ANALYSE - Liefhebben doen we allemaal. Maar wat weten we er eigenlijk van, buiten onze eigen ervaringen? Zijn er redenen voor liefde? Een kleine filosofie van de liefde.

Gek genoeg zijn er niet bijster veel hedendaagse filosofen die zich bezighouden met de liefde. Een Google-opdracht naar ‘liefde’ en ‘filosofie’ levert weinig resultaten op uit de academische wereld. Volgens filosoof Jan Bor is ‘alles wat je daarover probeert te zeggen, [..] gelul’. Maar in het Filosofisch Café tonen filosofen dr. Katrien Schaubroeck (UAntwerpen) en dr. Annemarie van Stee (RU) dat dat onwaar is (hier te beluisteren). Er valt wel degelijk iets zinnigs te zeggen over liefde.

Redenen voor liefde

Bijvoorbeeld over de vraag of er redenen zijn waarom je van iemand houdt. Volgens de Amerikaanse filosoof Harry Frankfurt niet. Ook al zeg je dat je je vriend(in) zo leuk vindt ‘omdat’ hij/zij zo knap, sociaal en intelligent is.

Schaubroeck zet zijn argumentatie uiteen. Ten eerste is liefde onvrijwillig volgens Frankfurt. Het is geen resultaat van een redenering, geen bewuste keuze of optelsom van goede eigenschappen. Liefde – romantische evengoed als vriendschappelijke of familiaire – overvalt je. Als je partner attent, zorgzaam en humoristisch is, is dat misschien aantrekkelijk, maar volgens Frankfurt kunnen dat niet de oorzaken zijn dat je van iemand houdt.

Want, zo beredeneert Frankfurt, als dat zo zou zijn, dan zou je je partner moeten inruilen op het moment dat je iemand tegenkomt die nog attenter, zorgzamer en humoristischer is. Je liefde zou dan inwisselbaar zijn omdat het niet persoons-afhankelijk, maar eigenschappen-afhankelijk is. Je ‘valt’ op een persoon, en waardeert daarna de eigenschappen van diegene.

Frankfurt ziet een reden tot liefde als een rechtvaardiging. Rechtvaardigingen moeten universeel zijn, onafhankelijk van het perspectief. Bij liefde is dat niet het geval. Als jij houdt van iemand vanwege zijn humor, wil dat niet zeggen dat ik dat ook doe. Dus, stelt Frankfurt, zijn er geen redenen tot liefde.

Maar volgens Schaubroeck moet je redenen tot liefde niet opvatten als rechtvaardigingen met algemene geldigheid, maar als rationalisaties die anderen inzicht kunnen geven in jouw perspectief. Als je zegt ‘ik hou van hem vanwege zijn humor’, geef je aan dat jij zijn humor waardeert, zonder aan te nemen dat dit ook tot liefde bij een ander leidt. Perspectief-afhankelijke rationalisaties dus, in plaats van perspectief-onafhankelijke rechtvaardigingen.

Versmelting

Maar als we dan eenmaal liefde gevonden hebben, wat doet dat dan met ons? Ook Van Stee haalt Frankfurt aan, die schrijft dat mensen de belangen van hun geliefde omarmen als hun eigen belangen. Je wilt wat je partner wilt.

Maar Van Stee heeft ook kritiek op dit idee van versmelting van belangen. Ook van je geliefde sta je niet elke wens toe. Belangen tussen jou en je partner kunnen botsen. Van Stee gebruikt de documentaire ‘Happily ever after’ als voorbeeld. We volgen de relatie tussen documentairemaker Tatjana Božić en haar vriend Rogier. Voor de film mag Tatjana Rogier filmen, dat is in haar belang en dus in dat van hem. Maar niet op elk moment. Rogier trekt ergens een grens en komt op voor zijn privacy, het punt waar zijn belang botst met dat van Tatjana.

De filosoof Bennett Helm is in dit geval genuanceerder. Die brengt een hiërarchische structuur aan. Je geliefde is de focus van je eigen belang. De belangen van je geliefden zijn een subfocus. Deze hiërarchie vormt in zijn geheel de structuur van je identiteit.

De theorieën van Helm en Frankfurt geven waardevolle handvatten om te denken over liefde. Maar over wat voor liefde hebben ze het? Is de liefde die zij in gedachte hebben niet een ideaalbeeld? De realiteit is weerbarstig. Zeker als het gaat over de liefde.

Dit artikel van Rick Berends verscheen eerder op Studium Generale Utrecht.

Reacties (13)

#1 Arduenn

Ik ben het helemaal met de conclusie van Jan Bor eens, maar niet om de redenen die hij aanvoert. Liefde is helemaal niet het terrein van filosofen, maar van biologen. Het is een proces van elektrochemische stimuli die ons gedrag beïnvloeden om sociale cohesie te bewerkstelligen voor het overleven van de soort. De natuur is a indrukwekkend genoeg zonder dat holistische gelul.

  • Volgende discussie
#2 Bismarck

“dan zou je je partner moeten inruilen op het moment dat je iemand tegenkomt die nog attenter, zorgzamer en humoristischer is. Je liefde zou dan inwisselbaar zijn omdat het niet persoons-afhankelijk, maar eigenschappen-afhankelijk is.”

En dat gebeurt nooit?

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#3 Lutine

Liefde is het terrein van filosofen en niet van biologen. Biologen trekken liefde in de wetenschappelijke hoek. Biologen reduceren liefde eigenlijk tot een inwisselbaar dingetje. (Vertel dat eens aan een treurende weduwe)

Wat Jan Bor er van vind kan ik niet lezen, maar om nu te zeggen dat alles wat je er over kunt zeggen gelul is, is ook weer een brug te ver. Meestal als men het over liefde heeft, dan heeft men het over een mentale, voorwaardelijke constructie. (Ga niet vreemd, want dan ben je me kwijt)

Waarmee ik tegelijkertijd Jan Bor ook weer gelijk geef: je kan vooral zeggen wat liefde niet is.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#4 Lutine

@2

Heel vaak. Dan is er de vaststelling achteraf dat het helemaal niet om liefde ging, maar een zakelijke overeenkomst.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#5 Bismarck

@4: Ik ben benieuwd naar de data achter die stelling.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#6 Lutine

@5

Op dit onderwerp zijn er geen data en valt er wetenschappelijk niks te bewijzen. Mensen zijn na x jaar hun partner zat en wisselen deze in als was het een auto. Niet iedereen natuurlijk.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#7 HansR

@1: Dat is een interessante redenering over filosofen. Filosofie als holistisch gelul. Mooi. Filosofen lijken dan toch echt totaal overbodig. Wellicht zelfs nutteloos.

En voor de duidelijkheid, ik denk dat je een punt hebt.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#8 Bismarck

@6: Hieruit leidt ik af dat in je #4 (en misschien ook wel in je #3?) de wens de vader van de gedachte is.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#9 Arduenn

@7

Filosofen lijken dan toch echt totaal overbodig. Wellicht zelfs nutteloos.

Filosofie is ontzettend nuttig (geweest) voor de ontwikkeling van de wetenschappelijke methode en voor staatsinrichting, maar je hebt filosofen en filosofen. Een beetje zoals filosofen en filosofen die 150 jaar na Mendeleyev nog over de vier elementen lucht, water aarde en vuur blijven doorzagen.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#10 Arduenn

@3

Liefde is het terrein van filosofen en niet van biologen. Biologen trekken liefde in de wetenschappelijke hoek. Biologen reduceren liefde eigenlijk tot een inwisselbaar dingetje.

Filosofen zijn nooit met een antwoord op de vraag gekomen waarom er liefde is. Biologen waren er al snel mee klaar. Ik kan er ook niks aan doen dat het antwoord je niet aanstaat. Gelukkig voor menig liefdesfilosoof valt er nog genoeg te verdienen aan pseudowetenschap in deze wereld, qua nutteloze boeken schrijven e.d.

Hier hebben we trouwens de boosdoener die verantwoordelijk is voor al die gevoelens van affectie, emotionele verbondenheid, kriebels in de buik, romantische neigingen zoals schrijven van romans en gedichten, singer-songwriterdingen, gekras in boomstammen, etc:

(oxitocine)

Meer lezen: https://en.wikipedia.org/wiki/Biological_basis_of_love

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#11 kneistonie

@9: maar dat zijn bleke achterblijvertjes, poreuze brekebeentjes. De moderne filosoof danst als een Wu-Li meester.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#12 Arjan Fernhout

… met een glimlach zoals die van Mona Lisa zwijgend iets lekkers inschenken bij fenomenologisch gelul.

  • Volgende discussie
  • Vorige discussie
#13 Johan Blok

@10: Je hebt nog wel een hele kast vol filosofische boeken te schrijven om je reductionistische standpunt uit te leggen en te verdedigen.

  • Vorige discussie