OPINIE - In het licht van de toenemende overdracht van Rijks- en provinciale taken aan gemeenten, is het – vanwege hun gebrek aan ingangen in Den Haag – riskant om op een lokale partij te stemmen, meent Marianne Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren.
De laatste weken is in de media breed aandacht gegeven aan potsierlijke spotjes, posters, en stuntjes waarmee lokale politici zich in de kijker proberen te spelen. Condooms waarop de PvdA beweert ‘keihard de beste te zijn’, autostickers waarop de VVD aangeeft dat rechts per definitie voorrang zou moeten hebben, de Sosjaal van de SP die warmte had moeten bieden in de koude maartmaand, kortom de creativiteit kende nauwelijks grenzen. De echte potsierlijkheid moet echter vooral worden gezocht in de wijze waarop de landelijke politiek de gemeenteraden feitelijk alle mogelijkheden uit handen slaat om de bevolking lokaal te representeren.
Het klinkt prachtig, de Rijksoverheid die ervoor kiest de gemeenten ‘meer verantwoordelijkheden te gunnen’. Medebestuur zou zo een kerntaak worden van het lokale bestuur. Gemeenten krijgen taken toebedeeld op het gebied van werkgelegenheid en bijstand, op het gebied van sociale werkvoorzieningen, op het gebied van de jeugdzorg, en over het al dan niet toelaten van bijvoorbeeld megastallen in het landelijk gebied. Maar in plaats van meer zeggenschap, krijgt de gemeente, nadat er tal van nieuwe taken door de Rijksoverheid over de schutting zijn gegooid, vooral minder te zeggen. Het zijn vrijwel zonder uitzondering hoofdpijndossiers waarvoor het Rijk geen oplossing heeft, of die in elk geval tal van knelpunten bevatten. De gemeenten krijgen veel minder budget beschikbaar voor de uitvoering van taken dan het Rijk voor zichzelf beschikbaar stelde (en waarmee de Rijks- en provinciale overheden al niet of nauwelijks rondkwamen).