Europees vertrouwen
De moeilijkheden in de eurozone tonen niet alleen de gebreken van de Europese instituties, maar ook het gebrek aan vertrouwen tussen de verschillende Eurolanden. Hetzelfde kan worden gezegd naar aanleiding van het beschamende gebrek aan solidariteit in de opvang van de migrantenstroom naar Italië, Griekenland en Spanje. Het vertrouwensprobleem volgt vaak een Noord-Zuid patroon, en is zelfs zichtbaar in een simpel laboratoriumexperiment met Europese deelnemers.
Het experiment in kwestie vond plaats op het European University Institute (EUI), het instituut waar ik, alweer veel te lang geleden, mijn proefschrift heb geschreven. Het EUI verschaft beurzen aan beginnende academici uit alle landen van de EU, en is daarmee een kleine microkosmos van de EU zelf. Om het vertrouwen tussen die verschillende nationaliteiten te onderzoeken lieten de onderzoekers ongeveer honderd leden van het instituut meerdere ronden spelen van het zogenaamde “trust game” of “vertrouwensspel”.
In dit spel, dat wordt gespeeld tussen twee spelers, krijgt één van beide spelers een som geld. Van dat geld kan hij een zelf te kiezen deel aan de tweede speler geven, en dat deel wordt door de onderzoekers verdrievoudigd. Vervolgens kan de tweede speler kiezen hoeveel van dit verdrievoudigde bedrag hij zelf houdt, en hoeveel hij teruggeeft aan speler één. Hoe meer geld speler één aan speler twee geeft, hoe meer de twee dus samen te verdelen hebben. Maar geven vereist vertrouwen, want als speler twee het (verdrievoudigde) bedrag zelf houdt is speler één zijn geld dus kwijt.