is of een ‘vrouw’ of een andere categorie? Dat doen we met de meeste andere kenmerken van mensen toch ook niet? Mij lijkt het eigenlijk vrij duidelijk dat de biologie altijd en overal rommelig is, of het nu gaat over geslacht of om welk biologisch begrip dan ooit. Alles vloeit in de natuur in elkaar over, en er zijn eigenlijk nooit afgebakende categorieën. De bioloog Mariken Heitman schrijft daar behartenswaardige dingen over in haar roman Wormmaan: We categoriseren ogen als blauw of bruin, een grove indeling, want we weten dat de kleur van ieder paar ogen uniek is. ‘Blauw’ is een benadering zoals ‘vrouw’ dat zou moeten zijn. Dit rigide categoriseren dat geen vragen of nuance toelaat, dat is pas extreem. Het is een denkraam dat enkel overleeft in verhalen, verhalen die ooit of op andere plaatsen in de wereld aantoonbaar anders waren. Dat betekent niet dat we geen onderscheid kunnen maken tussen man en vrouw, zoals we ook kleuren onderscheiden als blauw en bruin. Maar dat verschil is altijd een opgelegd en willekeurig verschil, dat niet correspondeert met de biologische werkelijkheid. Binaire onderscheidingen zijn altijd iets dat door de mens aan die werkelijkheid wordt opgedrongen: we kunnen niet echt denken in schalen, alleen in categorieën. De regenboog kun je ook niet écht anders zien dan als een opeenvolging van rood, oranje, geel, enzovoort – dat betekent niet dat die categorieën ‘de natuurlijke definitie’ geven van de regenboog. Gameten Iedere opdeling van de natuur in afgebakende hokjes is per definitie een menselijke activiteit, ingegeven door de beperkingen in hoe wij denken en door sociale conventies – of, zoals Heitman dat noemt, ‘verhalen’. Hoe het precies met oogpigment zit, weet ik niet, maar in het geval van geslacht is de definitie ook nog eens heel ingewikkeld. Geslacht kun je onder meer definiëren in termen van hormonen (testosteron en oestrogeen en zo), van genetica (XX of XY), en in termen van uiterlijke geslachtskenmerken. Er is weliswaar een hoge correlatie tussen die factoren, maar wat er precies bepalend is, dat lijkt me niet te zeggen. Een toejuicher wees me bijvoorbeeld op dit interessante artikel uit BioEssays waarin zou worden aangetoond dat geslacht biologisch is. De definitie wordt in dat artikel als volgt gegeven: Biologisch geslacht wordt gedefinieerd als een binaire variabele in elke seksueel voortplantende planten- en diersoort. Met enkele uitzonderingen genereren alle seksueel voortplantende organismen precies twee typen gameten die van elkaar verschillen in grootte: vrouwen produceren per definitie grote gameten (eicellen) en mannen produceren per definitie kleine en meestal beweeglijke gameten (zaadcellen). Deze duidelijke tweedeling in de grootte van vrouwelijke en mannelijke gameten wordt “anisogamie” genoemd en verwijst naar een fundamenteel principe in de biologie. Hoewel dit een intelligente definitie is van een intrigerend verschijnsel in de biologie – dat er bij alle soorten in de natuur precies twee biologische vormen van voortplanting zijn en nooit bijvoorbeeld drie – blijkt uit de rest van het artikel ook dat je deze definitie van ‘gameten’ niet meteen kunt plakken op individuen, en al helemaal niet op mensen. Als je dat wel zou doen, zou je om te beginnen allerlei individuen uitsluiten, bijvoorbeeld degenen die helemaal niets produceren omdat ze te jong zijn, te oud, of onvruchtbaar. Je moet het dan dus al abstracter zien, en het uiteindelijk waarschijnlijk toeschrijven aan het type anatomie dat de productie van gameten in theorie mogelijk zou maken. Geboorte Je hebt het dan bijvoorbeeld over uiterlijke geslachtskenmerken. Behalve dat er evident individuen zijn bij wie die zodanig in elkaar zitten dat ze geen enkele gameet kunnen produceren, of bijvoorbeeld allebei. Of je hebt het over de hormonen die de productie van die gameten in het lichaam reguleren. Maar ook die kunnen in allerlei combinaties voorkomen. De auteurs van het artikel noemen zelf “uitwendige genitale morfologie, inwendige aanvullende voortplantingsstructuren, hormonaal geslacht en secundaire geslachtskenmerken, gonadaal geslacht en chromosomaal geslacht”. Geen van deze aspecten valt precies samen met de andere. Bovendien lijkt mij niet meteen duidelijk wat nu het ‘biologisch; geslacht is van mensen die hun uiterlijke geslachtskenmerken hebben veranderd en een hormoonkuur (hebben) ondergaan. Meestal zullen zij misschien geen gameten hebben, maar ze hebben natuurlijk wel grotendeels het lichaam dat is ingericht op de gameten die passen bij het geslacht waarmee ze zich identificeren. De enige manier om een trans-man of een trans-vrouw geen man of vrouw te laten zijn, is door te verklaren dat het gaat om het geslacht dat hen bij geboorte op biologische gronden is toegekend (‘eens een vrouw, altijd een vrouw’). Maar toen zij geboren werden, waren zelfs de uiterlijke geslachtskenmerken vaak nog niet helemaal ontwikkeld. Eventualiteiten Een baby is in veel opzichten nog geen man of vrouw. En voor sommige baby’s geldt bovendien dat ze met intersekse kenmerken geboren worden. Bij hen wordt dat ‘biologische’ geslacht dus na de geboorte bepaald. Waarom geldt dat niet voor trans personen? Het is voor rechters natuurlijk niet ongebruikelijk dat ze allerlei vage continua in de werkelijkheid moeten omzetten in een categorisch ja of nee. Denk aan ‘schuldig’ tegenover ‘onschuldig’: zo duidelijk is dat natuurlijk meestal ook helemaal niet. Ik neem ook onmiddellijk aan dat die Britse rechters gelijk hebben als ze stellen dat andere Britse rechters waarschijnlijk aan iets biologisch hebben gedacht toen ze die wet opstelden. Maar daarmee heb je nog geen bruikbare juridische categorie. De oorspronkelijke wet stelt bovendien dat geslacht ‘binair’ is, en dat er alleen mannen of vrouwen zijn. Volgens die wet bestaan intersekse personen niet. Veel makkelijker is in dat op zicht het sociaal-psychologische gender: ‘man’ en ‘vrouw’ zijn met name aanduidingen voor rollen: rollen in persoonlijke verhoudingen, rollen in de samenleving. Die rollen worden vaak gecorreleerd aan bepaalde biologische kenmerken, maar mensen kunnen ook kiezen voor een andere rol dan hun ouders ingedachte hadden. Of die rollen mixen. Ik begrijp de redenering wel van de feministische groep die deze zaak aanhangig heeft gemaakt. Er zijn misschien bepaalde gevallen waarin met name de vaststelling van iemands gender door ‘zelfidentificatie’ (of iemand een man, een vrouw of iets anders is, bepaalt die persoon zelf) mogelijk aanleiding geeft tot misbruik. Ik heb niet de indruk dat dit nu zo’n frequent probleem is, maar de wet moet natuurlijk rekening houden met eventualiteiten. Alleen zou ik zeggen: laten we dat hele niet definieerbare gender en geslacht opheffen als juridische categorieën, omdat ze veel te fluïde zijn om vast te leggen. We leggen allerlei andere identiteitskenmerken ook niet zo vast – wat iemands seksuele oriëntatie is wordt ook niet geregistreerd. Waar zich problemen voordoen, zou een rechter kunnen oordelen – jij mag daar en daar niet binnen – en daarbij de complexiteit van de mens meewegen: zowel al die verschillende biologische kenmerken als de manier waarop iemand zichzelf beleeft. Doet dat niet veel meer recht aan de werkelijkheid?

Door: Foto: Gender Icons - Arkirkland, CC0, via Wikimedia Commons.
Foto: JouWatch (cc)

Jonge mannen hebben minder egalitaire publieke genderopvattingen dan jonge vrouwen

ANALYSE - van Daniël van Wijk, Aart C. Liefbroer en Maaike van der Vleuten, eerder verschenen bij Stuk Rood Vlees.

Groeien de opvattingen van jonge mannen en vrouwen over gendergelijkheid uit elkaar? Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het gestegen opleidingsniveau van vrouwen en beleid om gendergelijkheid te bevorderen, en de reacties hierop door enkele invloedrijke mannen, doen vermoeden van wel. Tegelijkertijd ontbreekt systematisch bewijs over hoe de opvattingen over gendergelijkheid verschillen tussen vrouwen en mannen van verschillende leeftijden. In dit artikel onderzoeken wij dit aan de hand van recent gepubliceerde gegevens uit de European Social Survey. We maken een onderscheid tussen opvattingen over gelijkheid in de privésfeer (bijv. het gezinsleven) en de publieke sfeer (bijv. de politiek). Uit de analyses blijkt dat jonge mannen en vrouwen (15-29 jaar) sterker verschillen in hun opvattingen over gelijkheid in publieke genderrollen dan oudere mannen en vrouwen (30+). Zo zien jonge mannen minder voordelen van een gelijke genderverdeling in politieke en economische topfuncties dan jonge vrouwen, en zijn zij minder vaak voorstander van wetgeving die het aantal parlementaire zetels gelijk verdeelt tussen beide geslachten. Daarentegen zijn sekseverschillen in opvattingen over genderrollen in het gezinsleven kleiner en verschillen ze weinig tussen jongeren en ouderen.

De maatschappelijke kansen van vrouwen zijn de afgelopen decennia sterk verbeterd. Zo is het opleidingsniveau van vrouwen gestegen, en zijn vrouwen uit jongere generaties in vrijwel alle rijke landen inmiddels hoger opgeleid dan mannen. Nog bestaande ongelijkheden waarbij vrouwen in het nadeel zijn, zoals de loonkloof of de oververtegenwoordiging van mannen in topposities in bedrijven, worden door overheden actief bestreden. Jonge mannen voelen zich door deze ontwikkelingen mogelijk gepasseerd en zijn bang om hun (vaak gunstige) positie te verliezen. Deze gevoelens worden aangewakkerd door sommige radicaal-rechtse partijen en in “echo chambers” op sociale media, waarin influencers zoals Andrew Tate vrijuit hun visie over man-vrouwverhoudingen kunnen delen. Hebben deze ontwikkelingen geleid tot een groeiende kloof tussen jonge mannen en vrouwen in hun opvattingen over gendergelijkheid?

Closing Time | Marina Diamandis

Burnt me at the stake, you thought I was a witch
Centuries ago, now you just call me a bitch,
Mother nature’s dying
Nobody’s keeping score
I don’t wanna live in a mans world anymore

Marina Diamandis maakt popliedjes die qua catchyness misschien makkelijk af te serveren zijn als niemendalletjes. Totdat je even wat aandachtiger luistert en hoort dat haar nummers vol zitten met maatschappijkritiek. De thema’s: feminisme, gender en culturele stereotypes.

Foto: JouWatch (cc)

Gender in hokjes: bevrijding of belemmering?

VERSLAG - In een wereld waar wie je bent steeds meer centraal staat, is gender actueler dan ooit. Terwijl sommigen strijden voor een minder scherp onderscheid tussen man en vrouw, raken anderen verward door de opkomst van nieuwe genderhokjes. Waarom houdt genderidentiteit ons zo bezig?

Hierover gingen we in gesprek met historicus prof. Geertje Mak (UvA) tijdens de laatste editie van onze Dialoog Diners die plaatsvond in NAR – Café der Kunsten. Mak heeft de betekenis van het begrip ‘gender’ door de jaren heen zien veranderen. Tot de jaren ’60 betekende gender net zoiets als geslacht, wat je in je paspoort terug kon vinden. De term kwam verder in opkomst doordat men bij de medische behandeling van intersekse personen erachter kwam dat het lichamelijke geslacht heel ingewikkeld was. Mak legt uit: “Naast uiterlijke genitaliën werden de innerlijke geslachtsdelen ook beter in kaart gebracht. Daarnaast kwam er meer kennis over hormoonspiegels, chromosomen en meer. Men ontdekte dat het lichamelijke geslacht een complex en gelaagd begrip was.” De later omstreden psycholoog en seksuoloog John Money betoogde in de jaren ‘50 dat het vaststellen van de ware sekse geen doel moet zijn, maar dat er gekeken moet worden naar de best passende sekse voor iemand, zowel lichamelijk als psychologisch. Met die nieuwe gedachte werd er niet langer over sekse, maar over gender gesproken.

Foto: Jan Brünemann (cc)

Voor NSC is de kersenpluk al begonnen

OPINIE - Sommige mensen vinden dat iemand de vrijheid moet hebben om ook formeel zelf te kiezen voor het gender dat past bij hun eigen identiteit. (Ik hoor bij deze groep). Andere mensen vinden dit een slecht idee, en hun bezwaren zijn meestal gegrond in bepaalde conservatieve (religieuze) of kleinburgerlijke overtuigingen (‘waarom kan niet iedereen gewoon normaal doen’). Iedereen heeft recht op een mening en dat respecteer ik. Ook mijn overtuigingen komen voort uit mijn achtergrond, opvoeding en persoonlijke ervaringen.  Wat ik niet respecteer is wanneer mensen selectief wetenschappelijke feiten inzetten om hun morele standpunt te rechtvaardigen, terwijl hun standpunt al duidelijk is bepaald op grond van hun persoonlijke waarden en niet is gevormd door het wetenschappelijke onderzoek op zich. Ik heb er dus helemaal geen problemen mee dat mensen een mening hebben gebaseerd op hun persoonlijke overtuigingen, ik heb er een probleem mee als je daar vervolgens de wetenschap voor misbruikt door het ‘kersenplukken’ van de feiten die jou het beste uitkomen. Dat laatste doet Nicolien van Vroonhoven in een opiniestuk in de Volkskrant. Een gastbijdrage van Jelle van Dijk.

Context doet er toe, dus een beetje context: Vroonhoven was actief in het CDA en is naast NSC kamerlid ook een katholieke moeder van vijf kinderen. Ze verhuisde naar Australie omdat haar man daar een baan kreeg en schreef daarover een blog, waarin ze zeer lovend spreekt over de Australische school van haar kinderen. Daar kregen jongens en meisjes namelijk apart onderwijs. Een citaat: “Als ik ’s morgens de jongens een kusje heb gegeven en dan oversteek naar het gebouw van ons meisje, dan ruikt het daar zoeter. Er staat geen tafeltennistafel in het atrium, maar een piano. Meisjes stoeien niet door de gangen, ze giebelen.”

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Le Anh Tuan (cc)

De vijand, dat ben je zelf

OPINIE - De nieuwe vijand neemt je sport over in de vorm van een man die vrouw is geworden. De nieuwe vijand maakt dat je je niet meer veilig waant in een gewoon toilet. Of erger nog, de nieuwe vijand beïnvloedt je kinderen al op jonge leeftijd waardoor ze seksueel afwijkend gedrag gaan vertonen. Of nog veel erger, door bijvoorbeeld alleen al een Dragqueen te laten voorlezen, is de helft van de klas binnen no time slachtoffer van pedofielen.
Zie hier de nieuwe vijand, het Trans-mind-virus (mutatie van het woke-virus).

Er valt heel veel te zeggen over alle vormen waarmee dit vijandbeeld neergezet wordt. En ook van alles over de absurditeit, schadelijkheid en onredelijkheid. En al helemaal over de gesuggereerde “besmettelijkheid”.

Maar het belangrijkste punt is dat er nu in dit kikkerlandje heel gedachteloos een grote groep mensen (inclusief journalisten van het type “waar rook is, is vuur” en over vuur praten is geld verdienen) hier achteraan hobbelt. En een deel van die mensen zat al op de lijn van het zien van een grote samenzwering achter van alles. Dus dit past prima in hun straatje.

Het rare is. Daar hebben ze gelijk in. Hoewel samenzwering een lastig begrip is, is er wel degelijk sprake van een gecoördineerde campagne.
Maar niet van het WEF, Soros, Satanisten of reptielen. Nee, van conservatieve, veelal christelijke, witte Amerikanen (en nu dus ook Europeanen).

Foto: Anthony Quintano (cc)

Voornaamwoorden en de blauwe ogen van Mark Zuckerberg

COLUMN - Een gedenkwaardige bijeenkomst, gisteren, in het Nederlandse hoofdkantoor van Meta. Instagram wil in de aanloop naar ‘International Pronouns Day’ op 3 oktober aanstaande voor een aantal talen waaronder het Nederlands (bij Meta noemen ze dat ‘Nederlands/Vlaams’) de mogelijkheid bieden dat gebruikers hun eigen voornaamwoorden mogen kiezen. Voor het Engels kan dat al sinds mei vorig jaar, en kennelijk vond men dat bij Instagram nu zo’n succes dat het ook voor het Nederlands gebeurde.

Opgetrommeld in een – verder overigens op maandagmiddag op het oog volkomen uitgestorven hoofdkantoor – waren vooral vertegenwoordigers van belangenverenigingen. Mij was de eer te beurt gevallen om deskundige te spelen.

Belachelijk

De sessie was nogal eigenaardig opgezet. De medewerkers van Meta toonden een lijstje van de ongeveer vijfenveertig voornaamwoorden die je kennelijk kunt kiezen in de Engelse versie (‘he/him/his/she/her/hers/they/them/theirs/ze/ve/thon’ en nog vele andere) en vroegen aan de aanwezigen of dit ook een goede lijst zou zijn ‘als deze vertaald zou worden’ in het Nederlands, alsof dat een eenduidige opgave zou zijn. De belangengroepen gaan nu de komende tijd een Nederlands lijstje maken.

Er was vervolgens ook wel discussie over de vraag waarom je als gebruiker beperkt wordt tot zo’n vaste lijst. Waarom kun je niet helemaal zelf kiezen welk voornaamwoord je wil gebruiken? Als Instagram inclusief wil zijn, waarom zou het dan bepalen welke voornaamwoorden mensen wel of niet mogen opnemen in hun lijstje (niet alleen maar hij of zij, maar nog meer dan veertig andere vormen, oké, maar wie weet of dat genoeg is?) De medewerkers van Meta zeiden dat de reden was dat mensen anders dat voornaamwoordenveld zouden misbruiken om er belachelijke dingen op te schrijven (nazi) hoe groot de kans daarop was en of je daar dan niet op kon filteren, werd niet duidelijk.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Ras, gender en het centrale dogma van de taalkunde

Boekomslag Dat mag je ook al niet meer zeggen © Onze Taal

Er woedt een belangrijke maatschappelijke discussie over taal waarover je maar weinig taalkundigen hoort in het publieke domein: de discussie over hoe we allerlei identiteiten benoemen – discussie over wit tegenover blank, over slaafgemaakte, over non-binair taalgebruik, enzovoort: over de vraag in hoeverre de taal moet worden aangepast aan een veranderende sociale werkelijkheid.

Een reden waarom je er zo weinig taalkundigen over hoort, heeft volgens mij te maken met wat ik beschouw als het centrale dogma van de taalwetenschap, iets waarover vrijwel alle taalkundigen het, ondanks enorme verschillen op allerlei gebied, eens zijn:

Het centrale dogma van de taalwetenschap. Taal is een natuurlijk fenomeen. Ze verandert voortdurend, maar het is niet mogelijk om haar te veranderen.

Het centrale dogma gaat in tegen de manier waarop de meeste niet-taalkundigen taal zien: als een cultuurproduct, een instrument dat we hebben gemaakt, en dat je als liefhebber van de traditie liever niet maar als pragmaticus liever wel verandert. Volgens het centrale dogma zijn huidige pogingen om bijvoorbeeld genderneutrale taal in te voeren, vrijwel zeker tot discussie gedoemd. En veel meer dan dat valt er volgens dat dogma dan ook niet over te zeggen.

De taalwetenschap heeft overigens ook veel te danken aan het centrale dogma. Het is de grondslag van het relatieve succes van het vak in de afgelopen twee eeuwen – de visie dat je taal kunt zien als iets dat op de een of andere manier onderhevig is aan natuurwetten heeft tot veel resultaten geleid. De menselijke wil met al zijn grilligheid heeft er niet zoveel mee te maken. Het is trouwens ook echt lastig om voorbeelden aan te wijzen waar de taal veranderd is omdat de taalgebruikers dat beter vonden, vooral als je meeneemt dat soms autoriteiten natuurlijk invloed kunnen hebben op hoe mensen in het openbare leven spreken, maar dat de meeste taal in kleine kring of de beslotenheid van het eigen huis wordt gebruikt.

Foto: JouWatch (cc)

de m/v/x

COLUMN - Vorige week werd ik uit mijn bed gemaild door een bekende woordenboekmaakster over de Van Dale. De kwestie m/v/x, daar moest toch eigenlijk iemand over schrijven! Ludo Permentier had er in januari al iets over gezegd in zijn column voor het INT, maar was dat genoeg?

Ik heb er nu een dag over nagedacht. Het lijkt me inderdaad niet genoeg.

Wat is er aan de hand? Bij persoonsaanduidingen zoals dokter of mentor staat sinds enkele jaren de aanduiding de m/v. Dit betekent: het lidwoord is de, en we beschouwen het woord als mannelijk én vrouwelijk. In de nieuwe, gisteren in Den Haag gepresenteerde, druk komt daar een x bij: dokter de m/v/x. Dat betekent dat je het als een niet-binair woord kunt gebruiken.

Wat voor probleem heeft Permentier hiermee? Dit is zijn uitleg:

Er [is] een verschil tussen een natuurlijk geslacht of gender (mannelijk, vrouwelijk of onbepaald) en een woordgeslacht of genus (de-woord mannelijk en de-woord vrouwelijk, of het-woord). Kort gezegd: geslacht is een kenmerk van mensen en dieren, genus is een kenmerk van woorden.

Dit is iets te eenvoudig gezegd. Een groot deel van de discussie over nonbinariteit gaat er immers vanuit dat je dat ‘natuurlijk’ geslacht in ieder geval voor mensen weer moet opsplitsen in een biologisch geslacht en een sociaal-psychologisch gender. ‘Onbepaald’ is in dat verband ook een wat ongelukkige term, meestal wordt natuurlijk precies hiervoor non-binair of genderneutraal gebruikt.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: Marieke Rijneveld (zelfportret), CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons.

De boy uit je willen halen

COLUMN - Pronomina in de lyriek

In gebarentalen werkt de wijzende vinger vaak als een persoonlijk voornaamwoord: de gebaarder zet de personen over wie ze praat eerst in de gebarenruimte voor zicht: Marieke staat links, Lucas staat rechts. In de rest van het betoog wijst ze dan naar de plek waar zij geplaatst zijn als ze het over hen wil hebben.

In zekere zin werken pronomina altijd zo: ze verwijzen, maar vooral: ze bepalen samen de ruimte waarin je je het gesprek laat plaatsvinden. Tot een paar jaar geleden goldt dat vooral voor de tweede persoon: je verandert een gesprek als je van u overschakelt naar jullie. De laatste jaren ligt de focus ineens meer op de derde persoon.

En niet iedereen bevalt de ruimte die de spreker definieert. Zo kreeg de dichter Marieke Lucas Rijneveld de afgelopen dagen ineens een storm van kritiek over zich heen toen hij verklaarde dat hij er voortaan de voorkeur aan gaf dat we naar hem verwijzen met hij en hem. Hij reageerde superieur op die kritiek, door in de Volkskrant een tegelijkertijd stoer en breekbaar gedicht te publiceren dat tjokvol veelzeggende pronomina is (de vette letters voor de persoonlijk en bezittelijk voornaamwoorden zijn van mij):

Vrij van beren

Ik ben bijna in alles heldhaftig geweest:
in met de kont tegen de geboortekrib
en waar ik thuiskom, wil ik Lucas heten.
In het dagelijks brood opnieuw tot mij te
nemen – vanuit een graatmager landschap
leerde ik niet bang te zijn voor een
vetter seizoen. Of in het afschudden
van de wolfsmeneer en nooit weer een
prooi acteren, zijn streken uit mij te leven.
In de dood, door hem een verkeerd reisadvies
te geven en niet angstig zijn voor stille
polderwegen. Maar ook in kleine
dingen, zoals het opdoeken van mijn
berenverzameling; ik spaarde ze vooral
in het schemerdonker, of als ik iets
niet dacht te kunnen, zoals een lampje
verwisselen, een band plakken,
mijzelf lijmen na een onhebbelijk oordeel.
Waar ik nooit heldhaftig in ben geweest:
het verdragen van al dat geraas en getier,
van men die het altijd beter weet,
die de boy uit je willen halen en je
ongevraagd naar hun schepping willen
vormen, je wanstaltig noemen.
Nee, niets is moeilijker dan de mens
die de ander het menszijn niet gunt,
die het blad voor de mond plaatst,
terwijl iedereen als ontwerp ter
wereld komt en een eindversie
nooit definitief, nooit compleet is.

Volgende