De laatste vraag?

To arrive at the edge of the world's knowledge, seek out the most complex and sophisticated minds, put them in a room together, and have them ask each other the questions they are asking themselves. Deze uitspraak van kunstenaar James Lee Byars is het motto van The Edge, opgericht door uitgever en publicist John Brockman. Twintig jaar lang formuleerde Brockman een vraag waar wetenschappers, schrijvers, kunstenaars en ondernemers op reageerden. In die twintig jaar leidden 21 vragen tot ruim 2950 essays. Van mensen als Hans Ulrich Obrist (curator Serpentine Gallery, London), Brian Eno (componist, musicus), Alan Alda (acteur, regisseur, schrijver), John Markoff (journalist, Pulitzer Prize-winnaar, The New York Times). Mike Godwin (advocaat, schrijver, jawel, van de Wet van Godwin) tot een groot aantal wetenchappers als Daniel C. Dennett (filosoof), Helen Fisher (biologisch antropoloog), Leonard Susskind (theoretisch natuurkundige), Richard Dawkins (evolutionair bioloog) en Jared Diamond (fysioloog en evolutionair bioloog). Eén vraag per jaar. Brockman zegt nu door zijn vragen heen te zijn en stelt de laatste: Ask 'The Last Question,' your last question, the question for which you will be remembered.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

‘Illusies voor gevorderden. Of waarom waarheid altijd beter is’ van Maarten Boudry

RECENSIE - © Uitgeverij Polis Cover Illusies voor gevorderden van Maarten Boudrydoor Hans van Eyghen (PhD, Vrije Universiteit Amsterdam)

Waarheid is altijd beter. Deze boude claim vormt de kern van wat Maarten Boudry in zijn boek Illusies voor gevorderden. Of waarom waarheid altijd beter is (Uitgeverij Polis) betoogt. Wie het boek leest, merkt dat Boudry deze claim niet echt beargumenteert. Hij argumenteert hoogstens dat waarheid meestal beter is en laat enkele illusies met beperkte impact toe. Boudry gebruikt de term ‘illusie’ min of meer als synoniem voor ‘onwaarheid’. In een wereld waar waarheid (meestal) beter is, is geen plaats voor illusies. Boudry geeft drie argumenten: de catch 22 van illusies, de meeste illusies hebben geen nut, en illusies die nut lijken te hebben, hebben dat in feite niet. In wat volgt bespreek ik deze drie argumenten. Ik eindig met enkele algemene opmerkingen over het boek.

De catch 22 van illusies

Boudry’s belangrijkste argument tegen onwaarheid noemt hij de catch 22 van illusies.[1] Boudry merkt op dat het onmogelijk is onwaarheden voor waar aan te nemen. Zelfs als er nuttige illusies zouden zijn  (wat Boudry ontkent in zijn tweede argument), is het onmogelijk deze voor waar aan te nemen wanneer men weet dat ze illusies zijn en nuttige illusies kunnen hun nut niet uitoefenen als ze niet voor waar worden aangenomen. Als we Boudry’s argument reconstrueren lijkt hij te stellen dat een nuttige illusie de mens voor twee keuzes stelt, of zij verwerpt de illusie of zij neemt hem aan. In het eerste geval heeft ze vanzelfsprekend geen baat van de illusie. In het tweede geval ook niet omdat ze weet dat de illusie niet waar is (het is nu eenmaal een illusie).

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Zennie Abraham (cc)

Esthetische redenen tegen Kevin Spacey

door Clinton Peter Verdonschot (PhD, University of Essex)

In een blogpost over het waarderen van kunst/films van moreel bezwaarlijke figuren, schrijft Kathleen Stock over haar liefde voor Woody Allen films zoals Annie Hall en Crimes and Misdemeanors. Ze vraagt zich af: waarom heb ik geen problemen om deze films te waarderen, terwijl ik erken dat Allen zelf een akelig persoon is en mogelijk zelfs een pedofiel? Ze beargumenteert dat ons inlevingsvermogen niet noodzakelijkerwijs geblokkeerd wordt, zolang maar de voorgestelde wereld van de film gescheiden kan worden van de persoonlijke overtuigingen van de artiest.

Op grond hiervan, trekt Stock de wat snelle conclusie dat het geen esthetische reden is om kunstwerken te verwerpen simpelweg omdat ze gemaakt zijn door (of met medewerking van) moreel slechte personen. Neem het geval van Kevin Spacey: het lijkt me duidelijk dat Spacey moreel verwerpelijke dingen heeft gedaan. Er kunnen daarom morele of politieke redenen zijn om niet meer naar House of Cards te kijken (bijv. omdat je Spacey niet langer financieel wil ondersteunen). Maar zolang House of Cards niet zelf propaganda is voor seksueel misbruik, zijn er vooralsnog geen esthetische redenen om de serie te verwerpen, aldus Stock:

even people with very bad characteristics can sometimes make and produce enjoyable, pleasant, good, true, or otherwise life-enhancing things.

Foto: Matt Harris (cc)

Liefde is ….

ANALYSE - Liefhebben doen we allemaal. Maar wat weten we er eigenlijk van, buiten onze eigen ervaringen? Zijn er redenen voor liefde? Een kleine filosofie van de liefde.

Gek genoeg zijn er niet bijster veel hedendaagse filosofen die zich bezighouden met de liefde. Een Google-opdracht naar ‘liefde’ en ‘filosofie’ levert weinig resultaten op uit de academische wereld. Volgens filosoof Jan Bor is ‘alles wat je daarover probeert te zeggen, [..] gelul’. Maar in het Filosofisch Café tonen filosofen dr. Katrien Schaubroeck (UAntwerpen) en dr. Annemarie van Stee (RU) dat dat onwaar is (hier te beluisteren). Er valt wel degelijk iets zinnigs te zeggen over liefde.

Redenen voor liefde

Bijvoorbeeld over de vraag of er redenen zijn waarom je van iemand houdt. Volgens de Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt niet. Ook al zeg je dat je je vriend(in) zo leuk vindt ‘omdat’ hij/zij zo knap, sociaal en intelligent is.

Schaubroeck zet zijn argumentatie uiteen. Ten eerste is liefde onvrijwillig volgens Frankfurt. Het is geen resultaat van een redenering, geen bewuste keuze of optelsom van goede eigenschappen. Liefde – romantische evengoed als vriendschappelijke of familiaire – overvalt je. Als je partner attent, zorgzaam en humoristisch is, is dat misschien aantrekkelijk, maar volgens Frankfurt kunnen dat niet de oorzaken zijn dat je van iemand houdt.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Piet Schreuders (cc)

W.F. Hermans was een slecht filosoof. Nou en?

RECENSIE - Ik ben oud genoeg om even ‘oei!’ te denken als ik lees dat iemand beweert dat Willem Frederik Hermans iets ‘volstrekt verkeerd begrepen’ heeft. Als de meester het maar niet hoort! Tot ik besef dat de meester natuurlijk al enige tijd dood is en dat hij de schrijver van zulke krasse woorden niets meer kan maken.

Met een gerust hard kunnen we dus het mooie essay lezen dat de Oostenrijkse neerlandicus, typograaf en filosoof Rainer Erich Scheichelbauer onlangs publiceerde met de eenvoudige titel Willem Frederik Hermans als filosoof. Er blijft in dat boekje niet veel over van de schrijver als denker. Hij blijkt te hooi en te gras bij een aantal wijsgeren wat ideeën te hebben opgedaan zonder ze echt goed begrepen te hebben en zonder dat de samenvoeging van die ideeën een coherent geheel opleverde.


Rotsvast geloof

Scheichelbauer heeft de 88 pagina’s van zijn essay echt nodig om zijn betoog te ontvouwen – hij verspilt geen woord –, maar ik zal de kern in mijn eigen woorden samen te vatten. (Ik ben niet bang voor Hermans meer, maar na lezing van dit strenge betoog wel voor Scheichelbauer.) Aan zijn puberale lectuur van Nietzsche ontleende Hermans het idee dat de wereld een chaos is, waarin eigenlijk geen echte categorieën bestaan, omdat alles voortdurend verandert en in elkaar overloopt. Iedere poging om daar orde in aan te brengen is eigenlijk gedoemd.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Het Verhaal | Henk van der Waal

INTERVIEW - ‘Het humanisme, de natiestaat en religie concurreren met elkaar in deze tijd.’

Voor de boekenpodcast Het verhaal praat Monique Huijdink met schrijvers over hun boek, in deze aflevering met filosoof Henk van der Waal over zijn boek Mystiek voor goddelozen.

Over het boek
‘Wie zijn we eigenlijk? Wat doen we hier? Waar stevenen we op af?’ Met deze grote vragen opent Mystiek voor goddelozen. Niet voor niets, want nu de religies geen houvast meer bieden en de wetenschap iedere levensvraag uit de weg gaat, ligt het speelveld open. Als nooit tevoren worden we daardoor uitgedaagd om op grond van onze eigen ervaring ons leven te doorgronden en vorm te geven.

Henk van der Waal: ‘Een mystieke ervaring is een heel persoonlijke ervaring. Je kunt het definiëren als iets wat iemand overkomt en de rest van het leven kleur of richting geeft. Bijvoorbeeld de bijna dood-ervaring. Een gevoel van euforie. Ik probeer in het boek het ervaren van het mystieke niet voor te behouden aan iets wat je overkomt. Ik wil laten zien dat omdat wij mensen zijn die dingen ervaren, die ervaring leeg is en daarmee een gevoel geeft van ingebed zijn in alle dimensies waarin wij opereren.’

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: Dako Huang (cc)

Hoe we de vervelende scepticus de deur uit bonjouren

ACHTERGROND - Hoe kunnen we weten dat de wereld buiten ons bestaat? En, is het eigenlijk wel zinnig om dat jezelf af te vragen?

De filosoof René Descartes stelde in 1644 dat je nergens zeker van kan zijn. Behalve dat je niks zeker weet. Alles wat zich buiten jou afspeelt kan dus een illusie zijn, gecreëerd door een kwade geest. De film The Matrix speelt met dit idee. Neo komt er daar achter dat hij leeft in een cocon, een schijnwereld. Een film. Fictie dus. Maar de vraag hoe we erachter komen of de werkelijkheid buiten ons bestaat, houdt vele filosofen al eeuwenlang bezig. Kunnen we bewijzen dat er een werkelijkheid buiten ons bestaat?

Twijfelen is doodgewoon. Je kan over van alles dubben: of het zal gaan regenen, over de studie die je kiest of waar je naartoe op vakantie gaat. Ook twijfel over specifieke uitspraken is normaal. Als ik beweer dat er vandaag om 12 uur duizend mensen in de Universiteitsbibliotheek rondlopen, kan jouw twijfel over mijn claim weerlegd of bevestigd worden door onderzoek. Simpel: we sluiten ramen en deuren en turven. Maar de scepticus gaat veel verder. Die twijfelt niet aan specifieke uitspraken, de echte scepticus twijfelt of er niet iets mis met alle uitspraken over de wereld buiten ons. Dat die wereld er überhaupt is. Voor de scepticus is de Matrix geen fictie, maar een optie die niet uit te sluiten is. Hij daagt je uit: ‘De wereld om ons heen echt? Bewijs het maar.’

Foto: olarte.ollie (cc)

De burger als detective

RECENSIE - Huub Dijstelbloem schreef een filosofische verhandeling over een ondergewaardeerd aspect van de politiek: de ogen van de burger.

Democratie is voor de meeste mensen op de eerste plaats een kwestie van spreken. Burgers stemmen en eisen inspraak en medezeggenschap. In het parlement eisen politici verantwoording van de regering. De naoorlogse politieke filosofie heeft zich voornamelijk aan ‘de stem’ opgehangen, schrijft Dijstelbloem. In zijn boek Het Huis van Argus vraagt hij in navolging van Jeffrey Green aandacht voor de ‘oculaire democratie’: de empowerment van burgers als toeschouwers die inspecteren, observeren en surveilleren. Een kritische blik en een waakzaam oog op de macht kunnen evengoed verandering bewerkstelligen als meepraten, meent Green. Dijstelbloem vult hem aan. Waar Greens model niet verder gaat dan een plebiscitaire democratie waarin de bevolking zich via referenda uitspreekt voor of tegen de macht, vindt Dijstelbloem dat van de burgers meer verbeelding gevraagd mag worden. Ze moeten als controleurs niet alleen naar het verleden kijken, maar ook oog hebben voor de toekomst. Hij verwijst daarbij onder andere naar het begrip contrademocratie van de Franse filosoof Rosanvallon.

Het Huis van Argus is geen makkelijk boek. Dijstelbloem verwijst in zijn betoog veelvuldig naar andere sociale en politieke filosofen, zoals Latour en Sloterdijk. Die nogal abstracte verwijzingen veronderstellen bekendheid met hun werk. Als je niet ingevoerd bent zijn Dijstelbloems beschouwingen vaak moeilijk te volgen en dat geldt dan ook zijn eigen standpunt ten opzichte van de filosofen die hij bespreekt.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Tal Bright - Political (cc)

Grens en identiteit

COLUMN - In de boekwinkel struikel ik over een klein boekje van Paul Scheffer, met de titel: “De vrijheid van de grens”. Het is een uitgave die past in ‘de maand van de filosofie’, en het kost maar 4.95 euro. Dat laat een mens niet liggen, al is de omvang niet genoeg voor een hele maand filosoferen.

De  vrijheid en de grens

Actueel is het begrip grens wel: het journaal toont ons wegwaaiende tentjes bij Idomeni in Griekenland, waar nog steeds vluchtelingen wachten (op Godot?), alsof het een verregende vrijmarkt is op Koningsdag. Alleen hebben hun bewoners geen perspectief, terwijl de vierders van Koningsdag hun opbrengst van de markt kunnen gaan natellen in hun verwarmde huizen. Heel mooi, die deal met Erdogan, maar we hebben nog wat vluchtelingen vergeten.

Ik ben jaloers op het sleutelcitaat van Hegel, dat Scheffer gebruikt: “Iets is alleen wat het is binnen zijn grens en door zijn grens.” (p.18) Geldt dat ook voor de vrijheid, vraagt Scheffer zich dan af. Hij vraagt terecht of het wereldwijde web een bedreiging van die vrijheid is, want de ongekende informatiemonopolies (Google, Apple, Facebook, etc) zien hun kans schoon.

Maar dan laat Scheffer het zitten: hij definieert vrijheid niet, de begrenzing daarvan ook niet, maar bouwt zijn verhaal op binnen zijn eigen tak van sport, de migranten en hun problematiek. Dat is te verwachten, maar ik broed op het zinnetje van de duistere filosoof. De grens geeft iets betekenis en identiteit. Letterlijk is dat wel plausibel.

Foto: Christoph Lehmann (cc)

Ethiek van de voortplanting

COLUMN - Er verschijnt de laatste tijd meer en meer interessant werk in de ethiek van de voortplanting. Daniel Friedrich kreeg van The Journal of Applied Philosophy  de prijs van beste artikel van het jaar 2013 voor zijn artikel ‘A duty to adopt?’, Christine Overall oogstte grote belangstelling met haar boek  Why Have Children?: The Ethical Debate, recent verscheen een bundel Permissible Progeny? The Morality of Procreation and Parenting.

De moraliteit van ouderschap en voortplanting –  waarover gaat dit eigenlijk? Zoals zal blijken was De Dag van de Aarde best een goed moment om hier enkele gedachten aan te wijden.

De eerste gedachte die in mij opkomt: bestaat er wel zoiets als een ethiek van de voortplanting? Of wordt dit domein bijvoorbeeld door publicatiedrang in het leven geroepen? Het is een tamelijk nieuw en onontgonnen (en dus spannend) terrein, maar misschien is dat zo om een goede reden?

Er zijn allerlei overwegingen die meespelen in de beslissing om een kind te nemen (eerst nog een grote reis maken? eerst een job vasthebben? en, misschien typischer voor Vlaanderen dan Nederland, eerst een huis kopen?), maar weinigen met een kinderwens zullen zich de morele vragen stellen die ze zich volgens Friedrich, Overall en collega-ethici moeten stellen. In een paar uitzonderlijke gevallen, zoals moeders van 60 jaar of ouders met een ernstige genetisch overdraagbare aandoening, zullen de meeste mensen hun morele oordeel klaar hebben. Maar wanneer een koppel gezonde dertigers beslist een kind te nemen  – wat zou moraalfilosofie daarover te zeggen hebben? Is dat geen persoonlijke beslissing, gebaseerd op voorkeuren, verlangens, ambities die buiten het morele blikveld vallen?

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende