Verontrustende statistieken
En dan niet over de groei van de TON (wat zat haar haar leuk, hè). Laten Mark en Geert zich daar maar zorgen over maken. Afgelopen week viel mijn oog op een prognose over de achteruitgang van de hoeveelheid akkerland voor de graanproductie. Was er in 2000 per hoofd van de wereldbevolking nog 1100 m2 beschikbaar voor graanproductie, in 2050 zal dat waarschijnlijk teruggevallen zijn tot 700 m2. Hé, da’s toevallig. Laat dat nou net zijn wat je verwachten mag als je het totale oppervlak uit 2000 deelt door het verwachte aantal mensen uit 2050. Kennelijk is men er van uitgegaan dat de hoeveelheid land voor de graanproductie gelijk blijft.
Zo mooi werkt het helaas niet. Zonder ons te bekommeren om de vraag hoeveel vierkante meters je eigenlijk nodig hebt per persoon, kunnen we zonder meer al vaststellen dat de huisvesting van al die extra mensen ten koste zal gaan van akkerland. Sinds 1990 gaat elk jaar bijna 1% van de vruchtbare grond verloren door uitbreiding van woongebieden, door erosie, door overstromingen en door klimaatverandering. Natuurlijk werkt men overal ter wereld aan ontginning van nieuwe landbouwgrond, maar meestal is die niet van dezelfde kwaliteit als de verloren gegane grond. Een goed voorbeeld zijn de tropische regenwouden, waar de grond heel arm is. Alleen dankzij een gesloten kringloop van voedingsstoffen blijft het regenwoud bestaan. Als die kringloop wordt onderbroken is de grond na één à twee jaar uitgemergeld.