De zomer van Hans van Duijn: Deel 9
Met dank aan GeenStijl wordt 2011 de zomer van Hans van Duijn. Wie is Hans van Duijn? Die vraag fascineerde me. De man noemt zichzelf ‘Twitterextremist’ en is boos. Zoals het een ware patriot betaamt, heeft hij inmiddels de hoop uitgesproken dat Tofik Dibi met zijn ‘linkse vriendjes’ wordt afgeknald. Wat beweegt zo’n figuur om zoiets op te schrijven? En waar eindigt zijn haatretoriek en ontstaat een blinde woede, met gevaarlijke gevolgen van dien?
Tot en met 15 augustus zal ik hier elke dag een (fictief) relaas tikken over het leven van Hans van Duijn. Vandaag deel 9.
‘Ja?!’ gilt Donald en scheert vervaarlijk met de honkbalknuppel langs Hans’ gezicht. Als hij ziet dat het slechts zijn overbuurman is, laat Donald de knuppel weer zakken. ‘Sorry man, ik ben opgefokt. Kom erin, kom binnen.’ Hij steekt zijn hoofd naar buiten en kijkt de achtertuin rond. In de verte blaft een hond. Uit een openstaand raam klinkt de bumper van RTL Boulevard.
Donald loopt naar de stereoinstallatie en zet de trancemuziek zachter. Hij trapt met zijn blote voet – hij draagt niets, behalve een slip – tegen de pot van de ficus in de vensterbank. ‘Kut, kut, kut,’ briest hij. ‘Ik ben niet door mijn proeftijd heen. En Bilal wel. Bilal wel! Wat heeft Bilal dat ik niet heb?’ vraagt Donald met een wanhopige blik aan Hans.
‘Rot van je proeftijd,’ zegt Hans beduusd.
In een rechte lijn snelt Donald naar zijn keuken en rukt het snoer uit de Princess frituurpan. Hij omzwachtelt zijn hand met het snoer en trekt het gevaarte van het aanrecht. De plastic frituurpan valt in stukken uiteen. Donald graait naar het gestolde brok frituurvet en knijpt in de vette emulsie. Hij smeert zijn gezicht in met het gele vet. Op handen en voeten kruipt hij weer naar de woonkamer. ‘Het is menens,’ tiert hij. ‘Het is de jungle, Hans! We leven in een jungle!’