Mijn Europees gedrocht
Het lijkt een modern equivalent van een Babylonische spraakverwarring waarbij de effecten door sommigen als minstens zo rampzalig geduid worden. Maar ze spreken wel net zo lang tot ze het ongeveer met elkaar eens zijn, ook al spreken ze 23 verschillende talen.
Het lijkt op een technocratie waarin onnavolgbare, vaak financieel, specialisten de meestal niet direct verkozen landenvertegenwoordigers beperkte keuzes influisteren die vervolgens achter gesloten deuren tot besluiten leiden. Maar er worden wel besluiten genomen. Iets wat aan de andere kant van de oceaan, met een toch veel eenvoudiger structuur, niet mogelijk is. En de vertegenwoordigers laten wel degelijk een beetje hun oor hangen naar de sentimenten op de straat. Anders waren de besluiten nog veel radicaler geweest.
De ene helft van de economen vindt nu dat de maatregelen te ver gaan en schadelijk zijn voor de economie. De andere helft van de economen vinden dat de maatregelen veel verder hadden moeten gaan omdat we het zo niet gaan redden. Maar in plaats van elkaar de hersens in te slaan wat gebruikelijk is als uiting van frustratie in tijden van grote crises, onderhandelde men net zo lang door tot er in ieder geval een werkbare oplossing uit kwam.
Er zitten staten tussen die er een stevige puinhoop van maken, deels of geheel corrupt zijn of er eigenlijk alleen maar deel van uitmaken vanwege de subsidies. Maar ze doen wel mee. Ze veranderen wel en schuiven langzaam op naar een voor iedereen aangenamere versie.