Tell Me Lies, Tell Me Sweet Little Lies

Economen en bedrijfskundigen, zo blijkt uit recent onderzoek, zijn sneller geneigd tot liegen dan mensen met een andere opleidingsachtergrond. Verschillende onderzoeken hebben inmiddels aangetoond dat veel mensen een voorkeur hebben voor het vertellen van de waarheid en het vermijden van leugens – zelfs in gevallen dat ze hier nadeel van ondervinden. Deze conclusie geldt echter niet voor iedereen: sommige mensen hebben weinig moeite om leugens te verkopen zodra er een voordeeltje valt te behalen. Onderzoekers Raúl López-Pérez and Eli Spiegelman van de Universidad Autonoma van Madrid hebben door middel van een experiment (pdf) trachten te achterhalen of er een relatie bestaat tussen persoonlijke achtergrond en bereidheid tot liegen.

Door: Foto: LEOL30 (cc)

Leven Amerikanen boven hun stand?

Leven Amerikanen boven hun stand? Het is een veel gehoorde mantra in de debatten over het Amerikaanse overheidstekort en almaar oplopende biljoenenschuld. De koek is op, de broekriem moet maar eens ferm aangehaald, en men moet de tering naar de nering zetten, is het devies.

En ronduit foute analyse, meent Robert Reich, minister van arbeid onder Bill Clinton en hoogleraar Openbaar Beleid aan de universiteit van Berkeley, California. Hij spreekt in dit verband zelfs over een ‘mythe’.

Het overgrote deel van de Amerikanen leeft helemaal niet boven hun stand. In werkelijkheid, stelt Reich, is het inkomen van de gewone Amerikaan sinds midden jaren ’70 ongeveer gelijk gebleven, terwijl de arbeidsproductiviteit en het Bruto Nationaal Product enorm zijn gegroeid. Er is gigantische welvaart gegenereerd, alleen plukt de gewone Amerikaan daar nauwelijks de vruchten van.

Het economische en fiscale systeem steekt namelijk zo in elkaar dat de bovenste lagen van de bevolking steeds het grootste deel van de taart toegeschoven krijgen die het legioen loonslaven onder hen ieder jaar dmv arbeid en bedrijvigheid produceert, bakt en verpakt. Vervolgens hoeven die (super)rijken ook nog eens een kleiner deel van dat inkomen en bezit af te dragen aan de belasting.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Afschrijvingen | Duurzaamheid is geen religie

COLUMN - Het Groene Geloof is onzin. Juist in ons huidige, ‘onduurzame’ economische systeem speelt geloof een veel grotere rol.

Afgelopen weekend presenteerde Trouw haar ‘ontdekking’: duurzaamheid is een religie. Twee Trouwredacteuren hadden flink zitten grasduinen in teksten van de Duurzame 100 en andere groene voortrekkers en vonden daarin religieuze zinsneden als ‘het eren van de Aarde’ en ‘heilige opdracht’, en christelijke elementen als de apocalyps, anti-materialisme en boetedoening. Ze stelden zelfs een ‘catechismus’ op, een beknopte geloofsleer die de kernvragen van het Groene Geloof zou samenvatten. Het is op zich best een mooie tekst, maar het heeft weinig met religie te maken.

Jaren geleden – ik weet niet meer waar – hoorde ik een definitie van religie die me sindsdien bij is gebleven: religie is een communicatiesysteem met bovennatuurlijke elementen. Trouw noemt duurzaamheid een religie zonder God en Jezus (voorzover je die kunt scheiden natuurlijk), een ‘seculiere religie’. Dat kan dus niet. Dan blijft alleen het communicatiesysteem over, en dan zijn Facebook, popmuziek, de Tweede Kamer en misschien zelfs de Postcodeloterij ook religies.

Je zou nog kunnen zeggen: ja, maar duurzaamheid is net zo dogmatisch als geloof. Dat is misschien soms zo, maar dat is in ieder geval niet de bedoeling. De wetenschap moet maatgevend zijn. Als biologisch eten of windenergie niet duurzaam blijken te zijn, zouden we het niet moeten willen.

Foto: madaroni (cc)

Bedrijfskunde populair als studie, maar weinig baanperspectief

ACHTERGROND - Hordes studenten halen een diploma in bedrijfskunde, ‘want dat is zo lekker breed.’ Maar is er wel werk voor al die mensen?

‘Bedrijfskunde en administratie populairst in hoger onderwijs,’ kopte een persbericht van het CBS deze week, om de nieuwe publicatie  “Jaarboek Onderwijs in cijfers 2012” (pdf) aan te kondigen. Dat was voor mij geen nieuws: de faculteit economie en bedrijfskunde van de universiteit waar ik studeerde was enorm, en de UB werd in tentamentijd overspoeld door mensen met boeken over organisatiestructuren, marketing en financial accounting.

In 2011 studeerden er maar liefst 3500 masterstudenten bedrijfskunde af. Maar is er wel plek op de arbeidsmarkt voor al die bedrijfskundigen?

CBS grafiek

Bron: CBS Jaarboek Onderwijs in cijfers 2012, p.102.

Demografie

‘Voor de studierichting bedrijfskunde bestaat er een demografisch probleem,’ legt Frank Steenkamp, hoofdredacteur van de Keuzegids uit. ‘Het is een vak dat enorm gegroeid is aan het eind van de jaren ’80. De mensen die toen afstudeerden zijn nu aan het werk en blijven dat nog wel een tijdje. Als bedrijven de komende tijd niet groeien, en misschien zelfs krimpen, zullen er weinig vacatures ontstaan.’ Dat geldt in mindere mate voor economiestudenten, die in de CBS-cijfers ook onder bedrijfskunde/administratie zijn geschaard. Met name universitair geschoolde economen hebben nog best een aardig baanperspectief de komende jaren.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Afschrijvingen | Huishoudelijk werk

Een pleidooi voor het belang van huishoudelijk werk.

De Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen (het NVVH-Vrouwennetwerk) bestaat deze week honderd jaar. Ze heeft in die eeuw veel voor de huisvrouw betekend. Het vrouwenkiesrecht kwam er (1919) en de bizarre Wet handelingsonbekwaamheid werd geschrapt (1956), waardoor getrouwde vrouwen mochten blijven werken en een bankrekening konden openen zonder toestemming van manlief. De NVVH was ook een soort Radar avant la lettre – ze liet producten testen en had een eigen keurmerk.

De NVVH lijkt gezien haar vergrijzende en dus dalende ledenaantallen niet nog een eeuw mee te gaan. En dat is jammer. ‘De huisvrouw’ bestaat weliswaar niet echt meer, maar huishoudelijk werk wel en daar moet iemand voor blijven opkomen. Huishoudelijk werk wordt namelijk nog steeds behoorlijk ondergewaardeerd, vooral in Nederland.

Het meeste huishoudelijke werk is onbetaald, draagt dus niet bij aan ons bruto binnenlands product (bbp), en is daardoor geen volwaardig, ‘officieel’ onderdeel van onze economie. Ik heb nog even opgezocht in de internationale voorschriften omtrent bbp-berekeningen waarom dit zo is. Op pagina twaalf staat dat het ‘economic analysis, decision-taking and policymaking’ zou bemoeilijken. Een rare reden: een sector die, als je de uren die erin gaan vermenigvuldigd met het minimumloon eigenlijk 20-30% van onze economie beslaat, is toch juist heel relevant voor beleidsmakers, lijkt me. En juist de overgang van huishoudelijke ‘productie’ naar marktproductie is heel interessant, zeker als je wilt weten of we er echt op vooruitgegaan zijn.

Foto: madaroni (cc)

Opleiden om te leiden?

OPINIE - Kan je een afdeling of organisatie goed leiden als je nog nooit het werk gedaan hebt wat je leidt? Of beter gezegd, zijn opgeleide leiders goed voor bedrijven of organisaties? Meer in het algemeen, goed voor de economie of het functioneren van de overheid? Een deeldiscussie die daarover op The Economist gevoerd wordt, is ook relevant voor Nederland.

Opleidingen bestuurs- en bedrijfskunde en MBA’s zijn al jaren gemeengoed. En zonder harde cijfers te kunnen geven, is het evident dat daarmee een steeds groter deel van de managementlagen en directies gevuld zijn met mensen met slechts deze opleidingen.
Ze hebben meestal niet tien jaar de ‘handen aan het bed’ gehad, niet jaren achter de lopende band gestaan, geen vierkante kilometers muur gemetseld, niet voor de klas gestaan, niet computers ontworpen, niet duizenden vergunningen beoordeeld, geen wekenlange opsporingszaken verricht en ze zijn ook nooit afgerekend op een werkelijk relevante “key performance indicator” (KPI).

Maar ze geven leiding aan mensen die dat wel doen.

Ze weten veel van besturen, van financiën en van methodieken om complexe vragen op te lossen. Maar ze hebben nooit het werk “geleefd”. Kan je dan wel altijd de juiste keuzes maken? En raken organisaties niet sneller op het verkeerde pad wanneer het contact met het werkelijke werk zo ver te zoeken is?

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Afschrijvingen | De prijs van de EU

COLUMN - Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je elke werkdag om 15.30 uur weer wakker met hun scherpe pennetjes. Vandaag Paul Teule, over EU en haar begroting. En de prijs van democratie.

Voor een econoom is alles relatief. Een ‘prijs’ is niets anders dan een verhoudingsgetal dat pas betekenis krijgt in perspectief. Het feit dat een net mandarijnen 1 euro kost, betekent pas wat als je weet hoeveel mandarijnen je krijgt, wat je verder nog voor een euro kan kopen en, belangrijk, hoeveel je voor die euro hebt moeten werken. We vinden iets ‘duur’ als de prijs zich niet goed verhoudt tot iets anders – en dat ‘iets anders’ kan van alles zijn.

Neem nou de ‘prijs’ van de EU. De moeizame onderhandelingen over de Europese meerjarenbegroting (2014-2020) gaan over de vraag of de EU meer of minder dan 1000 miljard euro zal kosten, grofweg 140 miljard euro per jaar. Noordelijke lidstaten vinden de EU te duur, zuidelijke lidstaten en de Europese Commissie niet. Beide kampen goochelen met verhoudingen. Een paar voorbeelden:De Commissie zet de EU-begroting graag af tegen ons gezamenlijke Europese inkomen. 140 miljard per jaar is zo bezien slechts 1% van onze welvaart. Peanuts dus, want 1% van iets is altijd weinig. Ook als je de 140 miljard afzet tegen de som van alle nationale begrotingen – 6.300 miljard euro per jaar – en je bedenkt dat van die 140 miljard ook nog eens 94% terugvloeit naar de lidstaten, waar hebben we het dan helemaal over?

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende