De grenzen van het lokale bestuur
Vorig jaar werd in Frankrijk een wet aangenomen die korte binnenlandse vluchten verbood waarvoor het alternatief per trein niet langer duurt dan twee-en-een-half uur. Wie van Parijs naar Bordeaux of Lyon wil reizen zou nu de TGV moeten pakken. De wet kwam deels tegemoet aan de aanbevelingen van de Klimaatconventie, een nogal omstreden initiatief van president Macron. In december stak de Europese Commissie echter een stokje voor het plan. Luchtvaartbedrijven hadden bezwaar aangetekend omdat de wet in strijd zou zijn met de Europese dienstenrichtlijn (die van Bolkestein): de vrijheid om diensten aan te bieden, ‘een van de fundamentele waarden van de Europese Unie’. Ze bestrijden ook dat deze wet een noodzakelijke bijdrage is aan het terugdringen van de CO2 uitstoot. De luchtvaart draagt slechts 2.5 % bij aan de globale CO2 uitstoot, en dat zou dan vooral komen van de langere vluchten. De Commissie begon een onderzoek, de invoering van de wet is tot nader order uitgesteld.
Ook in Duitsland en Spanje wordt gesproken over het verbieden van korte vluchten in het kader van de bestrijding van de klimaatopwarming. De maatregel lijkt behalve voor binnenlandse vluchten ook voor grensoverschrijdende reizen kansen te hebben nu het gebruik van de trein op langere afstanden toeneemt met een uitgebreid internationaal spoornet. Maar dan moet er wel gebroken worden met die ‘fundamentele waarde’ van de EU: het zonder enige hindernis kunnen aanbieden van diensten. Op Social Europe schrijft Olivier Hoedeman van het onderzoeksinstituut Corporate Europe Observatory over de ‘gevaarlijke obsessie’ van grote bedrijven die blijven pushen om de Europese interne markt te vervolmaken. Absolute vrijheid voor het bedrijfsleven om zaken te doen betekent een onoverkomelijke hindernis in de strijd tegen klimaatopwarming en voor de oplossing van vele andere urgente problemen.