Wees zo vriendelijk het systeem te saboteren

van Marina Lacroix, eerder verschenen in tijdschrift ‘De Helling, (redactie Wetenschappelijk Bureau GroenLinks) Toen ik van de week mijn fiets uit de stalling bij de Zuidas wilde halen, liep voor mij op de brede, betonnen trap een zakenman. Oortjes in, beige trenchcoat, tas in de ene hand, een blikje in de andere. Halverwege plaatste hij het blikje met een soepele beweging op de trapleuning. Ik versnelde en liep met hem op, tot hij me wel moest opmerken. Met een lach, deed hij zijn oortjes uit. Ik lacht terug: “Hoi! U zette net uw blikje op de trap neer”, opende ik. Even haperde hij. Toen begon hij zijn koptelefoon terug in zijn oren te frommelen en zei: “Dat was ik niet. Dat was iemand anders.” Waarom deed hij dat? Ik kon me er wel wat bij voorstellen. Hij had net een werkdag in onze kapitalistische economie achter de rug (Excel-sheets gevuld, processen geoptimaliseerd, uren geschreven, contracten getekend) en handelde conform de logica daarvan. Full disclosure: ook ik werkte in het grootbedrijf. Dat deed ik zonder scrupules. De vraagstukken waren leerzaam en relevant. Mijn collega’s en klanten inspirerend. De waardering voor eigen initiatief ruimhartig. Het gaf me meer voldoening dan ik bij ngo’s of in de publieke sector vond. Hartelijk dank dus aan ons kapitalistische systeem, dat zo’n gesmeerde werkplek opleverde. De keerzijde van kapitalisme als levenshouding Toch zegde ik op, want een beter mens werd ik er niet van. Beetje bij beetje raakte ik losgezongen van mijn omgeving. Wijkbewoners. Weggebruikers. Winkelgangers. Ik kwam ze nauwelijks tegen, want ik was aan het werk. Wanneer ik me in het publieke domein begaf, zocht ik manieren om andere wereldbewoners met priority te omzeilen, terwijl ik in een conference call hing. De keerzijde van het aangename gevoel van nut en optimisme dat ik vond in mijn baan, leverde een navenant chagrijn en ongeduld op in de rest van mijn leven. Ik dacht regelmatig: “dit kan echt zóveel handiger”, of: “wanneer ga je eindelijk ter zake komen?” Mensen werden mechanismen, die nog niet waren geoptimaliseerd. En als gevolg daarvan voelde ik me opvallend genoeg aangetast in mijn waardigheid. Ik wilde dat er sneller méér voor mij gedaan werd! Ja, ik wilde dat ik niet behandeld zou worden als zomaar een nummer, maar de ontvanger zou zijn van persoonlijke service en klantvriendelijkheid! En ik dacht terug aan toen ik een vliegticket kocht en een boom kon laten planten. Of toen miljardair Jeff Bezos een monumentale brug wilde laten ontmantelen voor zijn superjacht. En aan toen we een bedrijfsuitje hadden op het water. En de havenmeester met geheven arm kwam aangestoven toen een paar collega’s de vrijheid hadden genomen een daar aangemeerde speedboot van binnen te bekijken, als waren ze in een showroom. “Ga daar direct vanaf!”, bulderde hij. Wat hem betreft viel er niets te lachen. Maar het handjevol consultants dat het interieur had betast, grinnikte wat naar elkaar. Zonder haast bewogen ze zich richting de kade. Eén van hen diende de withete opzichter nog van repliek: “We betálen wel, hoor.” Het klonk eerder verongelijkt dan bevreesd. "Kapitalisme is een levenshouding en ‘we betálen wel’ vat ‘m netjes samen" In het kielzog van het economische systeem is ons publieke en sociale domein door en door in de kapitalistische logica gedrenkt geraakt. Kapitalisme is een levenshouding. En “we betálen wel” vat ‘m netjes samen. Als je geld hebt, is respect niet meer nodig. Je eigent jezelf simpelweg de wereld toe. Want écht, alles is te koop! Dat uitgerekend een creditcard-reclame ons het tegendeel wil laten geloven, is veelzeggend. En toch ook weer niet. Al betaalde ik exorbitant veel huur, de afdeling planning snauwde naar me als ik voor de zoveelste keer belde vanwege een lekkage. En – zo vroeg ik me af – zouden mijn buren met sociale huurwoningen soms wél genoegen moeten nemen met zo’n behandeling? Mijn chagrijn betrof niet alleen dat ik m’n eigen welgestelde zelf meer vriendelijkheid, waardigheid of persoonlijke aandacht toewenste. Ik wilde dat voor iedereen. Terwijl ons publieke domein het aan niemand meer leek te bieden. Efficiëntie en controle zijn dwingender dan winst In ons denken over hoe voorbij het kapitalisme te komen, zijn er doorgaans twee tactieken. De eerste is de tactiek van de radicale verandering: het omverwerpen van het (economische) systeem. In het beste geval is dit ontmoedigend, omdat het zo’n grote uitdaging is. Om mij heen zie ik dat mensen die deze route bewandelen, vroeg of laat een (deels) zelfvoorzienende levensstijl omarmen. Met het kweken van eigen groenten, of eigen zonnepanelen, plaatsen ze zichzelf buiten het systeem, maar opereren ze nog altijd in de schaduw ervan. De tweede tactiek richt zich op het corrigeren van kapitalistische ‘uitwassen’, met name ongelijkheden. Dat kan bijvoorbeeld door herverdeling van bezit en door het in de publieke sfeer brengen van zorg, volkshuisvesting, onderwijs en andere collectieve goederen. Je kunt stemmen op partijen die deze agenda voorstaan, eventueel zelf politiek actief worden, maar omdat je per definitie staatsingrijpen nodig hebt, houdt wat je persoonlijk kunt beïnvloeden daar wel op. "Lamgeslagen zoeken we ons heil in yoga-retraites, party drugs, of Netflix en zien over het hoofd dat er een derde tactiek is: het uitslijten van het kapitalistische systeem" En zo lijkt de tweede tactiek onverwacht veel op de eerste. In beide gevallen maakt ons individuele handelen nauwelijks een verschil. Lamgeslagen zoeken we ons heil in yoga-retraites, party drugs of Netflix en zien over het hoofd dat er een derde tactiek is: het uitslijten van het kapitalistische systeem door actief tegen de logica ervan in te handelen. Laten we de kapitalistische logica helder krijgen. De ratio ervan op economisch gebied wordt doorgaans geïllustreerd met rekenvoorbeelden. Het is bijvoorbeeld irrationeel, volgens de kapitalistische logica, dat iemand met een uurloon van honderdtwintig euro één uur per week als vrijwilliger zou werken. Zij kan beter met haar salaris een goedkopere kracht inhuren, die voor hetzelfde geld veel meer uren aan de slag kan. Onlosmakelijk verbonden aan dit streven naar efficiëntie is een streven naar controle. Om de behoeften van consumenten te doorgronden of valide marktprijzen te bepalen, moet je op ieder moment zo veel mogelijk weten en vaak standaardiseren. Daarom ontkomen wij nauwelijks nog aan de feedback surveys, keuzemenu’s en chatbots. Ziedaar de simpele logica: streef naar maximale efficiëntie en controle [van om het even wat], voor maximale [winst, of om het even wat]. Het ‘om het even wat’ is belangrijk. Het illustreert hoe de kapitalistische logica tot een soort zombie is verworden. Hoewel we leren dat kapitalisme draait om maximale winst, is dat al lang niet meer vereist. Kijk maar naar een beweging als effectief altruïsme. Binnen deze beweging staat niet maximale winst maar maximaal welzijn voorop. Met afwegingen over hoeveel levens je per euro kunt redden, vormt het streven naar efficiëntie en controle niettemin de basis. Hetzelfde zien we in de zorg of het onderwijs. Weinigen redeneren in deze sectoren daadwerkelijk in termen van winst maar de combinatie van controle en efficiëntie richt er zat schade aan. En precies zoals een zombie alles ontzielt wat hij aanraakt, werkt het ook hier. Een begrip als kindness overleeft de logica onmogelijk. Zo valt te lezen in een stuk over leiderschap: “Research shows that when employees perceive compassion or kindness from their leaders, they become more loyal. Loyalty in turn feeds better performance at work.” [1] Reken er gerust op dat zowel de mate van aardig zijn als van loyaliteit gemeten zal worden, in een model gestopt en ontdaan van elke intrinsieke motivatie. Efficiënt en goed te controleren, maar met aardig zijn heeft het niets meer te maken. Al met al is de kapitalistische logica er per definitie op uit om alle frictie te vernietigen. Maar het is juist frictie die zorgt voor betrokkenheid bij de samenleving. Door de beste, meest rimpelloze beleving voorop te stellen, worden we in toenemende mate onverschillig en geven we de fysieke, publieke ruimte weg. [2] Het kleine verzet: Hoe we met elkaar omgaan is politiek Terug naar de liegende zakenman en het blikje op de trap. Wat zijn motieven waren, dat was te volgen. Maar: waarom deed ík dat? Hem inhalen en aanspreken. Het blikje stond er nog. Straks zou iemand van de reinigingsdienst het wel opruimen. Wat leverde het mij op? Klein verzet herken je vaak precies daaraan: het geeft frictie en vergt inspanning. Dat is hoe het voelt om tegen zombies in te gaan – als wind tegen, de roltrap in omgekeerde richting nemen, de beurt krijgen terwijl je net zat te dagdromen. Er zijn meer voorbeelden [3] van klein verzet: je laat geen online review achter, maar spreekt mensen persoonlijk aan (als dat niet mogelijk is, is de partij vermoedelijk sowieso over-efficiënt op megaschaal). Je negeert nodeloze standaarden en protocollen in je werk en geeft voorrang aan jezelf verantwoorden op basis van je vakethiek. Je tekent geen petitie, maar sluit aan bij een rommelige manifestatie. Je bezoekt je vrienden op een moment waarvan je niet weet of het uitkomt en praat over andere dingen dan de beste hypotheek. Kunst, cultuur en geesteswetenschappen geven je hiervoor inspiratie, helpen om je denkvermogen in stand te houden en herinneren je eraan dat schoonheid bestaat. Deze derde manier om voorbij het kapitalisme te komen, onderscheidt zich doordat het startpunt niet is hoe we de economie inrichten, maar hoe we met elkaar omgaan. Dat doet ertoe! Als we zonder menselijkheid bouwen aan een andere wereld, dan vrees ik dat die minstens zo harteloos zal zijn als de wereld nu. Maar het gaat om méér dan een beetje aardig zijn voor elkaar. Klein verzet dat aanhoudt, kan millimeter voor millimeter de mechanismen van efficiëntie en controle waarin we zijn opgesloten uitslijten, omleggen en dwingen om zich aan te passen aan ons (in plaats van andersom). Je maakt een olifantenpaadje, dat op den duur het op de tekentafel gewenste pad vervangt.[4] "De deur openen naar een nieuwe plek kan alleen door je te verzoenen met een oneindig aantal mogelijkheden en onbegrensde diversiteit" Waar dat paadje loopt, of waarheen, dat is vooraf niet te zeggen. We zouden intussen kunnen weten dat blauwdrukken in de praktijk verstikkend en onderdrukkend uitpakken. De deur openen naar een nieuwe plek kan alleen door je te verzoenen met een oneindig aantal mogelijkheden en onbegrensde diversiteit. Niet door de oplossing van een rekensom te zoeken, maar door verbeelding en inlevingsvermogen de ruimte te bieden. Monocultuur, dat is nu net wat ons kapitalisme kenmerkt! Hoewel de uitkomst niet vaststaat, zal er uiteraard wel een uitkomst zijn. Minder zombie, minder zakenman. Ik stel me iets voor dat past bij: wij zorgen goed voor elkaar, hier heerst vriendschap, elkaar helpen dat ís het systeem. Dit is hoe ex-Joegoslaven – mijn familie behoort er ook toe – hardop terugdenken aan hoe zij leefden voordat hun land uiteenviel. [5] Het is nostalgie, deels een mythe, maar het valt op hoe consequent zij uitdrukken wat het is dat hun samenleving in hun ervaring toen kenmerkte. (Wat ook opviel: hoe vreemd het was om me te realiseren dat je een samenleving ook zó kunt omschrijven.) Of misschien komen we uit op iets dat lijkt op hoe Alexis Pauline Gumbs de onderwaterwereld van zeezoogdieren poëtisch duidt.[6] Een samenleving waarin er geen sterke aanwijzingen bestaan dat meter-lange walrus-slagtanden gebruikt worden om elkaar te domineren en waarin een dolfijnen-wees  geadopteerd wordt door een niet verwante dolfijn. De wetenschappers vragen zich af hoe dat toch kan (maar hoe onvoorstelbaar is het werkelijk?). Verzet, dus. Hoe klein ook. Handelen op basis van gastvrijheid, solidariteit, vriendschap, algemeen belang, gulheid en vreugde maakt ons niet alleen tot betere mensen, het is een politieke daad. Het maakt dat big tech, flitsbezorgers en vastgoedeigenaren zich iets meer moeten voegen naar een werkelijkheid die inefficiënt en oncontroleerbaar is. Het maakt van onze wereld een plek met meer interactie en minder transactie. Dat klinkt al minder kapitalistisch! Bovenal draagt het eraan bij dat we de macht inzetten die ons van nature is gegeven: om de wereld te maken en doorlopend te blijven maken.[7] Wat is een revolutie anders dan het verplaatsen van de macht? Elk van ons kan zo vriendelijk zijn het systeem te saboteren. Voetnoten [1] ‘Being a good boss isn’t easy – here’s how to get better’, McKinsey Organization Blog, 18 oktober 2021. [2] Dit wordt helder uiteengezet door Hans Schnitzler in ‘Digitale Detox’, VPRO Tegenlicht, 24 januari 2022. [3] Deze ideeën passen wonderwel bij de lessen uit de twintigste eeuw die Timothy Snyder geeft in Over tirannie, 2017 – ook kapitalisme  kan onderdrukkend zijn. [4] De metafoor is van James Scott. [5] Onder meer vastgelegd in De Tranen van Tito, BNNVARA, 2021. [6] Alexis Pauline Gumbs, Undrowned – Black Feminist Lessons from Marine Mammals, 2020. [7] Hiermee onthul ik een goed bewaard geheim, al is het eerder gedeeld door David Graeber, The Utopia of Rules – On Technology, Stupidity, and the Secret Joys of Bureaucracy, 2015, p. 89. Dit essay van Marina Lacroix kreeg een eervolle vermelding bij de Gaia-essaywedstrijd 2022. De zes beste essays zijn gebundeld in het boekje ‘Het kapitalisme voorbij’, verkrijgbaar bij uitgeverij Van Gennep. Ook dit jaar wordt de Gaia-essaywedstrijd georganiseerd. Geïnspireerd op het boek 'Donuteconomie' van Kate Raworth (over een economie die sociale ondergrenzen en planetaire bovengrenzen eerbiedigt) is het thema ‘Hoe ziet jouw ideale donut eruit?’ Inzenden kan tot 25 maart 2023. Alle info bij het Wetenschappelijk bureau Groenlinks. Dit artikel verscheen in de Sargasso serie Een ander kapitalisme.

Door: Foto: Flickr CC BY-NC 2.0 by Rasande Tyskar rethink capitalism Corona times Hamburg
Foto: Lucy Mills (cc)

Joris, wees een bescheiden bondgenoot

COLUMN - Voor het eerst lijkt er oprecht werk gemaakt te worden van seksuele intimidaties, mishandeling, aanranding en verkrachting. Wat we daardoor zien, is niet mooi. Maar ook: wat we nu zien, is de realiteit van veel vrouwen, die jarenlang onder de radar van opiniemakers, leidinggevenden en beslissers is gebleven, en dus: buiten beeld.

Het is soms wanstaltig – en daardoor: akelig leerzaam – wat we nu zien. Neem de woordvoerder van Ajax, die meldt dat de vrouwen die door technisch directeur Marc Overmars zijn belaagd, ‘geen toestemming’ van de voetbalclub hadden om met hun verhalen naar buiten te komen. Of Kamerlid Gijs van Dijk (PvdA), die afgelopen week opstapte na meerdere klachten over grensoverschrijdend gedrag, maar fier zei ‘exact te weten waar de grens lag’.

Een serie van Bram van Splunteren over muziekhelden werd afgelopen week door de VPRO gedumpt, nadat vrouwelijke medewerkers een boekje hadden opengedaan over de totstandkoming ervan. Theaterregisseur Ruut Weissman, die in de dit weekend opnieuw uitgezonden documentaire over zijn eigen MeTooaffaire krampachtig eist alsnog te kunnen definiëren waar die kwestie ‘nu echt’ over ging – in plaats van eindelijk eens te luisteren naar de verhalen van mensen die geschaad zijn, ook door hem. Lil Kleine, die is opgepakt omdat hij zijn vriendin voor de zoveelste keer mishandelde, net nadat hem een taakstraf was opgelegd wegens andere mishandelingen.

Quote du Jour | Onze bevolking telt veel dissidenten

Onze bevolking telt veel dissidenten. Zodra er maatregelen worden getroffen, is de eerste vraag of er achterdeurtjes zijn, en de tweede of er gecontroleerd gaat worden. Daarna worden de maatregelen als belachelijk afgedaan (…) en vervolgens worden de experts zelf in diskrediet gebracht.

De Volkskrant interviewde de Belgische viroloog Marc van Ranst onder deze kop: ‘Belgische Van Dissel’ over Nederlands coronabeleid: ‘Ik kijk met enige afgunst naar uw regering’.

Foto: Elvert Barnes (cc)

‘Sorry, not sorry’: Wat als excuses een PR-strategie worden?

We zeggen niet alleen maar sorry om verantwoordelijkheid te nemen voor onze daden. Van klassieke dichters, tot moderne Big Tech-bedrijven; al eeuwen worden mooie woorden gebruikt om er vooral zelf beter van te worden. Hoe werken die retorische excuses precies? En waarom slikken we ze?

Tijdens onze zoektocht naar de waarde van verontschuldigingen, hoorden wij steeds weer: Excuses moeten gericht zijn op verbroedering. In de praktijk lijkt het woord sorry soms ook nog een andere bedoeling te hebben. Een sorry kun je ook inzetten om je eigen positie veilig te stellen en je verantwoordelijkheid juist af te schuiven. Als PR-strategie om je eigen imago te redden. Zo kleedde Chris Wetherell, ontwerper van de retweet-knop zijn excuses aan met het poëtische “We might have just handed a 4-year-old a loaded weapon. Social media is broken. And the retweet is a big reason why.” Wetherell bekende weliswaar schuld, maar kaatst met deze zinnen in feite het echte probleem terug naar de macht van ongrijpbare algoritmes. En bovendien: de retweet-knop bestaat nog steeds. Wij gingen op zoek naar het hoe en wat van de retorische sorry. Wat blijkt: de PR-excuses van vandaag de dag maken gebruik van eeuwenoude trucjes.

Dichterlijke onvrijheid

‘Ik heb echt geprobeerd om een heldendicht over U te schrijven. Maar plots dook Cupido op en stal mijn zesde versvoet. En met slechts vijf voeten in het metrum, kan ik alleen nog maar over de liefde schrijven’. Dit is, grof vertaald, waar de ‘Amores’ mee openen, de liefdespoëzie van de Latijnse dichter Ovidius. “Zijn beste woordkunsten zette Ovidius in om zijn excuses aan te bieden aan keizer Augustus”, vertelt classica prof. dr. Antje Wessels (LEI). Zij is als hoogleraar Latijnse Taal en Literatuur verbonden aan het departement voor ‘Arts in Society’. “Ik vind dit éen van de mooiste voorbeelden van een recusatio”. Een poëtisch stijlmiddel waarin een dichter uitlegt waarom hij niet in staat is zich aan zijn oorspronkelijke schrijfplan te houden, maar in plaats daarvan een andere stijl kiest.

Foto: Camille King (cc)

Excuses: de lijm voor sociale relaties?

Excuses zijn de lijm om misstappen te herstellen. Maar hoe werken ze precies? En kunnen verontschuldigingen elk conflict uit de weg ruimen?

April 2017. Frisdrankbedrijf Pepsi lanceert zijn nieuwste reclamespotje. In het filmpje zien we een vrolijke groep Black Lives Matter-demonstranten van verschillende etniciteiten door een stad bewegen, met realityster Kendall Jenner in hun midden. De sfeer is vrolijk en uitbundig. Plots komt de protesterende massa tegenover de politie te staan. De sfeer wordt gespannen. Totdat Jenner naar voren stapt. Ze biedt een agent een blikje Pepsi aan. Het geluid van het blikje doet het feest weer losbarsten.

Pepsi’s bruisende commercial probeert een positieve boodschap uit te stralen over samenzijn, gelijkheid en acceptatie. Het effect was echter minder positief. De campagne werd op sociale media overspoeld met boze reacties. Ook Kendall Jenner kreeg de volle laag.

Wat ging hier mis? Critici namen aanstoot aan de manier waarop Pepsi de Black Lives Matter-protesten portretteerde. De commercial zou hun strijd tegen racisme en onrecht niet serieus nemen. Kendall Jenner die met één blikje cola dit complexe conflict oplost? Zo makkelijk gaat dat niet. Pepsi nam de kritiek ter harte en bood zijn excuses aan door het volgende bericht te verspreiden:

“Pepsi was trying to project a global message of unity, peace and understanding. Clearly we missed the mark, and we apologize. We did not intend to make light of any serious issue. We are removing the content and halting any further rollout. We also apologize for putting Kendall Jenner in this position.”

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Vattenfall Nederland (cc)

De betere wereld begint helemaal niet bij onszelf

‘Dus de maatregelen waren goed, maar ons gedrag niet?, vroeg een journalist tijdens de coronapersconferentie van 13 oktober vorig jaar aan premier Rutte. Veel verder dan ‘we hebben het samen niet goed genoeg gedaan’, kwam de premier niet. Met dat korte zinnetje gaf de premier onbewust de grenzen en keerzijden aan van de in beleidskringen populaire gedragsbenadering.

Klimaatprobleem door wangedrag

De nadruk in de beleidsvorming op het begrippenkoppel ‘samen’ en ‘gedragsverandering’ komt voort uit een sterk geloof in het individu en de burger. Niet de overheid noch de markt, maar de burger kan de grote maatschappelijke problemen oplossen.

Met het bijna heilige geloof in het individu zijn allerlei gedragsbenaderingen weer komen bovendrijven die sociale vraagstukken, maar ook duurzaamheids- en klimaatvraagstukken ‘omdenken.’ Er zouden geen technologische, maatschappelijke of politieke problemen zijn, maar alleen psychologische problemen. Het gevaar van een dergelijke redenering, merkten HVA-onderzoekers Krispijn Faddegon en Reint Jan Renes hier eerder op, is dat daardoor dat alle problematiek wordt herleid tot gedrag van burgers, met ontkenning van de rol van de context.

Cognitieve dissonantie speelt ons parten

Het klimaatprobleem is in deze optiek vooral het gevolg van cognitieve dissonantie. Deze kent grofweg twee varianten. De eerste is dat we tegelijkertijd zowel klimaatvriendelijke als klimaat-onvriendelijke gedachten en opvattingen koesteren, en er maar niet uitkomen welke de overhand verdienen.

Foto: cc Emma Simpson via Unsplash.

Neoliberaal getinte ‘roze’ positieve gezondheidsbril verblindt

COLUMN - Rob Arnoldus en Mark de Koning

Welzijns-en gezondheidsinstanties omarmen schijnbaar gedachteloos het concept van positieve gezondheid. Met veerkracht, eigen regie en coping komt de zieke in beeld als een gezond mens. Het concept doet geen recht aan het lijden van ernstig zieke patiënten, aan de positie van groepen die over onvoldoende gezondheidsvaardigheden beschikken, en ook niet aan het recht op gezondheid.

In 2011 verschijnt een artikel van Machteld Huber en collega’s in het British Medical Journal waarin afscheid wordt genomen van het alledaagse denken over gezondheid en impliciet ook van het recht op (volledige) gezondheid – als tegenpool van ziekte. De auteurs nemen afscheid van definitie van de World Health Organization (WHO) waarin gezondheid wordt gezien als een toestand van compleet lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden – en niet alleen de afwezigheid van ziekte en gebrek. Volgens hen zou de WHO-definitie medicalisering in de hand werken, te veel de nadruk leggen op wat niet kan en daarmee (oudere) chronisch, zieke mensen definitief ziek kunnen verklaren.

In hun nieuwe positieve omschrijving wordt gezondheid benoemd als het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren in het licht van lichamelijke en sociale uitdagingen van het leven. Op de voorgrond staat het adaptievermogen: het vermogen van een individu om zich aan te passen aan een gewijzigde situatie. Sleutelbegrippen zijn veerkracht, eigen regie en coping.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Essem W (cc)

Intimidatie

COLUMN - Vervloekt zij de mensen die ministers en parlementsleden op straat belagen, omdat ze het niet eens zijn met hun beleid. Die hen de vrije doorgang belemmeren, of hen lukraak beschuldigen van massaal kindermisbruik (wat serieuze pogingen om misbruik van kinderen bloot te leggen overigens in diskrediet brengt).

Vervloekt zijn de viruswaanzinnigen, die medewerkers van verpleegtehuizen en zorgcentra de dood toewensten.

Vervloekt zij de mensen die afgelopen week de schilderingen op het gebouw van The Black Archives in Amsterdam vernielden door er de stupide leus ‘Roetveegpiet is genocide’ overheen te kladden. (Is er ooit – ergens, waar of wanneer dan ook – iemand gestorven vanwege de verschijning of het handelen van een roetveegpiet? En toch kom je aanzetten met genocide, de moedwillige en doelgerichte uitroeiing van een complete bevolkingsgroep?)

Vervloekt zij de boeren die met tractors de snelwegen blokkeerden en de deuren van provinciehuizen ramden, omdat ze meenden dat hun belang zo zwaar woog dat ze het recht hadden om alle wetten, regels en fatsoen, inclusief elk ander belang, aan hun laars te lappen. Fuck de rechtsstaat, leve ons!

Vervloekt zij de brullende boeren. Stoer lullen over ‘valse berekeningen’ die moesten worden ‘gerectificeerd’ zolang ze op een tractor prijken met banden waaronder ze alles dreigen te vermalen, maar die, zodra ze in een debat over stikstofuitstoot een wetenschapper treffen die ze kalmpjes corrigeert, met de staart tussen de benen afdruipen. Oeps, foutje.

Foto: Rob Oo (cc)

Doomsday of de schade beperkt – De maatschappelijke gevolgen van Covid-19 in vier scenario’s

ANALYSE - door Sandra van Dijk en Marcel Canoy

In tijden van grote onzekerheid is het zoeken naar houvast. Ook wetenschappers weten vooral wat ze niet weten. We weten dat kwetsbare groepen disproportioneel hard getroffen worden, maar tasten in het duister of de schade tijdelijk is of permanent. Maar in al die onzekerheid is wel enige orde te scheppen door het schetsen van verschillende maatschappelijke scenario’s
.

De scenario’s maken we aan de hand van twee sleutelonzekerheden. De eerste sleutelonzekerheid is de mate waarin de samenleving en overheid er samen in slagen het virus in te dammen door effectief gedrag. Het indammen van het virus is cruciaal voor het herstellen van de economie. In het gunstigste geval gaat dat snel, en in de ongunstige prognoses duurt het tot dik in 2021 tot we van het virus af zijn.

De tweede sleutelonzekerheid is weerbaarheid. Een individu of een samenleving als geheel kan een meer of minder adaptief vermogen hebben om met onzekerheid en tegenslag om te gaan. Hangen we massaal in de touwen? Of proberen we er het beste van te maken of zien we zelfs nieuwe kansen voor een betere samenleving?

Vier scenario’s en vier archetypes

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Daryl DeHart (cc)

Onzekerheid en nostalgisch verlangen naar een betere samenleving

ANALYSE - door Peter Achterberg en Bram Peper

Vroeger was alles beter. Veel Nederlanders lijken te denken dat dit inderdaad het geval is. Overal om ons heen zien we talloze voorbeelden van een nostalgische zucht naar een veel geroemd maar helaas verloren gegaan verleden.

Zoals de eindeloos herhaalde afleveringen van de hitserie ‘Toen was geluk heel gewoon’. Of de opkomst van ‘barbieren’ die gespecialiseerd zijn in kapsels uit de jaren ‘50, en zich louter lijken te richten op mannen. Of wat te denken van het jaarlijkse terugkerende feest der nostalgie, de Top 2000, waarbij de gouden oude klassiekers niet alleen met steun van de grijze van dagen zo hoog op de lijst terecht komen.

Ook in de politiek zijn nostalgische vertogen populair, met politici die lekker kunnen wegdromen met pleidooien voor de terugkeer van de gulden en het vertrek uit Europa. Terug naar een samenleving waarin ‘we’ nog simpelweg thuis konden voelen.

Nostalgie in Nederland

Het begrip nostalgie is afkomstig van de zeventiende eeuwse Zwitsere arts Johannes Hofer en is een samentrekking van de Griekse woorden nostos (huiswaarts keren) en algia (een pijnlijke conditie). Hofer muntte deze term om het ziektebeeld van extreme heimwee van elders vechtende Zwitserse huurlingen te vatten. Nostalgie is dus allereerst een medische term om een ziektebeeld te beschrijven, dat vooral ging over een verlangen om in een andere ruimte te zijn, namelijk weer thuis.

Volgende