De zomer van Hans van Duijn: Deel 5
Met dank aan GeenStijl wordt 2011 de zomer van Hans van Duijn. Wie is Hans van Duijn? Die vraag fascineerde me. De man noemt zichzelf ‘Twitterextremist’ en is boos. Zoals het een ware patriot betaamt, heeft hij inmiddels de hoop uitgesproken dat Tofik Dibi met zijn ‘linkse vriendjes’ wordt afgeknald. Wat beweegt zo’n figuur om zoiets op te schrijven? En waar eindigt zijn haatretoriek en ontstaat een blinde woede, met gevaarlijke gevolgen van dien?
Tot en met 15 augustus zal ik hier elke dag een (fictief) relaas tikken over het leven van Hans van Duijn. Vandaag deel 5.
Politie voor de deur, nu al? Vanwege die ene tweet over het neerknallen van Tofik Dibi van een paar uur geleden? Hans eerste reactie is er een van angst en schrik, maar al snel voelt hij iets anders. Trots. Hij is immers een pleitbezorger van het vrije woord. Ja, hij mag toch die wens uitspreken. Hij zegt niet dat hij Tofik Dibi gaat neerschieten. Dat wordt een pittige semantische discussie. Hans verlaat Donalds achtertuin gestaag en checkt, terwijl hij naar de overkant loopt, zijn mobiel. Zijn inbox stroomt inmiddels vol met hatemail. Zijn twitteraccount is mikpunt van een massale horde linkse schreeuwers die de hoofdprijs op zijn hoofd zetten. Als ik nu het nieuws haal, zit ik misschien later bij Knevel en van Den Brink, redeneert Hans. Kan ik de aandacht vestigen op waar het werkelijk om gaat; dat we eens moeten kunnen zeggen waar het op staat.
Hans ziet twee agenten staan. Zijn moeder is met hen aan het praten in de deuropening. Hij duikt nog even weg achter een gemeentestruik om zijn verhaal te ordenen. Adem in, adem uit. Vrijheid van meningsuiting, woorden zetten niet aan tot geweld, als iemand dit had gedaan bij Wilders was er niks gebeurd, enzovoort. Hans gebruikt zijn vingers erbij om de argumenten in zijn hoofd te categoriseren, zoals een jong kind nog tot tien telt. Nog één keer ademt hij diep in en uit en loopt dan met ferme stappen richting de dienders in de voortuin.