Met de politieke overwinning van een kliek plutocraten, blanke supremacisten en christelijke theocraten in de VS glad op de hielen, kon Mark Lilla’s analyse van de reactionaire geest niet méér op tijd komen.
Een reactionair is een ander beestje dan een conservatief, meent Lilla, en dat hij daar gelijk in heeft, blijkt ook wel als je ziet dat conservatieven als Joshua Livestro en William Kristol gruwelen van het rariteitenkabinet dat Trump bijeensprokkelt.
Conservatief vs Reactionair
Conservatieven en reactionairen voeren dan ook een fundamenteel andere discussie. Conservatieven zijn in discussie met liberalen over de aard van de mens in zijn verhouding tot de wereld en de samenleving; reactionairen en revolutionairen zijn in discussie over de aard van de geschiedenis.
Liberalen nemen hun uitgangspunt in individuele autonomie: zij beschouwen de samenleving als een toevallige verzameling autonome individuen, en alle rechten, plichten en sociale contracten vloeien daaruit voort. Conservatieven gaan er echt vanuit dat de mens bij geboorte reeds in een gevormde wereld terecht komt – gevormd door culturele tradities, instituties, geschiedenis – en dat daar een aantal plichten mee samenhangen, zowel tegenover het voorgeslacht als tegenover toekomstige generaties.
De preoccupatie van reactionairen is een geheel andere. Hun denken draait niet om de vraag: wat is de mens, maar om de geschiedenis. Net als revolutionairen draait hun denken om een radicale breuk in de geschiedenis, maar in tegenstelling tot revolutionairen zien zij die breuk niet als iets positiefs, maar ervaren zij die als verraad, iets dat teruggedraaid dient te worden om de geschiedenis weer op het rechte pad te brengen, betoogt Lilla.