Geachte Europese politici,
Een bekentenis: ik heb tegen de Europese grondwet gestemd. Terwijl ik toch echt heel pro-EU ben.
Omdat ook in die grondwet de Europese Commissie op een ondemocratische manier werd gekozen. En je kon nog steeds niet op echte Europese partijen stemmen. Als de politicus die mijn ideeën het beste verwoordt toevallig uit Litouwen of Malta komt, dan wil ik op die persoon kunnen stemmen. Mijn idee was: als ik nu tegen stem, dan wordt dat verbeterd en dan komt er een nieuw, beter verdrag waar ik voor kan stemmen.
Dat idee bleek het stomste tactische besluit sinds Advocaat Robben wisselde voor Bosvelt.
De conclusie die uit het referendum werd getrokken was namelijk: “Nederlanders willen minder Europa.” Maar dat is dus in mijn geval helemaal niet zo; ik stemde tegen om ik nog méér Europa wilde. Zo zijn er vast nog veel meer mensen. Maar die overweging schijnt niet bij u, de heren en dames politici, op te komen. Het grootste deel van u schoot meteen in een populistisch eurofobe stuip.
Door het positieve feedback mechanisme dat dan gaat optreden – politici doen anti-Europa uitspraken, publiek krijgt daardoor een negatiever beeld van Europa, politici zien dat het item scoort en worden nog meer anti-Europa, ad infinitum – werd die interpretatie een self-fulfilling prophecy.