Met dank aan GeenStijl wordt 2011 de zomer van Hans van Duijn. Wie is Hans van Duijn? Die vraag fascineerde me. De man noemt zichzelf ‘Twitterextremist’ en is boos. Zoals het een ware patriot betaamt, heeft hij inmiddels de hoop uitgesproken dat Tofik Dibi met zijn ‘linkse vriendjes’ wordt afgeknald. Wat beweegt zo’n figuur om zoiets op te schrijven? En waar eindigt zijn haatretoriek en ontstaat een blinde woede, met gevaarlijke gevolgen van dien?
Tot en met 15 augustus zal ik hier elke dag een (fictief) relaas tikken over het leven van Hans van Duijn. Vandaag deel 6.
‘Een inschrijfformulier van de schietvereniging geldt niet als geldig legitimatiebewijs,’ zegt de blonde agent. De Turkse collega schudt zijn hoofd. ‘Hebt u niets waar een foto van uw hoofd op staat?’
‘Die zit toch in de portemonnee,’ zegt Hans. Er vormt zich een frons in zijn voorhoofd. ‘Kijk dan, hoe wist u anders dat dat ding van mij was?’
‘Jaja, meneertje,’ probeert de blonde semi-autoritair, ‘dat zijn zo onze regels.’
De Turk, resoluut: ‘We doen het op onze manier of we doen het niet.’
‘Kijk dan in de portemonnee,’ zegt Hans nu vinnig en wijst naar zijn gezicht. ‘Je ziet toch deze kop, of niet dan?’
‘Gut Hans,’ roept Hans’ moeder nu uit. ‘Zo’n toon! Zo’n toon tegen de dienders, is dat nu nodig? En welke schietvereniging heb jij je ingeschreven? Ik dacht dat jij alleen schaakte. Het zal wel weer, het zal wel weer, ik volg het niet meer. Deze moderne wereld. Wij gingen vroeger naar de dancing en kochten een fles gazeuse na een dag op het land werken, en de jeugd gaat naar een schietvereniging.’
‘Jeugd, jeugd, mevrouw, hij is…’ De blonde kijkt op een pasje uit de portemonnee. ‘… maar liefst 34 jaar.’
‘Ik heb een kennismakingsles gehad bij schietvereniging Dorsman op de Vlietepolderlaan.’ Hans vouwt zijn armen stoer over elkaar.
De Turk verruilt zijn strenge blik nu voor een vrolijke. ‘Wat toevallig! Daar is hij ook begonnen. Goeie schietvereniging hoor,’ Hij tikt zijn blonde collega aan.
‘Dus, heren, koffie dan maar?’
‘Nee hoor, dank voor het aanbod. Goed, zullen we dan maar even over ons hart strijken, collega?’ zegt de Turk en kijkt zijn collega aan. ‘Nu doen we zo…’ De Turk spreidt zijn vingers voor zijn gezicht. ‘…Maar de volgende keer mag u zelf naar het bureau komen om uw waardevolle spullen op te halen.’
Inmiddels hebben buurtkinderen zich rond het tuinhek geschaard.
‘Kankerjuten!’ roept een jongetje met een vuil gezicht. Zijn vriendjes lachen. De agenten negeren hen. Een ander jongetje steekt zijn middelvinger op naar het geüniformeerde tweetal. De Turk duwt zijn gezicht in de richting van één van de kinderen. ‘En nou wegwezen!’ Hij zwaait om zich heen, alsof een zwerm steekvliegen hem in een weiland overmeesteren. ‘Ga weg! Naar huis! Ik zie je nog steeds!’ De kinderen rennen weg.