De actualiteit van Das Kapital
Das Kapital, het magnum opus van Karl Marx (1818-1883) en de ‘bijbel’ van de communistische beweging, komt op één mei, de Dag van de Arbeid, uit in een nieuwe Nederlandse vertaling van Hans Drieser. Sinds publicatie aan het eind van de 19e eeuw heeft dit boek velen over de hele wereld de hoop geboden op een einde aan onderdrukking en armoede. Het beschreef de onvermijdelijke ondergang van het kapitalisme en het net zo zekere ontstaan van een geheel klasseloze maatschappij waarin iedereen gelijkelijk zou bijdragen naar vermogen en ontvangen naar behoefte.
Dat het kapitalisme zich een stuk flexibeler toonde dan Marx had voorspeld en dat de arbeidersklasse zich anders ging gedragen dan hij had gehoopt, heeft niet verhinderd dat het geloof tot ver in de 20e eeuw levend is gebleven. Na een kleine opleving aan de westerse universiteiten in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw verdween de aandacht voor Marx en zijn kritiek op het kapitalisme. En nadat in 1989 in Oost-Europa zijn standbeelden overal werden omgetrokken leken Marx en Das Kapital definitief bijgezet te worden in de geschiedenis.
Een nieuwe uitgave van Das Kapital in 2010 roept onvermijdelijk de vraag op of we hier alleen met geschiedenis te maken hebben of toch ook nog een beetje met de actualiteit. De financiële crisis van de afgelopen jaren heeft natuurlijk vragen opgeroepen over de aard van het economisch systeem dat inmiddels de wereld domineert. En als die vragen niet bevredigend beantwoord kunnen worden zijn alle, zowel oude als nieuwe invalshoeken welkom in het debat. Das Kapital is in het verleden bekritiseerd als een in zeer hoge mate speculatief boek dat in zijn natuurwetenschappelijke benadering van de economie al snel werd achterhaald door de feiten. Maar de visies van Marx, zijn oog voor de werking en de vele tekortkomingen van het systeem, bieden nog steeds inspiratie voor een verklaring en beoordeling van wat er vandaag gebeurt. Ik geef drie voorbeelden.
1. Marx schreef over de macht van de rijken, de ophoping van kapitaal in de handen van een steeds kleinere groep en de steeds verdere verarming van de massa?s. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is de ongelijkheid in inkomen groter geworden. Dat geldt voor alle westerse landen afzonderlijk, maar vooral ook voor de verhouding tussen het rijke westen en de ontwikkelingslanden. De financieel-economische crisis aan het begin van de nieuwe eeuw is nog lang niet uitgewerkt. De overheid heeft wel een enorme schuldenlast die in de komende jaren vele burgers zal raken. Daarmee zijn de gevolgen van de crisis afgewenteld op de samenleving als geheel. De winsten hebben zich intussen weer hersteld en de bonussen zijn helemaal nooit weggeweest. Als het goed gaat profiteren de rijken het meest (en de armen misschien een beetje), als het slecht gaat bloeden de armen. Dat is de wet van Das Kapital.