We kunnen nog iets leren van Iran
In Iran is er een idioot regime aan de macht. De ayatollahs en Ahmadinejad zijn religieuze waanzinnigen die te graag wereldmacht willen spelen. Iran heeft een ‘aparte’ vorm van democratie, die verre van netjes functioneert. Toch hebben ze in ieder geval één element waar wij wat van kunnen leren.
Onlangs presenteerde de zo goed als gekozen president zijn nieuwe kabinet. Een kabinet met zelfs drie vrouwen erin. Wat er toen is gebeurd is leerzaam. Het parlement, toch grotendeels op de hand van Ahmadinejad, stemde drie ministers weg. Een gezochte terrorist als minister van Defensie, dat was geen probleem natuurlijk. Joden opblazen is immers bon ton in Iran. Maar het parlement stemde wel drie kandidaten weg wegens een gebrek aan ervaring.
En daar zou Nederland nog wel wat van kunnen leren. Hier worden ministers en staatssecretarissen bij hun aantreden niet individueel door de Tweede Kamer beoordeeld. Er borrelt iemand op uit het partijcircuit en die is dan minister. Een paar verrassende namen erbij en hop, je hebt een kabinet. Het is dan slikken of stikken voor het parlement. Dat hebben ze in Iran beter geregeld.
Het Nederlandse parlementaire stelsel zit verder best goed in elkaar. Maar een individuele toets per minister zou een mooie aanvulling op onze democratie zijn. Zonder een groot probleem ervan te maken, zou je een paar staatssecretarissen op voorhand niet moeten aannemen. Dat hoeft niet het einde van de regering te betekenen. Je kunt gewoon een andere zoeken. Ten tijde van Philomena Bijlhout kon dat ook snel. Wie weet had het huidige kabinet het zonder de onzichtbare Van der Hoeven kunnen doen. Of zonder Tineke Huizinga. Dat was voor iedereen beter geweest. En oh ja, dit doen ze niet alleen in Iran. Ook in de VS. Dus het kan best werken in een échte democratie.