Een nieuw kiesstelsel voor een verstokt koninkrijk?
Over twee weken gaat het Verenigd Koninkrijk naar de stembus voor een referendum. Over het kiesstelsel. De keus die de kiezer moet maken is of het huidige stelsel, waarbij per kiesdistrict de kandidaat met de meeste stemmen de zetel krijgt, veranderd moet worden in een stelsel waarbij de kiezer een eerste, tweede en derde voorkeur kan opgeven – zodat het niet zo kan zijn dat de grote meerderheid van de stemmen irrelevant is: in het huidige stelsel heeft men in het gemiddelde kiesdistrict aan 35-40% van de stemmen wel genoeg om de zetel binnen te halen – en staat dus de grote meerderheid van de kiezers buitenspel. Als jouw kandidaat in jouw kiesdistrict niet wint, is je stem irrelevant, en word je dus feitelijk niet vertegenwoordigd. Parlementariërs van jouw partij zijn verbonden aan andere kiesdistricten en laten zich in jouw district niet zien. In de huidige praktijk gaat dat totaal om een ruime meerderheid van de Britse kiezers. Met een tweede of derde voorkeur zal het aantal ‘onvertegenwoordigden’ aanzienlijk afnemen, en is het theoretisch vrijwel uitgesloten dat een kandidaat de verkiezing wint zonder meer dan 50% van de kiezers aan zich te binden. Het is nog lang geen representatief stelsel, zoals in Nederland, maar een duidelijke democratischer systeem dan het huidige. De kiezer mag straks ja of nee zeggen, en het referendum is bindend. Appeltje, eitje – zou je denken. Maar niets is minder waar.