GC heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag onze maandelijkse gast, P.J. Cokema, over Egypte, Europa en Nederland.
Er wordt misschien wat vreemd opgekeken van Amerika’s reacties op de situatie in Egypte. In de commentaren wordt regelmatig herinnerd aan de steun die de V.S. altijd aan Mubarak hebben gegeven. Opzienbarend dus dat de VS deze meneer nu dringend adviseren op te stappen. Een beetje laat, nietwaar?
Maar goed, de Amerikaanse regering beseft goed dat ze niet om de protesterende massa’s heen kan. Europa lijkt zich daar ook bewust van te zijn. Maar elke steun nu aan de bevolking van Egypte, en eventueel Tunesië, Jordanië, Jemen en wie weet Syrië, Libië, Saoedi Arabië en Marokko, staat in hetzelfde vreemde daglicht als de steun van de VS.
Europa kent al ruim 16 jaar het Euro-Mediterraan Partnerschap. In 1995 kwamen 15 Europese landen tot een overeenkomst met landen uit Zuid-Europa en Noord-Afrika, die de basis moest zijn voor “een gemeenschappelijke ruimte van vrede, stabiliteit en welvaart te creëren door middel van een intensivering van de dialoog op het gebied van politiek en veiligheid, een economisch en financieel partnerschap en een sociaal, cultureel en menselijk partnerschap.”
In 2004 namen 25 EU-lidstaten en 10 Noord-Afrikaanse en Midden-Oosten landen deel aan het partnerschap. Waaronder Egypte en Tunesië. In 2005 werd het tienjarig bestaan gevierd, waarbij onderstreept werd dat men aardig op weg was naar vrijhandelszones, culturele uitwisseling en verbetering van welvaart, democratie en mensenrechten.